Vier op de vijf protestantse kerkgangers vindt dat hun voorganger de taak heeft om actuele ontwikkelingen in kerk en samenleving te duiden. En aan het oordeel van hun dominee hechten deze kerkgangers veel waarde. Maar een predikant in Amerika moet in verkiezingstijd wel oppassen wat hij zegt.
Brad Dacus, president van het Pacific Justice Institute (PJI), zegt dat „seculiere, vooral linksgeoriënteerde actiegroepen” keer op keer roepen dat predikanten en kerken hun mond moeten houden over de politiek. „Het argument dat deze pressiegroepen dan aanvoeren is dat kerken anders hun vrijstelling van het betalen van belasting zouden verliezen. Maar dat is pure misleiding.”
„Deze actiegroepen gebruiken dan het zogenoemde Johnson Amandement als stok om de hond te slaan”, zegt Dacus. Deze wettelijke bepaling uit 1954 verbiedt kerken en andere godsdienstige organisaties om zich voor of tegen een bepaalde politieke kandidaat uit te spreken. Als ze dat wel doen, verliezen ze de belastingvrijstelling. Het amendement is genoemd naar Democratisch senator Lyndon B. Johnson, de latere president, omdat hij destijds indiener van het wetsvoorstel was.
Reikwijdte
Volgens de PJI-president leven er tal van misvattingen over de reikwijdte van het Johnson Amandement. In een brochure van zijn organisatie wordt uitgelegd dat kerken nog veel kunnen en mogen. Een paar voorbeelden: kerken mogen hun leden helpen bij de registratie als kiezer; het is ook toegestaan informatie te verstrekken aan gemeenteleden over het belang van verkiezingen, mits deze niet partijgebonden is.
Zo hebben enkele reformatorische kerken in Grand Rapids heel recent een brochure onder hun leden verspreid waarin ze uitgebreid worden geïnformeerd over de gang van zaken bij de verkiezingen, de registratie als kiezer en belangrijke partijstandpunten.
Kerken mogen ook politici laten optreden, mits hun toespraken vooral gaan over hun persoonlijk leven en het geloof en niet zozeer over hun politieke standpunten. Zo heeft de Democratische presidentskandidaat Kamala Harris op zondag 20 oktober (haar zestigste verjaardag) in twee Afro-Amerikaanse kerken in Atlanta een toespraak gehouden over de barmhartige Samaritaan. „De Samaritaan herinnert ons eraan dat het niet genoeg is om de waarden van mededogen en respect te prediken. We moeten ze naleven. Geloof is een werkwoord.” Zorgvuldig vermeed ze de naam van Donald Trump te noemen, maar ze waarschuwde wel voor mensen die „haat, chaos en verdeeldheid zaaien”.
Na afloop stonden onder het motto ”Souls to the Polls” bussen klaar die de kerkgangers naar het stemlokaal brachten, waar zij vroegtijdig hun stem konden uitbrengen. Dat is een rest van een gebruik in het zuiden van de VS. In de jaren 60, toen gestreden moest worden voor de rechten van de zwarte bevolking, zetten Afro-Amerikaanse kerken vaak bussen in om arme gemeenteleden naar locaties te brengen waar zij konden stemmen. De tegenstanders van gelijkberechtiging van de zwarte bevolking, die de touwtjes toen in handen hadden, kozen ervoor om de stemlokalen ver van de zwarte wijken te plaatsen. Bovendien was het in die tijd voor Afro-Amerikanen vaak veiliger om in groepen te gaan stemmen.
Maar niet alleen Harris sprak in kerken. Als onderdeel van de ”Believers and Ballotstour” bezocht Donald Trump vorige week de Christ Chapel Community Church in het plaatsje Zebulon (Georgia). Daar riep hij de aanwezige gelovigen op om toch vooral te gaan stemmen. Dat vindt hij hard nodig „want christenen zijn in het algemeen laks. Als ze allemaal gaan stemmen, zullen we zeker winnen.”
Ruimte
Dacus: „Er zit dus wel degelijk ruimte in het Johnson Amandement. Een predikant mag zelfs zijn persoonlijke voorkeur voor een politicus uitspreken, als hij dat maar niet vanaf de kansel doet. Vandaar dat Franklin Graham kan zeggen dat hij op Trump gaat stemmen.”
Toch zijn er die van deze regel af willen. Dat zijn voornamelijk conservatieven. Zij vinden dat door deze regel censuur op de inhoud van preken wordt toegepast. Ook Trump zit op deze lijn. Toen hij president was heeft hij daartoe voorstellen ingediend. Deze haalden het echter niet.
Tegenstanders van afschaffing wijzen erop dat het schrappen van de wet ook gevolgen kan hebben voor de campagnefinanciering. Als kerken of geestelijken geen beperkingen worden opgelegd, dan kunnen belastingvrije giften aan kerken weer gebruikt worden om een politieke kandidaat te steunen. Dat willen zij niet.
„De belastingdienst treedt eigenlijk nooit op tegen kerken die op de wettelijke grenzen zitten of er overheen gaan” - Jacob Neiheisel, hoofddocent politieke wetenschappen
Volgens Jacob Neiheisel, universitair hoofddocent politieke wetenschappen aan de Universiteit van Buffalo, is afschaffing van het amendement helemaal niet nodig omdat het een „tandeloze tijger” is. „De belastingdienst treedt eigenlijk nooit op tegen kerken die op de wettelijke grenzen zitten of er overheen gaan. Waar praten we over?”
Neiheisel noemt twee heel recente voorbeelden waarbij duidelijk de regels zijn overtreden. „In Detroit heeft dominee Lorenzo Sewell onlangs Donald Trump in zijn kerk ontvangen en de gelegenheid gegeven zijn beleidsplannen toe te lichten. En Jamal Bryant, baptistenpredikant in Stonecrest (Georgia), vertelde bij CNN onbeschaamd dat hij in een preek heeft opgeroepen een vrouwelijke kandidaat te steunen. En? Er gebeurde nadien niks.”
De politicoloog uit Buffalo vertelt dat Afro-Amerikaanse kerken in het algemeen vaker en vrijmoediger spreken over politiek en politici. Dat is volgens hem historisch goed te verklaren. „In de tijd dat de zwarte Amerikanen streden voor hun burgerrechten was de kerk de enige plaats waar politieke acties begonnen. En dat is zo gebleven.”
Zie ook (artikel Uitgelicht over rol kerken in verkiezingen VS)