Het Reformatorisch Dagblad heeft een lange traditie van onderzoeksjournalistiek, een discipline die verder gaat dan verslaggeving. „Onderzoeksjournalistiek graaft dieper, omdat je vermoedt dat er iets aan de hand is wat blootgelegd moet worden,” legt hoofdredacteur Steef de Bruijn uit. Hij benadrukt dat dit werk essentieel is voor de geloofwaardigheid en kwaliteit van christelijke media. Niet alleen het bredere maatschappelijke kwaad, maar ook misstanden binnen de eigen achterban moeten worden blootgelegd. „Anders meten we met twee maten,” aldus De Bruijn.

Onderzoeksjournalist Geerten Moerkerken onderstreept dat deze journalistieke vorm tijd en precisie vergt. Het onderzoek naar bestuurlijke gebreken bij stichting Timotheos, waar een veldwerker werd beschuldigd van misbruik, duurde anderhalf jaar. Moerkerken legt uit: „We onderzoeken niet alleen wat er gebeurd is, maar vooral hoe signalen zijn opgepakt en hoe organisaties in staat zijn om problemen te voorkomen.” Dit werk is niet alleen onthullend, maar ook bedoeld als spiegel voor andere organisaties in de gereformeerde gezindte.

De waarde van onderzoeksjournalistiek ligt volgens De Bruijn niet alleen in het onthullen van onrecht, maar ook in het bieden van richting. Hij noemt het „constructieve journalistiek,” waarbij naast kritiek ook handvatten worden geboden. „Goede bedoelingen zijn belangrijk, maar onvoldoende,” zegt Moerkerken. „Het is onze taak om misstanden te benoemen, hoe ongemakkelijk dat soms ook is. Het gaat om waarheidsvinding, gebaseerd op naastenliefde en verantwoordelijkheid.”