Volgens de raad moeten leerlingen en hun ouders onder meer betalen voor „een laptop, kleding voor bepaalde vakken of opleidingen, excursies of de vrijwillige ouderbijdrage”. Op mbo’s zijn ouders jaarlijks gemiddeld 1429 euro kwijt aan schoolkosten, op middelbare scholen gaat het om gemiddeld 842 euro per schooljaar. „Een fiks bedrag, maar zeker voor degenen die te maken hebben met armoede”, stelt de raad. Die wil dat er een maximumbedrag komt voor de ouderbijdrage, en dat die ook echt vrijwillig is.

Een ander probleem is de kwaliteit van het onderwijs, zegt de Onderwijsraad. In arme wijken zijn scholen gemiddeld slechter dan in rijkere wijken. Door het lerarentekort staat er op zulke scholen vaker een meester of juf voor de klas die niet de juiste papieren heeft. Daardoor krijgen kinderen in die buurten minder goed onderwijs en minder begeleiding. Ze lopen achterstanden op en die belemmeren hun kansen op een goede opleiding. De raad wil dat schoolbesturen „zorgen voor een eerlijke verdeling van leraren”.

De Onderwijsraad zegt dat er veel aandacht is voor kinderen in armoede op de basisschool, maar minder aandacht voor arme kinderen op de middelbare school en het mbo. Met name de mbo’ers zijn volgens het onderzoek „een vergeten groep”. De enige hulp die zij kunnen krijgen, is ‘financiële educatie’ om ze te leren hoe ze schulden kunnen voorkomen. Op zich is die kennis voor elke scholier nuttig, zegt de raad, maar het helpt jongeren die al in armoede zitten niet bij hun schoolloopbaan.