Smartphones zijn als drugs. Superverslavend en enorm schadelijk, vooral voor de mentale gezondheid van jongeren. Dat is de sombere hoofdboodschap van ”Generatie angststoornis”, het inmiddels beroemde boek van psycholoog Jonathan Haidt. Maar er is hoop. Er zijn jongeren die alles op alles zetten om geen slaaf van de smartphone te worden. En het goede nieuws is: het lukt ze.
Zullen we weer buiten spelen? Die vraag stond op 25 mei boven het RDMagazine-artikel waarin het boek van Jonathan Haidt besproken werd. Vroeger speelden kinderen en jongeren buiten. Maar generatie Z –geboren vanaf 1997, puberend vanaf de tijd dat de smartphone gemeengoed werd– doet geen verstoppertje meer. Deze generatie verstopte zich achter beeldschermpjes, of werd daar door hun opvoeders achter gezet. En dat heeft dramatische gevolgen voor hun ontwikkeling en mentale gezondheid, stelt Haidt.
Recente cijfers zeggen dat bijna de helft van de Nederlandse jongeren zich gestrest voelt, 43 procent ervaart eenzaamheid, 33 procent heeft psychische klachten. Het aantal jongeren dat zich door slaapproblemen belemmerd voelt, was in 2022 twee keer zo hoog als in 2017. Cijfers over concentratieproblemen en schoolverzuim tonen eenzelfde tendens. Vooral statistieken over suïcide zijn schrikbarend. Van de twintigers die de afgelopen vier jaar stierven, kwam 31 procent door zelfdoding om het leven. Twintig jaar geleden lag dat percentage op 17 procent, in de jaren zeventig op 9 procent.
In ”Generatie angststoornis” betoogt Haidt dat smartphones en sociale media grote veroorzakers van die psychische problemen zijn. Zijn boek kreeg het afgelopen halfjaar veel bekendheid. In Nederland was dat onder meer te danken aan psycholoog Esther van Fenema, die in De ongelooflijke podcast van de EO de boodschap van het boek vurig bepleitte. In de op 28 april gepubliceerde aflevering stelt ze samen met presentator David Boogerd en theoloog Stefan Paas eerst de problematiek aan de kaak. Daarna spreekt het drietal over mogelijke oplossingen. Van Fenema spreekt daarbij hoopvol: „Jongeren zijn echt wel creatief in staat om te kijken: Wat is the way out? Hoe moeten we hiermee omgaan?”
Schermtijd
Is er inderdaad een uitweg? Wat doen jongeren om geen slaaf van hun smartphone te worden? Welke (radicale) acties ondernemen ze om hun schermtijd omlaag te brengen? Die vragen stelde de redactie van RDMagazine in een oproep bij het artikel ”Zullen we weer buiten spelen?”. Er reageerden acht jongeren; acht leerzame verhalen kwamen de redactiemailbox binnen.
Vijf van de reagerende jongeren waren bereid hun ervaringen te delen. Ze stonden geen van allen te popelen om met hun naam in de krant te staan. Toch doen ze het. Omdat ze leeftijdsgenoten willen helpen.
Of om te laten zien dat je ook zonder kunt. Jannine van Hoef (19) uit Bennekom heeft namelijk geen smartphone. „Nooit gehad ook. Mijn ouders zijn ertegen. Als scholier heb ik een enkele keer gedacht: ah, waarom mag ik er geen? Maar achteraf gezien ben ik er heel blij mee dat mijn ouders dit voor mij hebben besloten.”
Een andere mobiele telefoon bezat Jannine lange tijd ook niet. Toen ze voor haar opleiding verzorgende IG stage ging lopen, had ze er een nodig en schafte een Nokia aan.
„Als je vertelt dat je geen smartphone hebt, denken ze dat je een grapje maakt” - Jannine van Hoef, smartphoneloze
Sociale media heeft ze nooit gehad. „Ooit heb ik het wel overwogen, maar die gedachten duwde ik snel weer weg. Ik wist dat mijn ouders het niet goed zouden vinden, en dat het niet goed voor me zou zijn.” Ze is blij er nooit aan begonnen te zijn. „Ik heb het idee dat ik zelfstandiger keuzes maak dan veel leeftijdsgenoten, doordat ik veel minder beïnvloed word door wat anderen denken en doen. Bijvoorbeeld op het gebied van kleding of vrijetijdsbesteding.”
Toen de Bennekomse naar het voortgezet onderwijs ging, werd er niet gediscussieerd over telefoonbezit. „Ik had erover kunnen beginnen, maar ik wist toch al wat de uitkomst zou zijn. Mijn hele opvoeding was doortrokken van de Bijbelse notie dat je als christen anders bent dan de wereld en dat je je dus niet onnodig moet inlaten met de ijdelheden van de seculiere wereld. De smartphone heeft vast wel pluspunten, maar de nadelen ervan zijn zo groot dat mijn ouders hun kinderen daartegen wilden beschermen.”
Dat iedereen ervan uitgaat dat je een smartphone hebt, ervaart Jannine als een groot nadeel. Tegen iedereen die ze haar nummer geeft, zegt ze dat er met haar niet te appen valt. „Als je dan vertelt dat je geen smartphone hebt, denken ze dat je een grapje maakt. En ze kijken erbij alsof ik uit de steentijd kom.” Die reactie komt ze vooral bij mensen van middelbare leeftijd tegen. „Leeftijdsgenoten reageren vaker geïnteresseerd. Soms merk ik dat zij ook verlangen naar de rust van een smartphoneloos leven.”
Die rust was voor de zorgmedewerker een reden om, toen ze achttien werd, te besluiten geen smartphone aan te schaffen. „Als ik mijn leven vergelijk met dat van mensen met een smartphone, merk ik dat ik veel meer tijd en rust heb. Bijvoorbeeld om vrijwilligerswerk te doen, boeken te lezen of langs de weg afval op te ruimen. Mensen vragen me weleens waar ik de tijd vandaan haal om dat naast mijn werk te doen. Nou, als ik hoor hoeveel tijd sommigen achter een scherm zitten, dan vraag ik me hetzelfde af.”
Naast deze praktische argumenten is het vooral een principiële reden die Jannine deed besluiten geen smartphone te nemen. „Voor mij is 1 Korinthe 10:31 daarbij heel belangrijk: „Doet het al ter ere Gods.” Een smartphone zou het voor mij denk ik moeilijker maken om tot eer van de Heere te leven. Waarmee ik niet wil zeggen dat dit voor iedereen geldt, hoor.”
Lusteloos
Robert Verschoor (19) uit Hillegom heeft wel een smartphone. Toen hij vijftien was, kreeg hij de oude Samsung A3 van zijn broer. Bij hem thuis zijn er een paar duidelijke regels: „We gebruiken onze telefoon eigenlijk alleen in de huiskamer. Onder het eten zitten we er niet aan. En zaterdagavond vanaf zeven uur en zondag laten we hem uit.”
Ondanks deze beperkingen kwam Robert anderhalf jaar geleden tot de ontdekking dat hij „toch wel een beetje verslaafd” was aan zijn smartphone. Die ontdekking kwam geleidelijk. „Ik las in tijdschriften steeds meer over de negatieve gevolgen van de smartphone, en herkende die. Zo ging ik er steeds meer over nadenken.”
Wat de student civiele techniek bijvoorbeeld herkende: dat een smartphone je mentale welbevinden negatief beïnvloedt. „Meestal was mijn schermtijd zo’n anderhalf uur, maar er waren ook wel uitschieters naar drie uur. Vooral op die dagen voelde ik me lusteloos.” Ook de behandeling van de Tien Geboden in de kerk zorgde voor de bewustwording dat hij zijn smartphonegebruik moest matigen. „Bij veel van de geboden was makkelijk de vertaling naar mijn telefoongebruik te maken. Neem bijvoorbeeld: „Gij zult niet begeren.” Nou, de smartphone en sociale media zijn non-stop bezig om je wat dat betreft te verleiden.”
„Ik probeerde mijn smartphonegebruik te toetsen aan deze vier vragen: Is het goed? Is het nuttig? Is het waarheid? Kan Gods zegen erop rusten?” - Robert Verschoor, student civiele techniek
Het moet anders, constateerde Robert. Hij dacht na over maatregelen. „Daarbij probeerde ik mijn smartphonegebruik te toetsen aan deze vier vragen: Is het goed? Is het nuttig? Is het waarheid? Kan Gods zegen erop rusten? Ik had bijvoorbeeld een Facebookaccount. Niet dat ik er veel gebruik van maakte, maar af en toe liet ik me er toch toe verleiden om op mijn tijdlijn te scrollen. Is mijn Facebookgebruik goed? Meestal niet. Is het nuttig? Vrijwel nooit. Is het waarheid? Op sociale media komt veel langs wat nep is. Kan Gods zegen erop rusten? Volgens mij niet. Dus verwijderde ik de Facebook-app.”
Om zijn telefoongebruik paal en perk te stellen, schakelde Robert ook een apptimer in. Daarmee kun je een maximumaantal gebruiksminuten per app instellen. Maar het werkte niet naar tevredenheid. „Je kon de timer te makkelijk omzeilen.” Een radicalere stap volgde. In de zomervakantie van 2023 liet de Hillegommer zijn telefoon een week uit. „Ik was benieuwd wat dat met me zou doen, en ik wilde bewijzen dat ik nog zonder kan.” Het lukte de student om zijn telefoon een week lang niet aan te raken. „Het voelde heel apart. Normaal gesproken had ik anderhalf uur gevuld met mijn telefoon. Nu was er dus een gat in de tijdsbesteding.”
Meer maatregelen volgen. Robert schakelt alle meldingen uit. „Als ik mijn telefoon opende, zag ik altijd allerlei meldingen, vooral over nieuwe appjes. Die tik je vaak meteen aan. Daardoor was ik snel afgeleid. Door meldingen uit te schakelen, voorkom je dat.”
Een goed alternatief zoeken helpt ook, zegt Robert. „Een goed boek lezen is voor mij een goede manier om van mijn telefoon af te blijven. Wat een goed alternatief is, zal per persoon verschillen, maar het is belangrijk om iets te zoeken wat verveling voorkomt.”
Helemaal zonder telefoon kan Robert niet vanwege zijn stage. „En de kans is natuurlijk groot dat ik er later voor mijn werk ook eentje moet hebben. Maar ik zou eigenlijk wel helemaal zonder willen. Want ik ervaar toch dat de smartphone in zekere mate een middel in de hand van de duivel is om je genadetijd te verspillen, en als kanaal om je blik op de wereld te richten.”
De ervaring dat de smartphone een grote verleider is, heeft Joost van Koeveringe (26) uit ’s-Gravenpolder ook. Sinds klas 3 van de middelbare school heeft hij een telefoon. „Toen was ik er niet heel veel mee bezig. Het was vooral fijn om met vrienden via WhatsApp contact te kunnen hebben. Ik had ook wel Facebook – dat had ik al eerder aangemaakt, in de mediatheek van het Calvijn College. Dat was een soort spannend, want thuis was het min of meer taboe.”
Ook met Facebook doet de toenmalige inwoner van Krabbendijke niet veel. Bij Instagram ligt dat anders. „Dat kwam in de mode toen ik zestien of zeventien was. In het begin was het wel aardig. Je kon bekenden volgen, waardoor je op de hoogte bleef. Je wist ineens met wie een dorpsgenoot verkering kreeg, naar welke plek een familielid op vakantie ging, of wanneer een klasgenoot jarig was.”
Dat relatief onschuldige karakter van Instagram veranderde, vertelt Joost. „Op een gegeven moment kreeg je de mogelijkheid om alles te zien van openbare profielen. Dus wat je voorbij zag komen, bleef niet langer beperkt tot je eigen kringetje, maar de hele wereld presenteerde zich aan je. Daar was ik echt niet tegen bestand. Instagram werd een onuitputtelijke bron van allerlei goede en slechte dingen, waarbij het slechte domineerde.”
De stroom aan beelden en teksten zorgde ervoor dat de Zeeuw veel tijd aan zijn telefoon begon te spenderen. Soms was hij een uur aan het scrollen. „Maar als mijn telefoon op zwart ging, bleef het in mijn hoofd doorgaan. Als ik ’s avonds uit mijn Bijbel en dagboek las en een gebed deed, gingen mijn gedachten vaak naar wat ik qua vakantie of hobby nog wilde doen. Het slokte de ruimte in mijn leven, in mijn ziel, op.”
„Het probleem met sociale media is dat ze je hart vullen, terwijl het hart daarmee niet vervuld kán worden” - Joost van Koeveringe, jonge vader
Het onzinnige en tijd slurpende gebruik van Instagram zit Joost op een gegeven moment niet lekker. „Ik besefte dat het zonde was. Toch bleef het trekken. Ik kon er maar geen afscheid van nemen, terwijl mijn geweten zei dat het weg moest.”
Door een preek over de woorden ”Volg gij Mij” komt hij vijf à zes jaar geleden toch los van het sociale medium waar hij naar eigen zeggen verslaafd aan was. Hij ervaart het als een bevrijding. „Het probleem met sociale media is dat ze je hart vullen, terwijl het hart daarmee niet vervuld kán worden. Het laat altijd een leegte achter, die je daarna weer opvult met een nieuwe dosis waardeloze informatie. De leegte in het hart kan alleen vervuld worden door de genade van God, door Hem Zelf. Als je dat uit genade mag kennen, dan verdwijnt de behoefte om je met zinloze zaken bezig te houden – hoewel je oude mens die zondige neiging nog wel kan hebben.”
Als ouders van jonge kinderen denken Joost en zijn vrouw nu al na over manieren om hun kroost te beschermen tegen de gevaarlijke kanten van de smartphone. „Mijn eigen ouders heb ik zoekend hun best zien doen om hun kinderen ervoor te bewaren, maar voor hen was de smartphone een ongrijpbaar, onbekend en eng iets. Wij kennen de gevaren wel, dus hebben we ook de verantwoordelijkheid om daarnaar te handelen.”
Afleiding
Ouders voor wie de smartphone iets onbekends is, daar heeft Lynn van Pagee (15) niet mee te maken. Zij kreeg een iPhone 8 toen ze naar de eerste klas van de middelbare school ging. „Maar mijn ouders houden heel goed in de gaten wat ik doe. Ze controleren bijvoorbeeld mijn appjes, ik krijg maximaal een uur schermtijd per dag, en ’s nachts moet hij uit. Ook moet ik zaterdagavond mijn telefoon inleveren; maandagochtend krijg ik hem weer terug.”
„Zondag is de rustdag. Een telefoon kan veel onrust geven. Dus het is goed om hem dan uit te zetten” - Lynn van Pagee, scholier
Het kost de in het Zeeuwse Oostdijk woonachtige scholier weinig moeite zich aan de regels te houden. Sommige vindt ze zelfs fijn. Dat ze haar telefoon op zondag niet mag, bijvoorbeeld. „Zondag is de rustdag. Een telefoon kan veel onrust geven. Dus het is goed om hem dan uit te zetten, zodat je ook meer tijd hebt om met dingen van de Heere bezig te zijn.”
In de drie jaar dat ze een telefoon heeft, ontdekte Lynn dat het apparaat voor veel afleiding kan zorgen. Als ze huiswerk maakte, legde ze haar iPhone eerst altijd op haar bureau. „Maar ik kon mijn aandacht toen nooit goed bij het huiswerk houden. Steeds als het scherm van m’n telefoon oplichtte, wilde ik meteen kijken wat er binnenkwam. En voor ik het wist, was het een kwartier later en zat ik nog steeds te appen.”
Tijdens een voorlichting op school wordt de leerling van het Calvijn College verteld wat die afleiding met het leerproces doet. „Daar werd uitgelegd dat je dingen slecht onthoudt als je tijdens het leren af en toe op je telefoon gaat zitten. Wat je hebt geleerd, wordt dan door je telefoon meteen weer uit je geheugen verwijderd.”
Na de voorlichting onderneemt de vwo’er actie. Om van de verleiding af te zijn, doet ze haar telefoon sindsdien in een laatje dat in haar pennenbakje zit. „Dat is het telefoonlaatje geworden. Als mijn iPhone daarin ligt, is hij uit het zicht en heb ik ook geen sterke neiging om hem te pakken.”
Het voorkomen van een verslaving doet Lynn ook door zo min mogelijk apps te installeren. „Ik heb geen Instagram, Snapchat of TikTok. Mijn ouders willen dat ook niet, en dat vind ik wel prima. Met WhatsApp en een paar nieuws- en weerapps red ik me ook wel. Als ik meer apps installeer, weet ik zeker dat die veel extra tijd opslokken. En dat wil ik niet.”
Of de Zeeuwse scholier liever zonder smartphone zou willen? „Nee, want het is op zich een mooie uitvinding. Je kunt er mooie foto’s mee maken, bijvoorbeeld. En er zijn ook andere goede toepassingen. Het kwaad zit niet zozeer in de telefoon, maar in de gebruiker ervan.”
Het perfecte leven
Dat is Robert van Manen (19) met zijn provinciegenoot eens. De inwoner van Krabbendijke heeft momenteel zijn vierde telefoon. „De eerste twee waren afdankertjes van mijn broers, de derde een tweedehands exemplaar via Marktplaats.” Een jaar geleden stond hij in dubio: „Of een simpele Nokia, of een goede smartphone.” Het werd een nieuwe Samsung. „Vanwege de camera; ik maak graag foto’s. En omdat ik in die tijd een bijbaan kreeg waarvoor ik veel op de weg zit en een navigatiesysteem nodig heb.”
Sociale media heeft de student onderwijsassistent niet. „Behalve WhatsApp dan. Maar Facebook, Instagram of Snapchat heb ik nooit gehad.” Negatieve gevolgen die deze media op de mentale gezondheid zouden hebben, heeft hij daarom nooit ervaren. „Maar ik kan me er alles bij voorstellen dat je er psychische problemen van krijgt als je steeds geconfronteerd wordt met het zogenaamd perfecte leven van anderen, en als je je eigen leven als perfect wilt presenteren.”
„Het perfecte leven is niet te vinden op je telefoon, maar in de Bijbel”, benadrukt Robert. „Een leven naar Gods Woord en Zijn geboden is zo vreugdevol. Dat geeft geen psychische problemen, maar een diepe blijdschap.” De Zeeuw heeft vaak ervaren dat zijn telefoon die blijdschap bedreigt. „Tot een jaar geleden waren er periodes dat ik continu de neiging had om dat ding te pakken. Om nieuws te lezen, bijvoorbeeld. Als ik aan die neiging toegaf, werden mijn gedachten gevuld met allerlei zaken, behalve met het dienen van de Heere.” In die periodes voelde Robert zich „een soort slaaf” van zijn telefoon. „Onbewust ben je het heel snel; dan heeft dat ding meer controle over jou dan je denkt.”
Een jaar geleden veranderde zijn houding ten opzichte van zijn Samsung. Onder meer door wat hij tijdens een belijdeniscatechisatieles hoort. „Het ging over de televisie; is dat een venster op de wereld of een venster naar boven? Meteen moest ik aan mijn telefoon denken. Ik dacht: ik moet er alles aan doen om te zorgen dat dat geen venster naar de wereld wordt. Toen heb ik een appblocker geïnstalleerd, waarmee bijvoorbeeld YouTube geblokkeerd is.”
Robert legt zichzelf ook andere beperkingen op. Om ervoor te zorgen dat zijn telefoon niet op zijn slaapkamer hoeft te overnachten, koopt hij een wekker. „Zo voorkom je dat de eerste handeling die je op een dag doet, het pakken van je telefoon is. Vaak als ik mijn wekker uitdrukte, zag ik toch allerlei berichtjes die ik dan ging bekijken. Zo hoort een dag niet te beginnen. Koop allemaal een wekker, is mijn advies.”
„Te veel met je telefoon bezig zijn, is gewoon zonde. En daar moeten we vuurbang voor zijn” - Robert van Manen, student onderwijsassistent
Door zichzelf beperkingen op te leggen, ervaart Robert dat de trekkracht van zijn telefoon minder sterk is geworden. Vindt hij het niet zwaar om op zo’n manier met zijn smartphone om te gaan? „Te veel met je telefoon bezig zijn, is gewoon zonde. En daar moeten we vuurbang voor zijn. Mijn vlees jankt ook echt wel naar de zonde; ik ben geen haar beter dan anderen. De zonde doden is een strijd, dat gaat niet vanzelf. Maar het is wel een strijd die het waard is om gestreden te worden.”
Psalm 19 vindt Robert een toepasselijke psalm bij het thema. „Neem bijvoorbeeld vers 5, berijmd. De duivel wil je doen geloven dat wat je op je smartphone ziet, het fijnste goud op aarde is. Maar hij liegt; het sleept je naar de ondergang. Alleen het vrezen van de Heere opent een fontein van heil dat nooit vergaat.”