De situatie bij afvalcentrum en stortplaats Selibon op Bonaire is „zorgwekkend, complex en urgent”, concludeert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in een rapport. Volgens de inspectie nemen de risico’s voor het milieu wekelijks toe, waaronder voor lucht, bodem, grondwater en brand. Door tekortkomingen rond vergunningen, toezicht en handhaving zijn er „aanzienlijke milieurisico’s” en „mogelijke risico’s voor de volksgezondheid”.
De afvalplek heeft bepaalde vergunningen niet, geen omheining en het storten vindt „vrijwel ongecontroleerd plaats”, concludeert ILT na onderzoek eind augustus. Er staan negen ongekoelde zeecontainers met daarin biomedisch afval dat niet verbrand kan worden. Dit afval zit bovendien deels in afgesloten vaten en deels in plastic afvalzakken verpakt. Er komen meer containers (in slechte staat) bij en een deel staat er al langer dan een jaar.
Ook zijn er negentien containers met asbesthoudend materiaal, waarvan een deel onvoldoende verpakt buiten heeft gelegen. Schadelijke stoffen kunnen daardoor via het regenwater naar de bodem en het oppervlaktewater spoelen. Volgens een studie zou het zeewater in een baai dichtbij verontreinigd zijn met onder andere zware metalen. Sinds maart dit jaar zijn er daarnaast meerdere branden, waarvan een deel nog niet volledig geblust is en daardoor „voortdurend nieuwe brandjes ontstaan” met rook- en stankoverlast tot gevolg, aldus de ILT.
De inspectie deelt de bevindingen met de waarnemend Rijksvertegenwoordiger in Caribisch Nederland, Jan Helmond. Die zet zich onder andere in voor de veiligheid van de drie eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Helmond kan naar aanleiding van de bevindingen vervolgstappen nemen bij het afvalcentrum.