Rummenie wil vissers ondersteunen bij aanschaf camera’s
Staatssecretaris Jean Rummenie (Visserij) gaat onderzoeken of hij vissers financieel kan ondersteunen bij de aanschaf van de camera’s die ze vanaf 2028 verplicht aan boord van hun schepen moeten hebben.
De bewindsman denkt daarbij aan het Europese visserijfonds Emfaf. Dat schrijft hij in een brief die hij dinsdagmiddag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In het Emfaf zit voor Nederland nog 21 miljoen euro, die bestemd is voor verbetering van de controle op de visserij. De subsidiepot is op dit moment echter door de Europese Commissie geblokkeerd vanwege een zogeheten ingebrekestelling. Brussel vindt dat Nederland de weging, registratie en traceerbaarheid van visserijproducten niet op orde heeft.
Rummenie werkt eraan om de Emfaf-gelden nog voor 2028 vrij te krijgen. In januari van dat jaar moeten vissers sensoren en camera’s aan boord van hun schepen hebben. Die systemen worden ingezet om te controleren of de vissers zich aan de zogeheten aanlandplicht voor zeevis houden.
Er is nog veel onduidelijk over de invoering van sensoren en camera’s. De staatssecretaris is er „kritisch” op. Hij noemt de maatregel „ingrijpend” voor de vissers. Rummenie wil dat de privacy van individuele vissers gewaarborgd blijft. Nederland heeft onder het vorige kabinet met invoering van cameracontrole ingestemd.
Aanlandplicht
De aanlandplicht is tussen 2015 en 2019 in fasen ingevoerd. Op enkele uitzonderingen na moet vis van gequoteerde soorten die in de netten terechtkomt allemaal aan land worden gebracht. Dat geldt ook voor ondermaatse (te jonge) vis –die niet verkocht mag worden– en voor ongewenste bijvangst. De maatregel moet vissers aanzetten tot het ontwikkelen van selectievere vangsttechnieken.
Vroeger gooiden vissers deze vis terug in zee. De aanlandplicht roept nog altijd veel weerstand op. Vissers noemen de maatregel onuitvoerbaar en vinden dat de visstand erdoor wordt aangetast, omdat meegevangen ‘babyvis’ geen kans meer krijgt om alsnog door te groeien.