Nehemia legt de spot en de vijandschap in Gods hand.  Door Gods genade wordt de muur van Jeruzalem voor de helft herbouwd. De vijanden zijn woedend. Zij bundelen hun krachten. Ze willen van vier kanten Jeruzalem aanvallen. De biddende bouwer pleit met zijn volk op Gods beloften. Heere, laat nooit die boze vijand toe dat hij ons enig hinder doe.

Nehemia is evenwel niet roekeloos. Hij blijft waakzaam. Hij zet wachtposten uit rondom Jeruzalem. Nehemia wordt ook geconfronteerd met een vijand van binnenuit.  Onder de bouwers ontstaat ineens een geest van moedeloosheid. Dit is een ernstige situatie. De stemming is omgeslagen. De moedeloosheid krijgt voedsel door de negatieve berichten van de Joden die buiten de stad wonen over de oprukkende vijanden.

Nehemia is er diep van doordrongen dat alleen de Heere uitkomst kan geven. Hij zoekt steun bij zijn sterke God. Hij ziet op de levende God. Nehemia wijst zijn volksgenoten op de Heere. „Vreest niet voor hun aangezicht; denkt aan die grote en vreselijke Heere.”

Vreest niet. Maar er is toch alle reden tot vrees? Ja, die reden is er, als er slechts gelet wordt op wat gezien wordt. Maar denk eens aan die grote en vreselijke Heere. Nehemia is diep onder de indruk van zijn ontzagwekkende God. Hoe machtig is Hij. Voor Hem is niets te wonderlijk.  Voor Hem bestaan geen onmogelijkheden. Hij is groot in wijsheid, genade, trouw en kracht. Nehemia wil dat zijn volksgenoten in het geloof op de God van het verbond zien. Richt uw oog alleen op Hem. Hij beschermt en redt. Uit enkel genade.

Zeg, zou God wel naar ons willen omzien? We hebben het echt niet verdiend. Hoor: Hij doet het niet omdat u zo trouw bent. Hij doet het alleen omwille van Zijn Naam. Is die Naam van de Heere uw enige pleitgrond? Vooral dan als de vijanden van uw zaligheid zo sterk zijn?

Nehemia spreekt goed van de Heere. Laten zij die een vast vertrouwen in God hebben toch goed van Hem spreken. Ga niet lopen klagen; daar help je elkaar en jongeren niet mee. In dat klagen wordt de Heere zo tekortgedaan. Hij is de Koning van de Kerk. Hij zal nooit loslaten wat Zijn hand begon. Vertrouw met elkaar op deze God. Hij is nabij de ziel die tot Hem zucht; Hij troost het hart dat schreiend tot Hem vlucht.

Er is vandaag de dag schreeuwend behoefte aan ootmoedige bidders die voorbidders zijn voor land, kerk en volk. „Heere, geef Nehemia’s.” Geef mensen die hun zaligheid niet bouwen op iets van zichzelf.  Mensen die het alleen verwachten van Jezus Christus, de grote Bouwer. Hij bouwde op Golgotha het huis van zaligheid voor ieder die tot Hem de toevlucht neemt.

Nam u al de toevlucht tot Hem? Doe het, want zonder Hem gaan al uw bouwwerken eraan. Besef dat u weldra oog in oog staat met de ontzagwekkende Heere. Zie bijtijds op Christus.