Bij de brand op een vuilstortplaats op Bonaire, die dinsdagavond uitbrak, zijn gevaarlijke stoffen vrijgekomen. Experts werken hard om te bepalen in welke mate dit het geval is. Dat heeft de plaatselijke overheid woensdagavond (lokale tijd) bekendgemaakt. De brand is grotendeels uit, maar er is nog steeds sprake van rookontwikkeling.
Dinsdagavond zijn bewoners uit de omgeving van de vuilstortplaats geëvacueerd. Het Openbaar Lichaam Bonaire, de overheid op het Caribische eiland, liet woensdagavond weten dat „uit metingen die in het verleden gedaan zijn in Nederland blijkt dat vooral binnen 300 meter van de brand schadelijke stoffen vrijkomen”. Verder dan 1 kilometer van de brand zijn schadelijke stoffen niet meer te meten. Op basis van deze informatie is aan omwonenden binnen een straal van 1 kilometer een ander verblijf aangeboden. Ook is geadviseerd eigen geteeld fruit of groente niet meer te eten.
Twee weken geleden stelde de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in een rapport dat de situatie op de vuilstortplaats van Selibon „zorgwekkend, complex en urgent” is. De inspectie merkte op dat de risico’s voor het milieu wekelijks toenemen. De afvalplek is niet omheind en het storten gebeurt vrijwel ongecontroleerd. Er staan negen ongekoelde zeecontainers met biomedisch afval dat niet verbrand kan worden. Dit afval is deels in afgesloten vaten en deels in plastic zakken verpakt.