EconomieWerkvloer 
„Werkgever zoekt te krampachtig naar werknemer zonder beperking’’

Terwijl bedrijven vaak veel moeite doen om geschikt personeel te vinden, blijven ze huiverig als het gaat om het aannemen van mensen met lichamelijke of psychische klachten. „Werkgevers moeten flexibeler worden.”

Voor werknemers met een beperking is lang niet in alle organisaties ruimte. beeld iStock
Voor werknemers met een beperking is lang niet in alle organisaties ruimte. beeld iStock

Ondernemingen en instellingen kijken te weinig naar de mogelijkheden van mensen met een chronische beperking en doen zichzelf daarmee tekort, stelt een rapport dat ABN AMRO woensdag publiceerde. Ruim de helft van alle Nederlanders tussen de 15 en 65 jaar, bijna 6 miljoen burgers, vallen in die groep. Het leeuwendeel van hen heeft een betaalde baan, maar een flink deel, zo’n 600.000 mensen, staat aan de kant, terwijl dat volgens de bank vaak niet nodig is.

Vergrijzing

De onderzoekers van ABN AMRO beseffen dat er binnen deze omvangrijke groep honderdduizenden personen zijn die echt niet kunnen werken. Een groot deel kan dat echter wel. Sectoreconoom David Bolscher: „Zelfs als een derde van deze mensen door hun beperking geen werk kan doen, zouden de overige 400.000 alle vacatures die op dit moment openstaan, kunnen opvangen.”

De groep met een beperking wordt volgens Bolscher in de komende jaren alleen maar groter, omdat de bevolking vergrijst. „Ouderen krijgen vaker te kampen met een chronische aandoening, maar ze zijn hard nodig op de arbeidsmarkt.”

„Bedrijven kijken vaak pas op het laatste moment naar iemand uit de groep met een lichamelijke of psychische beperking” - David Bolscher, sectoreconoom ABN-AMRO

Werkgevers moeten zich dan volgens hem wel veel flexibeler gaan opstellen. „Ze zoeken te krampachtig naar werknemers zonder beperking.” Vanuit het verleden, waarin ze vaak veel sollicitaties binnenkregen, zijn bedrijven gewend heel kritisch te zijn als het gaat om toekomstig personeel. En hoewel de arbeidsmarkt er inmiddels heel anders uitziet, zijn ze dat vaak nog steeds.

Functie opsplitsen

Bolscher: „Bedrijven kijken vaak pas op het laatste moment naar iemand uit de groep met een lichamelijke of psychische beperking.” Ook zijn ze volgens hem vaak niet bereid om concessies te doen als het gaat om werkzaamheden. „Ze gaan er vaak van uit dat een nieuw personeelslid allerlei verschillende taken kan uitvoeren. Voor een werknemer met een beperking werkt dat soms niet, maar ze zouden een functie ook kunnen opsplitsen, en dan wordt het een ander verhaal.”

Bij de chronische aandoeningen waarmee vele miljoenen Nederlanders te maken hebben, gaat het vaak om lichamelijke klachten, zoals luchtwegproblemen en slijtage aan gewrichten. Daarnaast hebben veel mensen te maken met psychische problemen.

Afspraken

Het gedeelte van hen dat nog niet werkt, kan volgens Bolscher van ABN AMRO dus omlaag. „Maar dan moet er wel het een en ander gebeuren.”

Hij ziet daarin niet alleen een taak voor het bedrijfsleven, maar ook voor de overheid. Die heeft al wel maatregelen genomen. Zo zijn er in het verleden afspraken gemaakt tussen de regering en het bedrijfsleven. Daarin beloofden ze om samen tussen 2013 en 2026 minstens 125.000 extra banen voor mensen met een beperking te creëren. Dat lijkt niet haalbaar. Tot nu toe zijn er iets meer dan 85.000 banen gerealiseerd.

Hoogopgeleiden

Die aanpak moet volgens Bolscher worden aangepast, omdat hij te beperkt is. Hij is vooral gericht op mensen met een relatief zware beperking. Maar er is ook een groep van potentiële werknemers die minder beperkt zijn, maar toch niet aan de slag komen.

Daarnaast vallen mensen met een HBO- of universitaire opleiding er niet onder. Lange tijd werd gedacht dat hoogopgeleiden zelf wel aan werk konden komen. In de praktijk valt dat tegen.

Beide groepen komen niet in aanmerking voor de bestaande regelingen, die onder meer voorzien in hulp bij sollicitaties en scholing.

Verbeteringen op dat gebied kunnen werkgevers volgens Bolscher over de streep trekken. Ze schrikken momenteel volgens hem vaak terug voor de begeleiding die ze moeten bieden als ze iemand met een beperking aannemen. Die kost tijd en geld, net als het aanpassen van het werk of de werkomgeving.

„Daar kan meer aandacht aan worden besteed, waardoor de overheid zorgen van werkgevers wegneemt”, stelt Bolscher. Volgens hem worden bedrijven die het aandurven om mensen met een lichamelijke of psychische beperking aan te nemen, daarvoor beloond. „Deze werknemers zijn vaak zeer betrokken en creatief.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer