Zorginstelling probeert rooster zonder zzp’ers rond te krijgen
Nu er een einde komt aan het gedoogbeleid, zien zorginstellingen zich genoodzaakt hun zzp’ers te vervangen door vaste krachten. „Een grote uitdaging.”
De Belastingdienst gaat per 1 januari handhaven op zogeheten schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat organisaties niet langer gebruik mogen maken van zzp’ers die hetzelfde werk doen als vast personeel. Officieel mocht dit sinds 2016 al niet, maar er werd niet op gecontroleerd. De maatregel moet een einde maken aan onwenselijke situaties, zoals grote verschillen in salaris en andere arbeidsvoorwaarden.
Het overheidsbesluit raakt ook christelijke zorginstellingen, die in meerdere of mindere mate gebruikmaken van zzp’ers. Zo werken bij De Schutse, een organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking, zo’n vijftig zzp’ers. „Als zij wegvallen, betekent dat dat ik vijftig mensen moet zien te werven”, zegt bestuurder Kommer den Uil bezorgd. „We moeten hen ook nog inwerken. Dat is best een uitdaging.”
Vrijwel alle zzp’ers bij De Schutse hebben geen reformatorische identiteit. Zij komen daarom niet in aanmerking voor een vast contract. Den Uil: „We begrijpen dat de maatregel is bedoeld om werknemers te beschermen, maar het brengt ons wel in een lastige positie. Vaak hebben we geen andere keuze dan zzp’ers in te zetten, terwijl we graag meer vast personeel uit onze achterban zouden willen aantrekken.”
Het werven en behouden van personeel heeft bij De Schutse „topprioriteit”, zegt Den Uil. „Zo willen we de dienstroosters maximaal afstemmen op de wensen en behoeften van onze medewerkers, zodat voor hen werk en privé in balans blijven. Ook vragen we onze medewerkers via een enquête of ze nog nieuwe collega’s kennen en of ze ideeën hebben over hoe we ons werk leuker en beter kunnen maken. Als we de denkkracht van onze 700 medewerkers mobiliseren, kunnen we dit probleem met elkaar ondervangen.”
Uitzendkrachten
Adullam, dat eveneens gehandicaptenzorg biedt, maakt op dit moment gebruik van 35 mensen die als uitzendkracht of zzp’er in de zorg werken, ongeveer 5 procent van het totale personeelsbestand. „We zijn in beperkte mate van hen afhankelijk”, zegt bestuurder Bram Prins op zijn kantoor in Barneveld. Vooral in drukke periodes of bij veel ziekteverzuim komen de zelfstandigen van pas.
Een deel van de zzp’ers die bij Adullam werken heeft een reformatorische achtergrond. Zij kunnen daarom in principe solliciteren naar een vaste aanstelling. Prins verwacht dat een aantal mensen dat ook gaat doen. Anderen zullen ervoor kiezen om via een uitzendbureau aan de slag te gaan. Uitzendkrachten zijn echter fors duurder dan vast personeel, omdat ze 21 procent btw aan de Belastingdienst moeten afdragen en omdat het uitzendbureau ook een vergoeding wil.
Het afbouwen van het aantal zzp’ers past binnen de strategie van Adullam, zegt Prins. „Het liefst werken we alleen met mensen die onze identiteit en waarden delen.”
Dat geldt ook voor Charim, een christelijke organisatie voor verpleeghuiszorg, revalidatie en wijkverpleging in de regio Veenendaal en Zeist. „Zzp’ers kunnen hun vak uitstekend beheersen”, licht bestuurder Judith Poulus toe. „Maar wij vinden het ook heel belangrijk –zeker vanuit onze christelijke identiteit– dat je als zorgverlener een relatie opbouwt met je cliënten. Cliënten vinden het fijn om een vertrouwd gezicht te zien. Ook voor collega’s is het fijner om met een vast team te kunnen werken.”
Het gebeurt soms dat een niet-christelijke uitzendkracht of zzp’er bij de dagopening het gebed voorleest van een briefje, vertelde Prins in 2019 in een interview met het Reformatorisch Dagblad. „Het artikel heeft ons medewerkers opgeleverd”, blikt de bestuurder glimlachend terug. „Bidden vanaf een papiertje is bij ons een begrip geworden. Het komt nog wel voor. Al proberen we de dagsluiting door een eigen medewerker te laten doen.”
Pensioen
Prins geeft ook om andere redenen de voorkeur aan vast personeel. „Zzp’ers zijn kieskeurig en kunnen eisen stellen. Sommigen willen bijvoorbeeld niet in het weekend werken.”
Bovendien zijn er aanzienlijke verschillen in salaris, weet Prins. Het uurloon van een zzp’er kan volgens hem tot wel twee keer zo hoog liggen als dat van een vaste werknemer. Daar staat tegenover dat zzp’ers geen vakantiegeld krijgen en niet sparen voor hun pensioen. Vanwege het relatief hoge nettosalaris is het werk als zzp’er volgens Prins vooral populair bij jonge mensen, die vaak hoge vaste lasten hebben en zich nog niet zo bezighouden met hun pensioen.
Adullam bereidt zich voor op de aanstaande veranderingen. „We vragen zzp’ers met een reformatorische identiteit of ze bij ons in vaste dienst willen”, vertelt de bestuurder. „En we gaan vol aan de slag met een eigen flexpool. Die is bedoeld voor mensen die graag flexibel werken, bijvoorbeeld op wisselende locaties en dagen in de week. Op locatie Kroonheim hebben we daarmee geëxperimenteerd. Dat bleek verrassend goed te werken. Dankzij de flexpool konden we 95 procent van de diensten die openstonden door ziekte of uitval opvullen.”
Dit jaar heeft Adullam 15 procent minder gebruikgemaakt van zzp’ers en uitzendkrachten ten opzichte van een jaar eerder. Ook Charim schaalt de inzet van zzp’ers steeds verder af. „Als we deze zomer vergelijken met de zomer vorig jaar, hebben we hen voor een derde minder uren ingezet”, vertelt bestuurder Poulus. „Dat is voor ons een belangrijke stap.”
Charim zet vol in op het werven van zij-instromers. Mensen zonder zorgdiploma kunnen bij de organisatie een korte opleiding volgen. „Daarbij leren ze bijvoorbeeld hoe ze een prettige dag voor ouderen kunnen organiseren”, zegt Poulus. „Want niet voor elke zorgtaak heb je een gediplomeerde hbo-verpleegkundige nodig.” De inspanningen werpen vruchten af. „Elke maand verwelkomen we twintig tot dertig nieuwe collega’s. We hebben nu al vijf kwartalen meer instroom dan uitstroom.”
Intensieve zorg
Ook Zorggroep Sirjon, die op ruim twintig locaties zorg en ondersteuning biedt aan ouderen en mensen met een beperking, treft voorbereidingen voor de veranderingen die op stapel staan. „Op dit moment informeren we alle zzp’ers over de situatie”, vertelt bestuurder Ad Plomp. „Een deel van hen past bij onze achtergrond. Hun stellen we de vraag of ze in dienst willen treden.”
Plomp heeft begrip voor het besluit om te handhaven op schijnzelfstandigheid, maar vindt het ook een „grote uitdaging als we daadwerkelijk onze zzp’ers in relatief korte tijd moeten vervangen door vaste krachten”. Zorggroep Sirjon kampt –net als andere zorgorganisaties– met krapte op de arbeidsmarkt. „We weten nog niet hoe het uiteindelijk uitpakt, maar als onze zzp’ers in één keer zouden wegvallen, wordt het aanzienlijk lastiger om de roosters rond te krijgen.” De inzet van zzp’ers is volgens Plomp vooral van belang op locaties waar intensieve zorg nodig is en waar moeilijk vervulbare vacatures zijn.
Extramuraal
De overheidsmaatregel heeft minder gevolgen voor RST Zorgverleners, die onder meer kraamzorg en thuiszorg biedt. „We maken slechts beperkt gebruik van zzp’ers”, verklaart bestuurder Peter Boudewijn. Per jaar gaat het om hooguit 20 zzp’ers, die meestal niet fulltime werken, op een totaal van zo’n 1200 medewerkers.
Dat RST niet vaak een beroep doet op zzp’ers, heeft volgens Boudewijn te maken met het type organisatie. RST werkt extramuraal: bij mensen thuis. „Als we even te weinig capaciteit hebben in een team of regio, kunnen we zorg afschalen. Bij een intramurale instelling werkt dat anders. Je kunt niet tegen je bewoners zeggen: De komende week hebben we niemand in huis, dus je krijgt dan geen zorg.”
De zzp’ers die de RST inzet zijn volgens de bestuurder voornamelijk van reformatorischen huize. Ze zouden daarom in aanmerking kunnen komen voor een vast contract. Sommige contractvormen, zoals een jaarurencontract, bieden volgens Boudewijn ook de flexibiliteit waar zzp’ers waarde aan hechten.
Boudewijn maakt zich zorgen over een mogelijk effect van de maatregel: dat zzp’ers dit moment aangrijpen om te stoppen met werken in de zorg. „Dat we capaciteit verliezen in de zorg, vind ik wel een risico.”
Constructie
Kommer den Uil, bestuurder van De Schutse, heeft in overleg met juristen en fiscalisten een constructie bedacht waardoor hij volgend jaar toch zzp’ers kan inzetten. De zzp’ers dienen dan zelf invulling te geven aan een zogeheten cliëntplan, in plaats van dat een leidinggevende hun vertelt wat ze moeten doen. Ook vindt er dan geen dagelijks werkoverleg plaats, maar alleen af en toe een overleg waarin ze worden bijgepraat over de nieuwste ontwikkelingen binnen De Schutse. Bij deze manier van werken zou er geen sprake zijn van schijnzelfstandigheid.
Hoe zeker is het dat deze constructie juridisch door de beugel kan? „Juristen geven me geen 100 procent zekerheid”, zegt Den Uil. „Je weet het pas helemaal zeker als een rechter uitspraak doet. Maar volgens mij handelen we zo in lijn met de wet.”
Den Uil en Ad Plomp van Zorggroep Sirjon roepen de reformatorische achterban op een baan in de zorg te overwegen. Den Uil: „Persoonlijk vind ik dat we als reformatorische gezindte de plicht hebben om met elkaar de instellingen die de generaties voor ons hebben opgericht in stand te houden. Zodat we mensen een plek kunnen bieden waar ze zich thuis voelen. En dat we hen in alle eenvoud en liefde kunnen wijzen op de noodzaak van bekering.”
Plomp heeft daarnaast een boodschap aan de politiek: „Wetgeving kan goedbedoeld zijn, maar brengt in de praktijk vaak complexe situaties met zich mee. We vragen daarom om oplossingen die voor ons werkbaar zijn.”