Zorg-zzp’ers vrezen de belastingdienst; is de zzp’er in de zorg straks verleden tijd?
Zorgorganisaties hopen dat strengere controle door de belastingdienst zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) zal motiveren om in dienst te komen. Maar het gevaar bestaat dat ze in plaats daarvan de zorg verlaten.
Een goede verzekering en pensioenopbouw, geen gedoe meer met administratie, vakantietoeslag en gratis trainingen. De Drentse zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking Vanboeijen wijdt op de website een hele pagina aan de voordelen van een vast dienstverband. De opsomming moet zelfstandigen ervan overtuigen dat ze misschien toch beter voor een dienstverband kunnen kiezen. „Uiteraard ben jij degene die de keuze maakt”, staat er. „We gaan ons best doen ons zo aantrekkelijk mogelijk te maken.”
„Iemand die even binnenkomt en weer verdergaat, kan niet altijd de kwaliteit zorg leveren waar we op hopen” - Yonas Tewelde, bestuurder bij Vanboeijen
Vanaf 1 januari 2025 gaat de belastingdienst strenger controleren of zzp’ers wel werkelijk ondernemer zijn. Al jaren staat onder meer in de wet dat ze meerdere opdrachtgevers moeten hebben, en zelf hun werktijden moeten kunnen bepalen. Maar tot nu toe werd niet of nauwelijks gehandhaafd op de zogenoemde schijnzelfstandigheid. Nu dat wel gaat gebeuren hopen werkgevers dat het zzp’ers een zetje geeft richting vaste dienst.
„Een passant, iemand die even binnenkomt en weer verdergaat, kan niet altijd de kwaliteit zorg leveren waar we op hopen”, zegt Yonas Tewelde, bestuurder bij Vanboeijen. De bewoners van de verschillende locaties in onder meer Meppel en Assen hebben vaak een complexe zorgvraag. Bijvoorbeeld een verstandelijke beperking in combinatie met gedragsproblematiek. Dan is het belangrijk dat cliënt en zorgverlener elkaar goed leren kennen, benadrukt de bestuurder.
Schijnzelfstandigen
Het is de reden dat Vanboeijen al zeker een jaar actief gesprekken voert met zzp’ers die de organisatie inhuurt, om te polsen of ze ook openstaan voor andere contractvormen. Nu de belastingdienst de druk opvoert, volgen verschillende zorgorganisaties dat voorbeeld, bevestigen brancheverenigingen.
Het aantal zzp’ers in de zorg is de laatste jaren flink toegenomen. Vorige week bleek uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat het aantal medewerkers met een vast dienstverband is gegroeid, ook in de zorg, maar die groei ging niet ten koste van het aantal zelfstandigen. Er werken zo’n 180.000 zelfstandigen in de zorg. Ongeveer driekwart van hen heeft geen personeel in dienst en is dus zzp’er (zie ”180.000 zelfstandigen, waarvan driekwart zzp’er”).
„Werkgevers willen het aandeel flexibele krachten al langer terugdringen” - Theo van Uum, directeur Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
Zo’n 11 procent van het totale aantal zorgverleners is zzp’er, maar het aandeel verschilt sterk per zorgtak. Onduidelijk is hoeveel van de zorg-zzp’ers volgens de belastingdienst schijnzelfstandigen zijn. Als de belastingdienst bepaalt dat sprake is van een verkapt dienstverband, dan kan zowel de zzp’er als de opdrachtgever een boete of navordering krijgen.
Werkgevers willen het aandeel flexibele krachten al langer terugdringen, zegt Theo van Uum, directeur van Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en woordvoerder namens de overkoepelende brancheorganisaties in de zorg. Omdat vaste gezichten de kwaliteit van zorg ten goede komen, maar ook omdat zzp’ers en uitzendkrachten duurder zijn dan vast personeel.
Ook hij ziet dat de aangekondigde handhaving het vraagstuk urgenter maakt en ervoor zorgt dat zzp’ers meer dan eerder openstaan voor een gesprek. Van Uum: „Het is nog te vroeg om er cijfers op te plakken, maar we krijgen zeker signalen dat zzp’ers bereid zijn om terug te keren.”
Stappenplan
Hoe groot die groep terugkeerders zal zijn is nog zeer de vraag. Uit een enquête van het onlineplatform zzp-erindezorg.nl onder ruim 800 zelfstandigen in de zorgsector, blijkt dat een groot deel van de zzp’ers helemaal niet zit te wachten op een vaste baan. Gevraagd of ze weleens een dienstverband overwegen zegt bijna 80 procent van de ondervraagden dat absoluut geen optie te vinden. Zij willen ook onder de strengere regels zzp’er blijven, of geven aan te overwegen de zorg in het geheel te verlaten.
Werkgevers zijn zich ervan bewust dat ze niet helemaal zonder zzp’ers zullen kunnen. Dat blijkt wel uit het feit dat brancheorganisaties in de zorg gezamenlijk een stappenplan opstelden, dat hun leden moet helpen zich voor te bereiden op de strengere controles van de belastingdienst. Het zogenoemde fiscaal kompas is er gekomen met hulp van adviesbureau Deloitte en bevat onder meer een voorbeeldovereenkomst en uitleg over hoe de zorgorganisaties kunnen controleren of de afspraken die ze met zzp’ers hebben gemaakt wel voldoen aan de regels.
Volgens Theo van Uum doet het document niets af aan het streven naar méér vaste medewerkers. „We willen het aandeel zelfstandigen en uitzendkrachten terugdringen”, zegt hij. „Maar soms heb je ze tijdelijk wel nodig. Bij piekdrukte of ziekte, of omdat je specifieke kennis nodig hebt. Als je ze dan toch inhuurt, is het belangrijk dat het zorgvuldig en in lijn met de wet gebeurt.”
Ook Yonas Tewelde van Vanboeijen benadrukt dat hij echt niet van alle zzp’ers af wil. „Het is fijn om een buitengewoon kleine flexibele schil te hebben”, zegt hij. „Maar we moeten terug naar werkbare proporties.”