Groot personeelstekort in refozorg: Soms leest uitzendkracht gebed voor van stukje papier
Het personeelstekort in de reformatorische gehandicaptenzorg groeit. Om de gaten te vullen, worden steeds vaker uitzendkrachten ingezet. Die hebben niet altijd een christelijke achtergrond. „Soms leest een uitzendkracht bij de dagopening het gebed voor van een stukje papier.”
Natuurlijk gebeurt het bovenstaande voorbeeld niet elke dag, zo benadrukt Bram Prins, bestuurder van de reformatorische gehandicaptenzorginstelling Adullam. Waar mogelijk proberen de zorgmanagers bij de dagopening vaste medewerkers op de woongroep te zetten, die bidden en zingen met de bewoners. Maar dit lukt niet altijd.
„Dat gaat mij aan het hart”, zegt Prins. „Natuurlijk gaan de uitzendkrachten op een respectvolle manier te werk. Maar ouders kiezen bewust voor Adullam vanuit hun identiteit. Dan wil je de zorg het liefst bieden met medewerkers die dezelfde achtergrond delen.”
Wat te doen als die medewerkers er niet zijn? Het is een vraag waar de bestuurder vrijwel dagelijks mee worstelt. Vooral op Kroonheim in Uddel en Maasheim in Puttershoek, locaties waar intensieve begeleiding wordt gegeven, is een groot gebrek aan personeel. Op sommige groepen met zeer intensieve begeleiding, is zo’n 50 procent van de medewerkers uitzendkracht.
Adullam is niet de enige zorgorganisatie met dit probleem. Siloah en De Schutse, de twee andere reformatorische instellingen voor gehandicaptenzorg, kampen ook met een personeelstekort. „Het is altijd al puzzelen geweest om de roosters rond te krijgen”, zegt Janneke Wouters, manager intensieve begeleiding bij De Schutse in Kesteren. „Maar de laatste tijd wordt het steeds moeilijker. Op dit moment wordt de helft van de diensten gedaan door vaste medewerkers, de andere 50 procent wordt ingevuld door uitzendkrachten en zzp’ers.”
Ook bij Siloah kost het de managers „de nodige hoofdbrekens” om de roosters te vullen. Binnen de teams met het grootste personeelstekort werken inmiddels zo’n 30 procent aan uitzendkrachten. Deels noodzakelijk, deels ook een bewuste keuze om de vaste medewerkers wat te ontzien. „Het gevaar bestaat dat collega’s nog een stapje harder gaan dan ze al lopen, dat ze uit motivatie of uit noodzaak extra diensten gaan draaien”, zeggen managers zorg Bauke de Jong en Johan de Graaf. „We moeten voorkomen dat ze overbelast raken. Dan zijn we nog verder van huis.”
Imago
De zorginstellingen proberen meer vast personeel te krijgen. Vacatures zijn er genoeg; wie op de websites van de organisaties kijkt, ziet tientallen opties. Het probleem is alleen dat er niemand reageert. Soms komt er één reactie, van iemand die verplicht moet solliciteren.
„Ik reken me rijk als er twee goede brieven binnenkomen”, aldus De Graaf van Siloah. „Maar dat gebeurt zelden.” De Jong: „We plaatsen gerichte vacatures vaak al niet eens meer. Dan nodigen we mensen uit om op gesprek te komen en dan kijken we welke functie het beste bij hem of haar past.”
Het tekort speelt vooral in de intensieve gehandicaptenzorg. Hoe kan het dat er zo weinig zorgpersoneel te vinden is voor die functies? Johan Riezebos, manager van Kroonheim in Uddel, vermoedt dat studenten minder vaak kiezen voor een baan in de gehandicaptenzorg. „Ik heb het idee dat de sector kampt met een imagoprobleem. Jongeren kiezen misschien eerder voor een baan in de jeugdzorg of de verslavingszorg. Dat spreekt meer tot de verbeelding.”
Bovendien stromen studenten breed uit. Er is veel werk, ze kunnen kiezen uit een grote hoeveelheid aan functies. Ook als ze een reformatorische achtergrond hebben, kiezen ze er niet per definitie voor om bij een reformatorische zorginstelling te gaan werken.
Daarnaast is er sprake van een andere trend: de marktwerking in de zorg. „Je ziet dat mensen er vaker voor kiezen om zzp’er te worden, dus als uitzendkracht aan de slag te gaan”, zegt Wouters van De Schutse. „Dan zijn ze vrijer. Ze kunnen meer verdienen en meer eisen stellen. Ze komen overal aan de bak omdat er zo’n tekort is.”
Volgens Wouters slaan sommige mensen hier een slaatje uit door voor zichzelf te beginnen en een bemiddelingsbureau op te zetten. „Ze weten dat daar de winst valt te halen. Maar dat maakt ons probleem alleen maar groter.”
Het probleem houdt zichzelf in stand; al willen ze het niet, de zorginstellingen moeten wel gebruik maken van uitzendkrachten om hun roosters rond te krijgen. Wouters: „Als zorgmanager kun je nog zoveel visie hebben, maar de stress om de tekorten doet een appel op je. We denken er allemaal hetzelfde over, tot er lege plekken in het rooster gevuld moeten worden. Dus dan vraag je die uitzendkracht weer.”
Psalmen
Alle drie de zorginstellingen voeren eerst een kennismakingsgesprek met nieuwe uitzendkrachten die binnenkomen. Die hebben bij hun bureau al gehoord dat het gaat om een reformatorische zorginstelling, dus ze weten dat er bepaalde eisen aan het werk verbonden zijn.
Vrouwelijke uitzendkrachten passen zich vrijwillig aan door een rok te dragen. Als het nodig is, gaan ze mee als begeleider naar de kerk. Of ze doen een dagopening of een avondsluiting.
Daarnaast proberen de organisaties zoveel mogelijk met dezelfde mensen te werken, zodat cliënten niet steeds een nieuw gezicht zien. Ook voor het vaste personeel is dat prettiger; op die manier kun je meer een team vormen.
De zorgmanagers benadrukken allemaal: niets ten nadele van uitzendkrachten. Ze leveren goede zorg, zijn respectvol en ze doen erg hun best. „Ik vind het mooi om te zien dat iemand tijdens een kerstbijeenkomst alle moeite doet om mee te zingen met de psalmen”, zegt De Jong van Siloah. „Daar heb ik bewondering voor, zeker omdat zo iemand dit van huis uit niet gewend is.”
Bovendien houden ze de medewerkers ook een spiegel voor. „Het leidt tot goede gesprekken”, aldus De Graaf van Siloah. „We kunnen mensen in aanraking brengen met het geloof.”
Toch blijft het knagen, vinden Prins en Riezebos van Adullam. Ze vragen zich af in hoeverre niet-christelijke uitzendkrachten antwoord kunnen geven op geestelijke vragen van cliënten. Riezebos komt met een concreet voorbeeld. „Wat ik zo mooi vind aan onze cliënten, is dat ze boem, recht voor zijn raap zijn. Ze hebben niets met sociale conventies. Een bewoner vroeg laatst ineens aan me: Kan ik bekeerd worden? Toen hadden we daar een goed gesprek over, waarin ik ook mijn kwetsbaarheid toonde. Later thuis vroeg ik me af: Wat als hij zo’n vraag stelt aan een uitzendkracht die op dat moment op de groep staat?”
Naast de identitaire zorgen zijn er andere redenen om bezwaar te hebben tegen de grote hoeveelheid aan noodzakelijke uitzendkrachten. Zo kosten ze meer geld. Prins: „We zijn bezig met de plannen voor volgend jaar en de kosten van uitzendkrachten drukken zwaar op de begroting. Gelukkig krijgen we veel financiële steun uit de achterban, maar dit is geen situatie die je jaren kunt volhouden. Op termijn heeft het gevolgen voor de manier waarop we zorg bieden.”
Voor de drie zorginstellingen is het best een stap om zo open te zijn over hun personeelstekort, al zijn de ouders volledig op de hoogte. „Ouders zien natuurlijk het liefst dat hun kind zorg krijgt van een groep vaste medewerkers, omdat ze langer werkzaam zijn en dit ten goede komt van de gehechtheidsrelatie met hun kind”, zegt Wouters van De Schutse. „In het begin hebben ze moeite met de inzet van zzp’ers. Ze willen zeker weten dat hun kind niets tekort komt. Maar op de lange termijn merken zij ook dat er qua zorg niet wordt ingeleverd.”
Bestuurder Prins spreekt er weleens over met ouders. „Dan hoor ik: als ik moet kiezen tussen een seculiere zorginstelling of Adullam met uitzendkrachten, dan kies ik toch voor Adullam.”
Mannen
De zorgmanagers doen er „alles” aan om te proberen het personeelstekort wat naar beneden te krijgen. Zo geven ze voorlichting op scholen, zijn er ambassadeurs aangesteld, krijgt personeel dat nieuwe mensen vindt een aanbrengbonus en proberen ze zij-instromers en herintreders enthousiast te maken voor een baan in de zorg. „Soms neem je ineens drie nieuwe mensen aan, dat geeft moed”, zeggen De Graaf en De Jong van Siloah. „Maar een week later kan het alweer anders zijn. Dan gaat een vaste kracht weg en heb je twee ziekmeldingen.”
De managers hebben het liefst dat er genoeg vast personeel is om de roosters op orde te krijgen. „Het zou fijn zijn als we alleen nog in noodgevallen of tijdens vakanties uitzendkrachten hoeven in te zetten. Maar dat is een utopie, het gaat niet lukken op korte termijn”, zegt De Jong.
Toch vinden ze het belangrijk om niet te negatief te zijn. Ze zien ook lichtpuntjes. Zo zijn er mensen die uitzendkracht waren, maar er bewust voor kiezen om weer de overstap te maken naar een vaste aanstelling. De Graaf: „Ze missen het onderdeel zijn van een team. Bovendien kun je in een team meer actief meedenken met het beleid en de zorgplannen.”
Ook Wouters van De Schutse hoopt dat ze in de toekomst minder afhankelijk is van uitzendkrachten. „Het zou mooi zijn als het allemaal wat ruimer is, zodat de werkdruk niet zo hoog is. Bovendien is er dan meer tijd over om extra dingen te doen met de cliënten.”
Riezebos van Adullam zou graag zien dat er meer mannen in de zorg komen werken. Zelf maakte hij een paar jaar geleden bewust de overstap vanuit de zakelijke dienstverlening naar een zorgbaan. „Je ziet bij reformatorische zorginstellingen vaak weinig mannen. Jammer, want vrouwen en mannen geven andere vormen van zorg. Vrouwen zijn vaak wat zorgzamer. Een man op de groep kan goed zijn voor de cliënten, om een beetje te stoeien en te voetballen. Je hebt beide kanten nodig en het evenwicht is nu een beetje zoek.”
Afhankelijk
Ondanks alle zorgen zien de zorgmanagers in het personeelstekort een „les in afhankelijkheid”. „We kunnen puzzelen tot en met, maar niet alles is maakbaar”, zegt De Graaf van Siloah. „De zorgvraag neemt alleen maar toe. Ik vraag me weleens af: als we een nieuwe locatie openen, hoe komen we dan aan personeel? Het is nu al zo moeilijk. Toen zei een familielid: Als God ruimte geeft voor een nieuwe locatie, zou Hij dan geen ruimte geven voor nieuw personeel? Dat zouden we dagelijks tegen elkaar moeten zeggen.”
De echte naam van Janneke Wouters is bij de redactie bekend.