In de collegebrief staat dat Rotterdam had afgesproken dat de regeling alleen verlengd zou worden als het Rijk daar geld voor geeft, maar dat is binnenkort dus niet meer het geval. De gemeente wil voor de 45 ongedocumenteerde vreemdelingen die gebruikmaken van de regeling „tot een duurzame oplossing” komen. Voor een deel is het vertrek naar het land van herkomst al gepland, of staat dit naar verwachting te gebeuren in de toekomst. Maar de situatie voor 17 deelnemers is „meer complex dan wel vastgelopen”, aldus het college. „Zij zullen hun weg zoeken in hun netwerk, in een andere stad of mogelijk op straat belanden wat tot overlast kan leiden.”

Voor nog zo’n 10 mensen is überhaupt geen duurzame oplossing te vinden op dit moment, zo staat in de brief. Dit komt volgens het college mede doordat zij last hebben van ernstige lichamelijke klachten en vaak een verslaving hebben. Als deze groep geen dak meer boven hun hoofd heeft, leidt dit volgens het college tot „zeer inhumane situaties” met een „grote kans” op overlijden. De gemeente probeert deze mensen met maatwerk te helpen en dringt er ook bij het Rijk op aan om tot een „structurele en menswaardige oplossing” te komen voor deze groep.

De bed-bad-broodregeling wordt ook in Amsterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen aangeboden. Die eerste twee gaan de regeling zelf financieren en de twee andere gemeenten zoeken nog uit wat er met de LVV gaat gebeuren.