In het oosten van Duitsland zijn nogal wat in de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) teleurgestelde burgers die terugverlangen naar de Duitse Democratische Republiek (DDR), die maandag precies 75 jaar geleden werd opgericht. Dr. Stefan Wolle behoort niet tot die categorie. „Ik was blij en zeer gelukkig dat die staat verdween.”
Dr. Stefan Wolle is wat de DDR betreft zowel deskundige als tijdgetuige. In 1950, toen de Oost-Duitse arbeidersstaat een jaar bestond, zag Wolle in Halle het levenslicht. Hij groeide op aan de rand van Oost-Berlijn en studeerde geschiedenis aan de Humboldtuniversiteit. Van 1976 tot 1989 werkte hij bij de Academie van Wetenschappen van de DDR.
Een jaar na de val van de Muur in november 1989 werd hij medewerker van het comité voor de ontbinding van de Stasi. Sinds 2006 is hij wetenschappelijk directeur van het drukbezochte DDR Museum in het centrum van Berlijn. Over de DDR heeft hij verschillende publicaties op zijn naam staan.
U bent in de DDR opgegroeid. Hoe was dat?
„De eerste veertig jaren van mijn leven bracht ik in het land door. Zakelijk gezien verbindt me veel met het land. Zodra ik me voor politiek begon te interesseren en ging nadenken over de staat, de partij en de marxistische ideologie heb ik de DDR tamelijk consequent afgewezen.
Tegelijk leefde ik wel in het land, wilde ik graag studeren, historicus worden en boeken schrijven. Dat ging op de een of andere manier, maar het was niet fraai. Voortdurend verkeerde je in een situatie dat je moest zwijgen of bekentenissen moest afleggen die niet oprecht waren. Het was één lange weg van compromissen sluiten.
Ik vergelijk het weleens met lopen op eieren. Ik wilde me niet zomaar overgeven en streefde ernaar afstand te bewaren. Mijn uitweg bestond daarin dat ik me in de DDR als historicus met de middeleeuwen bezighield.”
Wolle was in 1989 en 1990 betrokken bij het opheffen van de Stasi en het zogenaamde rondetafeloverleg waarin het communistische regime en de democratische oppositie met elkaar in dialoog gingen. Het beraad stelde een nieuwe grondwet met burgerrechten op en plande de eerste vrije Oost-Duitse verkiezingen. „Met mijn collega en vriend Armin Mitter heb ik toen mijn eerste boek over de Stasi gepubliceerd, ”Ich liebe euch doch alle” (in het Nederlands: Ik hou toch van jullie allemaal, RZ). De woorden zijn afkomstig uit een toespraak van de beruchte Stasichef Erich Mielke.”
„De val van de Muur was voor mij een totale innerlijke bevrijding” - Stefan Wolle, wetenschappelijk directeur DDR Museum in Berlijn
U moet blij zijn geweest dat de DDR verdween.
„Ik was zeer blij en gelukkig. Er is geen dag geweest dat ik naar die staat terugverlangde. Als ze me vragen of er niet iets is wat ik terug zou willen hebben, dan is mijn antwoord: absoluut niets, helemaal niets.
Het enige wat ik soms mis zijn de politieke grappen die werden gemaakt. We keken met de nodige ironie naar onze toestand. Op den duur is het natuurlijk niet gezond als je in een land woont dat je eigenlijk afwijst.”
Was de Oost-Duitse dictatuur erger dan die in de andere Oost-Europese landen achter het IJzeren Gordijn?
„Materieel gezien hadden we het beter. In Polen stonden de burgers voor lege etalages. Ik kan me herinneren dat de Polen in een honderden meters lange rij moesten wachten om suiker te kopen.
Van de communistische staten was de DDR nog het beste te verdragen. De nabijheid van het Westen speelde natuurlijk een grote rol. De Duitse communisten konden het niet laten gebeuren dat er in het land bijna niets te koop was. De burgers stonden voortdurend in contact met het Westen. We luisterden naar de West-Duitse radio, keken op televisie naar West-Duitse programma’s en velen hadden familie aan de andere kant van de grens met wie ze in contact stonden. Het regime kon zich daarom niet alles permitteren.
De Oost-Duitse regering werd bovendien afhankelijker van westerse kredieten. Wilde het regime van het Westen geld krijgen, dan moest het zorgen voor een goede pers. De zogenaamde Muurdoden, Oost-Duitse burgers die omkwamen bij hun poging de grens naar West-Duitsland over te steken, kwamen Oost-Berlijn niet van pas.”
„Al dat gepraat over achterstelling over het oosten van Duitsland helpt alleen maar rechts-radicale partijen”
Wolle voegt eraan toe „dat in de andere Oost-Europese landen de intellectuele vrijheid groter was dan bij ons. Dat is een beetje in tegenspraak met elkaar. Om het toe te lichten vertel ik vaak een mop uit die tijd: in Frankfurt aan de Oder aan de grens met Polen ontmoeten twee honden elkaar als ze de brug naar elkaars land oversteken. De Oost-Duitse hond vraagt aan de Poolse: „Wat moet jij doen in de DDR?” Daarop antwoordt de Poolse: „Lekker vlees eten.” En hij vraagt vervolgens: „Wat moet jij in Polen doen?” Daarop zegt de Oost-Duitse hond: „Heerlijk blaffen.””
Volgens Wolle was de vrijheid in Polen in feite begin jaren tachtig zelfs nog groter toen daar de staat van beleg was afgekondigd. „De mensen eigenden zich die gewoon toe. De Poolse burgers vormden één front tegen het communistische systeem. In Hongarije was dat nog sterker. Hetzelfde gold voor Tsjechoslowakije tot 1968 toen de Praagse Lente werd neergesabeld.
Dat kende de DDR niet. Bij ons was het relatief rustig omdat het de mensen naar verhouding goed ging. Daar zorgde het regime voor door de prijzen voor eten en drinken kunstmatig laag te houden. Overigens hebben de kosten die dat met zich meebracht bijgedragen aan de ondergang van de DDR.”
De Duitse historicus Ilko-Sascha Kowalczuk omschrijft de DDR als de grootste openluchtgevangenis van Europa.
„Dat klopt niet. In de DDR was het regime voorzichtig. Wie een politiek delict beging werd opgesloten, maar in de omgang met dergelijke mensen was men toch behoedzamer dan in de andere Oost-Europese landen.
Vergeet ook niet, de DDR was met name Pruisen. In de DDR heerste discipline, orde en het was er schoon. Dat stempelde de staat sterk. Oost-Duitse burgers letten bovendien meer op uiterlijkheden als kleding. In de andere socialistische landen dacht men daar minder over na.
In intellectueel opzicht klopt het dat we minder vrij waren, maar de levensstandaard in de DDR was duidelijk hoger. Nadat ik eens acht weken in de Sovjet-Unie was geweest ging ik de eerste dag na mijn terugkeer in Duitsland inkopen doen in een supermarkt. Ik keek mijn ogen uit. Er lagen worst, kaas en verschillende soorten groenten. Daar konden de Russen alleen maar van dromen. Natuurlijk hadden we niet alles, maar de verzorging was goed. Daarom was de frustratie onder de bevolking over het regime niet zo groot. Ik zou de DDR eerder een luxegevangenis noemen.”
In 1989 viel de Berlijnse Muur. Wat betekende dat voor u?
„In de eerste plaats en vooral bevrijding. Die dag was ik eenvoudig gelukkig dat het was gebeurd en bovenal dat het vreedzaam was gegaan. Het was voor mij een totale innerlijke bevrijding. Vanaf de eerste dag voelde ik mij heel comfortabel. Ik was bovendien zeer onder de indruk van het Westen.”
Wolle vertelt zich nooit een tweederangsburger te hebben gevoeld, zoals veel van zijn landgenoten. „Die ervaring deel ik niet”, zegt Wolle kort en bondig. „Vanaf de eerste dag heb ik prima samengewerkt met mensen uit het Westen.”
„In de DDR heerste discipline, orde en het was er schoon”
Het is nu bijna 35 jaar geleden dat West- en Oost-Duitsland zich verenigden. In het oosten van Duitsland klinken nog altijd ontevreden geluiden. Kunt u dat begrijpen?
„Nee, en ik kan dat klagen ook niet meer verdragen. Natuurlijk zijn er verschillen tussen Oost- en West-Duitsland, maar die zijn er in ieder land. Er is zeer veel geld van het westen naar het oosten gestroomd. Veel is in orde gemaakt. Misschien is nog niet alles geregeld, maar al dat gepraat over achterstelling helpt alleen maar de rechts-radicale partijen.”
Is dat dus de reden dat bijna de helft van de burgers in Saksen, Thüringen en Brandenburg bij de deelstaatverkiezingen vorige maand stemde op een protestpartij?
„De extreemrechtse AfD benoemt de problemen en scoort daarmee. Mijn voorstel is: laat de AfD in de deelstaten meeregeren. De burgers zullen dan zien dat ook de AfD geen problemen kan oplossen. De huurprijzen zullen niet dalen en de partij kan de inflatie net zomin bestrijden. Buitenlanders uitwijzen kunnen deelstaten niet, maar de AfD zou het evenmin op landelijk niveau voor elkaar krijgen.
De partij kan hooguit symboolpolitiek voeren. Denk aan het verbieden van genderneutrale taal op scholen. Dat zou overigens niet eens zo verkeerd zijn.
Wat mij betreft komt het niet tot een verbod van de AfD, want dat verschaft de partij een slachtofferrol en zou haar alleen maar versterken.”
U maakt zich geen zorgen?
„Nee, ik ben optimistisch. De problemen komen we te boven. In de grond van de zaak zijn de Duitsers een verstandig, rustig en ijverig volk. Nuchterheid en zakelijkheid is geboden om vooruit te komen. Wij kunnen dat.”