Hoe verhoudt de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zich tot Joden en Palestijnse christenen? Die vraagt ligt donderdag opnieuw op de tafel van de synode. De meningen erover lopen sterk uiteen.
Lunteren, november 2022. Op de synode van de Protestantse Kerk staat scriba dr. R. de Reuver stil bij de in 2008 verschenen nota ”Het Israëlisch-Palestijns conflict in de context van de Arabische wereld van het Midden-Oosten”. Dit document, kortweg IP-nota genoemd, is aan een „herijking” toe, geeft hij aan.
Wilma Wolswinkel van Kerk in Actie wijst er in dezelfde synodevergadering op dat de context waarin de nota destijds verscheen, is „veranderd”. „De wanhoop neemt met het jaar toe. Niemand ziet een oplossing voor het conflict.” Ze geeft aan dat in de nota „mooie woorden” staan, zoals vrede, gerechtigheid en verzoening. „Hoe verhouden die zich tot de complexe en rauwe werkelijkheid?”
In het kader van de herijking van de nota brengt een delegatie van het moderamen met andere betrokkenen, zoals Kerk in Actie, begin 2023 een bezoek aan partners van de PKN in „Israël en Palestina”. Ook zit het moderamen om de tafel met vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap in Nederland en met andere gesprekspartners, waaronder Christenen voor Israël, het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in de PKN en Kairos-Sabeel Nederland, dat christelijke Palestijnen steunt.
Hierna verschijnt een nieuwe versie van de IP-nota, die in november 2023 op de synode besproken wordt. De reacties van de synodeleden zijn overwegend positief, al klinken er ook kritiekpunten. Zo vindt ds. A.N. van der Wind „dat er erg veel nadruk wordt gelegd op het leed van de Palestijnen. En de vraag die ik dan heb, is: is dat leed allemaal de schuld van Israël?”
Het moderamen neemt de kritische noties mee. Ook legt het zijn oor opnieuw te luisteren bij diverse instanties die hun mening over het rapport geven. In de loop der tijd hebben onder meer gesprekken plaats met vertegenwoordigers van de Protestantse Theologische Universiteit en het Centrum voor Israëlstudies .
Zeven stappen
Donderdag ligt het eindrapport op de tafel van de synode: ”Uw koninkrijk kome. Als pelgrims onderweg met Joden en Palestijnse christenen”. Voor de bespreking en besluitvorming worden bijna twee uur uitgetrokken.
Het moderamen beseft dat de meningen rond het gevoelige thema ver uiteenlopen. „Wanneer je als kerk betekenisvolle relaties wilt onderhouden met zowel Joden als Palestijnse christenen, dan gaat het schuren en botsen, intern en extern. De keuze voor de een kan als verraad van de ander worden gezien, en omgekeerd.”
„Bidden om vrede voor Jeruzalem (Psalm 122) roept in veel plaatselijke gemeenten verlegenheid op” - Synoderapport Protestantse Kerk in Nederland
De veertig pagina’s tellende eindnotitie noemt onder meer zeven stappen, die gericht zijn op „theologische bezinning en verdieping”, maar ook op „noties als recht en gerechtigheid”. Als eerste stap wordt het gebed om de vrede voor Jeruzalem (Psalm 122) genoemd. Dit roept in veel plaatselijke gemeenten „verlegenheid op, of gaat juist in de richting van eenzijdige keuzes. Bidden om vrede voor Jeruzalem kan joden en christenen samenbrengen en diep verdelen, ook intern.”
Volgens de notitie betreft bidden om vrede voor Jeruzalem „ál haar inwoners: Joods, Palestijns en anderen. Het gebed is niet de plaats om standpunten in te nemen, maar is gericht op lofprijzing, dankzegging en voorbede en kan ook de schreeuw om recht vertolken.”
Andere stappen die de nota noemt, zijn „reflecteren op de relatie met het jodendom en opkomen voor Joden en de Joodse gemeenschap”, evenals het „reflecteren op de oecumenische relatie met Palestijnse christenen en opkomen voor Palestijnen”.
Het rapport ziet het als „een roeping van de kerk” om naast de Joodse gemeenschap te staan, „solidair te zijn met onze Joodse partners in Israël, en voor hen op te komen, zeker in tijden waarin zij onder druk staan vanwege antisemitische bedreigingen of aanslagen”.
Tegelijk is het een „roeping van de kerk om naast Palestijnen te staan en voor hen op te komen, zeker in tijden waarin ze onder druk komen te staan en waar hun rechten worden geschonden door achterstelling, vernedering, het onrechtmatig onteigenen van land en bezit, en bezetting”.
Polarisatie
Vanuit „oprechte compassie met Israël en Joden enerzijds of Palestijnse christenen en Palestijnen anderzijds, dreigen kampen te ontstaan die vaak elkaars taal niet meer spreken”, signaleert de nota. Het vraagt ,oefening” om te kunnen omgaan met „de diepgaande polarisatie rond dit onderwerp en om initiatieven te ondersteunen die gericht zijn op verzoening, ontmoeting en begrip. Er zullen handreikingen voor gemeenten ontwikkeld moeten worden om dit te leren en te oefenen.”
Als het gaat om het „opkomen voor recht en gerechtigheid” stelt de nota: „Als kerk oriënteren we ons daarbij allereerst op wat de Bijbel aanreikt. Daarnaast zijn mensenrechten belangrijk.”
Tot slot moet de Protestantse Kerk „duidelijk en onomwonden” kunnen spreken, als er sprake is van onder meer mensenrechtenschendingen, antisemitisme en discriminatie of bezetting, verdrukking en achterstelling. „Kortom, daar waar de waarden van het Koninkrijk in het geding zijn, waar recht en gerechtigheid met voeten worden getreden, waar vrede verder weg is dan ooit.”