UNICEF blij met provinciale steun voor voortbestaan spreidingswet
UNICEF is blij dat de commissarissen van de Koning vrijdag nogmaals laten weten „onverkort achter de spreidingswet te staan”. De wet moet asielzoekers in kleinere centra verspreiden over het land. De organisatie die zich inzet voor kinderen op de vlucht meent dat jongeren baat hebben bij die kleinschalige opvanglocaties, omdat ze dan meer gezien worden en betere begeleiding kunnen krijgen.
In de ochtend werd bekend hoeveel reguliere opvangplekken de twaalf provincies in hun gemeenten gaan realiseren voor asielzoekers. Dat moet gebeuren om per 1 juli 2025 te voldoen aan de opgave van de spreidingswet. De provincies halen gezamenlijk 83 procent van de gestelde opgave. Hoewel UNICEF „verheugd” is „dat zoveel gemeenten en provincies voortvarend aan de slag zijn gegaan met plannen voor de asielopvang”, moedigt de organisatie hen ook aan „om door te gaan met het realiseren van plannen voor meer en betere asielopvang”.
Dat geluid hebben de commissarissen van de Koning vrijdagochtend bij het bekendmaken van hun opvangplannen ook laten horen. Ze willen dat het kabinet, die voornemens is de spreidingswet zo snel mogelijk af te schaffen, dat niet doet zolang er onvoldoende duurzame opvangplekken zijn in het land. Die boodschap „is goed nieuws voor kinderen”, aldus asielexpert van UNICEF Nederland Marlieke van Schalkwijk. „Op dit moment worden kinderen in de asielopvang veel verplaatst. Vaak van noodopvang naar noodopvang en zonder vroegtijdige aankondiging. Dat is heel schadelijk voor hun ontwikkeling.”
De spreidingswet moet voorzien in reguliere opvangplekken en het gebruik van noodlocaties als sporthallen en boten voorkomen. Die plekken zijn onder andere door inspecties meermaals bekritiseerd vanwege de slechte omstandigheden, zeker voor kinderen.