Klimaatminister Sophie Hermans wil nog niets zeggen over de omvang van het aanvullende klimaatpakket waar zij komend voorjaar mee komt. Op vragen daarover van een uiterst kritische oppositie gaf ze tijdens de verdediging van haar begroting in de Tweede Kamer geen antwoord.
Een doorrekening van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) liet onlangs zien dat bij ongewijzigd beleid de kans minder dan 5 procent is dat Nederland het wettelijk vastgelegde klimaatdoel voor 2030 haalt. In dat jaar moet de uitstoot van broeikasgassen minstens 55 procent lager dan in 1990.
Om de kans van slagen te laten toenemen tot 95 procent, moet de uitstoot met 24 megaton extra omlaag. Dat komt neer op ongeveer twee keer de totale uitstoot van Tata Steel, de grootste industriële vervuiler van het land.
De oppositiepartijen GroenLinks-PvdA, D66 en PvdD wilden van Hermans weten of dat ook haar inzet is. In het coalitieakkoord is immers afgesproken dat de klimaatdoelen gewoon overeind blijven. De minister wilde dat niet toezeggen. Ze zei onder meer dat een pakket van 16 megaton de kans op succes ook al vergroot naar 50 procent, overigens zonder expliciet te zeggen dat zij daarmee genoegen zou nemen.
Kamerlid Suzanne Kröger (GroenLinks-PvdA) reageerde vol ongeloof. „Als de minister het heeft over een geloofwaardig pakket, kan ik mij niet voorstellen dat ze het gooit op een fifty-fifty kans”. Daarmee neemt zij afscheid van het idee van „een serieus, ambitieus klimaatbeleid”, aldus Kröger.
Hermans kijkt liever naar de bandbreedte die het PBL ook jaarlijks geeft van de geschatte CO2-afname als gevolg van het klimaatbeleid. Het doel van 55 procent moet daar weer binnen komen te liggen, zei ze. Dat was vorig jaar voor het eerst het geval, al tekende de minister aan dat ook toen de kans om het doel voor 2030 te halen onder de 15 procent lag.
Het nieuwe kabinet heeft de klimaatdoelen van het vorige overeind gehouden, maar wel een aantal maatregelen teruggedraaid. Mede daardoor zijn de doelen uit zicht geraakt. Hermans moet daarom met extra plannen komen. Daar zit met name de PVV niet op te wachten, bleek eerder in het begrotingsdebat.