De provincie Limburg heeft het aantal gevraagde asielopvangplekken net niet gevonden. De gemeenten zouden volgens de spreidingswet 5662 reguliere opvangplekken moeten regelen, maar komen er nog 256 tekort, blijkt uit het overzicht dat de commissaris van de Koning Emile Roemer naar asielminister Marjolein Faber heeft gestuurd.
Het gaat hierbij vrijwel alleen om plekken voor minderjarige asielzoekers (amv) die alleen naar Nederland zijn gekomen. Voor hen zijn 229 van de gevraagde 480 plekken nog niet geregeld. Voor deze jonge asielzoekers zijn speciale plekken nodig met strengere voorwaarden. Zo moet er begeleiding worden gegeven.
Van het totaal aantal gevraagde plekken in Limburg zijn er op dit moment al 3831 gerealiseerd, schrijft Roemer. Hij wijst erop dat de gemeenten waar de plekken worden gepland verschillende opvangperiodes hebben. Een paar gemeenten bieden meer of langduriger opvangplekken dan ze volgens de opgave zouden moeten en krijgen daarvoor extra geld van het Rijk.
De gevraagde opvangplekken moeten vanaf 1 juli 2025 beschikbaar zijn volgens de spreidingswet. Of dit doorgaat is nog de vraag, want het kabinet wil de wet zo snel mogelijk intrekken.
Roemer prijst de samenwerking tussen de Limburgse regio’s, de burgemeesters, wethouders, gemeenteraden en de asielopvangorganisatie COA om zoveel extra plekken te zoeken. Het zoeken houdt volgens hem ook niet op. Verschillende gemeenten overleggen nog met de provincie en het COA over nieuwe plekken.
Volgens de commissaris zijn niet alle opvangplekken tijdig gevonden, omdat vergevorderde plannen soms zijn gestrand door bezwaren van buurgemeenten. Ook de landelijke politieke plannen om de spreidingswet te schrappen zorgden voor onduidelijkheid, schrijft Roemer aan Faber. Ook de onzekere financiële situatie van locaties, zorgden voor terughoudendheid.