De provincie Limburg wil de status van de eigen taal verhogen en trekt 1,1 miljoen euro per jaar uit om dit doel in 2030 te bereiken. De provincie hoopt daardoor de zogeheten deel 3-erkenning te krijgen. Daarmee is de bescherming en de bevordering van een taalgebied vastgelegd op onder meer het gebied van bestuur, rechtspraak en media.
Op dit moment heeft in Nederland alleen de Friese taal die positie. Daardoor kan bijvoorbeeld in de rechtszaal Fries worden gesproken.
„De Limburgse taal is een levend cultuurgoed, een unieke schakel die onze geschiedenis met de toekomst verbindt”, zegt gedeputeerde Jasper Kuntzelaers (cultuur en erfgoed). „Het versterken en behouden van het Limburgs zorgt ervoor dat onze cultuur en identiteit niet alleen vandaag, maar ook voor volgende generaties zichtbaar en hoorbaar blijft.”
Om de positie van het Limburgs te versterken, investeert de provincie onder meer in projecten die zich richten op de jeugd, kinderopvang en onderwijs. Ook komt er een bewustwordingscampagne. Verder gaat een commissie onderzoeken wat er allemaal gedaan moet worden om het Limburgs klaar te maken voor de hogere status. Deze commissie adviseert het provinciebestuur.
Het Limburgs is nu al in Europa erkend als een zelfstandige regionale taal. Dat betekent dat de provincie en gemeenten hun eigen beleid mogen voeren om het gebruik van de taal te bevorderen. Een hogere status betekent dat er vanuit het Rijk meer geld komt om het gebruik van het Limburgs te stimuleren.
Provinciale Staten van Limburg nemen op 13 december een besluit over het voorstel van Gedeputeerde Staten voor de bevordering van het Limburgs. Het plan is opgesteld op basis van onder meer gesprekken met deskundigen en een werkbezoek van Limburgse politici aan de provincie Friesland.