Nu er minder jongeren toetreden tot de krappe arbeidsmarkt, besluiten veel ouderen langer door te werken. Andere senioren aarzelen nog.
Wie in de pauze door de gangen van een doorsnee middelbare school loopt, komt natuurlijk vooral jongeren tegen. Maar af en toe duikt daartussen een leerkracht op die minstens zeventig lijkt. En waarschijnlijk ook al zo oud is.
Pensioengerechtigden die blijven werken zijn een vertrouwd gezicht geworden op de arbeidsmarkt. Van leraren tot journalisten en van adviseurs tot vrachtwagenchauffeurs, in bijna alle maatschappelijke sectoren zijn ze inmiddels te vinden.
Het aantal 67-plussers dat doorwerkt is in de afgelopen tien jaar dan ook verdubbeld. Volgens berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) steeg het aantal van 118.000 naar 236.000. En de komende tien jaar kan dat aantal nog eens twee keer zo hoog worden, blijkt uit een studie van ABN AMRO van begin februari.
Die ontwikkeling is opmerkelijk, omdat de pensioenleeftijd de afgelopen tien jaar flink is toegenomen. De AOW-leeftijd is verhoogd van 65 jaar en een maand in 2013 naar 66 jaar en 10 maanden in 2023. Mensen moeten dus al langer werken voordat ze met pensioen kunnen. Desondanks blijven er meer na hun pensionering doorgaan.
Gezondheid
Die ouderen werken in de regel een paar jaar langer dan nodig is, zolang hun gezondheid dat toelaat. Dat doen ze vaak in deeltijd, blijkt uit het onderzoek van ABN AMRO.
Een noodzaak om actief te blijven op de arbeidsmarkt is er in de meeste gevallen niet. Nogal wat gepensioneerden geven aan dat plezier in het werk een belangrijke reden is om door te gaan. Daarnaast is het contact met collega’s van belang en waarderen ze het nuttig te zijn. Ze stellen het over het algemeen op prijs dat ze gevraagd worden om langer door te werken. Dat geeft ze het gevoel dat ze nog steeds van waarde zijn voor hun werkgever.
Mannen werken vaker door dan vrouwen, zelfstandigen vaker dan werknemers en hoogopgeleiden blijven gemiddeld langer actief dan praktisch opgeleiden. Deze verschillen worden de laatste jaren wel kleiner.
Op de pensioengerechtigde leeftijd hebben mensen vaak nog voldoende energie om door te gaan. Ouderen zijn vitaler en blijven langer gezond dan in het verleden, stelt Mario Bersem, sectoreconoom zakelijke dienstverlening bij ABN AMRO.
„Zo’n 20 procent van de gepensioneerden die door willen werken, geeft aan zelfs graag voltijds te blijven werken”, meldt hij. Tot vreugde van de werkgevers, want de krapte op de arbeidsmarkt is groot.
„Heel lang is het zo geweest dat ouderen moesten plaatsmaken voor jongeren”, ziet Bersem. „Ouderen zaten eigenlijk maar in de weg. Door de vergrijzing is dat beeld gekanteld. Nu is iedereen nodig.”
Leuke dingen
Financiële motieven spelen voor de ouderen een ondergeschikte rol. Dankzij de AOW en het pensioenstelsel hebben de meeste gepensioneerden geen financiële zorgen. Met doorwerken verdienen ze wat extra voor leuke dingen.
Er komen dus steeds meer mensen die doorwerken, maar de groep die daar nog over twijfelt is volgens het onderzoek van ABN AMRO ook groot. Velen laten hun uiteindelijke beslissing afhangen van de mate waarin er aan hun wensen wordt voldaan.
Die wensen hebben vaak te maken met de gewenste werkduur en -tijden. De meerderheid van de gepensioneerden wil alleen in deeltijd doorwerken. Een ander deel gaat graag door als zzp’er en verlangt naar de vrijheid van een zelfstandige. Die mensen willen zelf een grote invloed hebben op hun taken en inzetbaarheid.
In de afgelopen tien jaar is het aantal pensioengerechtigde zzp’ers dat bij de Kamer van Koophandel (KvK) staat ingeschreven meer dan verdrievoudigd, tot ruim 100.000.
Als werkgevers meer ouderen willen inschakelen, moeten ze inspelen op die verlangens. Als ze dat lukt is er veel te winnen. Veel aarzelende ouderen zullen dan over de streep kunnen worden getrokken, blijkt uit het onderzoek van ABN AMRO.
Binden
Werkgevers moeten daarbij goed nadenken over de vraag hoe ze ouderen aan hun bedrijf kunnen binden. Bijvoorbeeld door werk geleidelijk af te bouwen na pensionering en niet, zoals nu, in een keer van alles naar niets te gaan.
Lukt dat, dan zal het aantal oudere werknemers dat doorwerkt de komende tien jaar naar verwachting flink doorgroeien. In de groep van 55- tot 65-jarigen is de animo om na het pensioen door te gaan namelijk groot.
Uit een rondvraag van het CBS blijkt dat 73 procent van de werkers in deze groep in meer of mindere mate overweegt om langer door te werken. Dat komt neer op ruim 900.000 personen.
Lang niet allemaal zullen ze dat doen; een deel van hen zal daar om gezondheidsredenen zelfs niet toe in staat zijn. Maar het CBS schat in dat zeker 400.000 mensen uit deze groep na hun pensioen betaald werk zullen blijven doen.
Mes
Voor de werkgevers snijdt het mes aan twee kanten. Ouderen die doorwerken, voeren niet alleen broodnodige taken uit, maar zijn ook financieel interessant. Werkgevers hoeven minder belasting en premies voor hen af te dragen dan voor personeel dat de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt, en de ouderen betalen zelf ook minder.