De provincie Zuid-Holland heeft beroep aangetekend tegen de uitspraak van de rechter in de zaak die de bouwers van de nieuwe Corbulotunnel bij Leiden hadden aangespannen. De rechtbank in Amsterdam oordeelde in juli dat de provincie bijna 7 miljoen euro moet betalen aan bouwcombinatie Comol5, iets wat inmiddels is gebeurd. Het college van Gedeputeerde Staten heeft nu besloten in hoger beroep te gaan, omdat het zich „niet herkent” in de uitspraak.
Comol5 had ruim 40 miljoen euro geëist. Het is nog niet bekend of de bouwbedrijven ook beroep aantekenen. De advocate van Comol5 was vooralsnog niet bereikbaar voor commentaar.
Volgens de rechter heeft Zuid-Holland, als opdrachtgever voor de bouw van de Corbulotunnel, verzwegen dat het tunnelontwerp van de bouwers niet paste binnen het provinciale bestemmingsplan. De vier betrokken bouwbedrijven moesten daarom later extra kosten maken om te voldoen aan de eisen van de provincie voor de bijna 2,5 kilometer lange tunnel, die begin juli openging.
De juridische zaak loopt al jaren. Na twee tussenvonnissen deed de rechter afgelopen zomer uitspraak. Volgens de rechtbank heeft de provincie in de aanbestedingsprocedure „opzettelijk een onjuiste mededeling gedaan, dan wel opzettelijk gezwegen waar spreken plicht was”. Zuid-Holland heeft daarmee het risico genomen dat Comol5 „zou worden misleid” bij het sluiten van de bouwovereenkomst in 2017.
De Corbulotunnel is onderdeel van de N434, de nieuwe provinciale weg die de snelwegen A4 en A44 met elkaar verbindt.
