Van Hijum meldde begin deze maand dat er „een substantieel aantal onjuistheden is aangetroffen” bij het UWV waardoor WIA-uitkeringen van mensen te hoog of te laag zijn uitgevallen. Om hoeveel mensen het gaat, is nog altijd onduidelijk, maar mogelijk betreft het tienduizenden uitkeringen. Hoe groot de afwijkingen gemiddeld zijn, is ook niet bekend. Het lijkt erop dat de bedragen zeer uiteenlopen. Wel is duidelijk dat het in sommige gevallen om een „aanzienlijk bedrag per maand” gaat.

De Kamer wil duidelijkheid over de omvang van het probleem. Maar het UWV is nog bezig met het interne onderzoek naar de verkeerd vastgestelde uitkeringen. Pas in december verwacht het UWV „een zo compleet mogelijk beeld te hebben „van de „totale problematiek”. Dat maakt een besluit over terugvorderingen - moeten mensen het teveel aan ontvangen uitkeringen terugbetalen - ook lastig te nemen. Het is namelijk nog onduidelijk wat voor financiële gevolgen dat zou hebben.

Wel staat vast dat mensen die een te lage uitkering hebben gekregen het misgelopen bedrag alsnog ontvangen. Maar dit kan ook gevolgen hebben voor toeslagen: die vallen lager uit als mensen een hoger inkomen hebben. Als veel mensen recht hebben op nabetalingen, kan dit ook flink in de papieren lopen.

Eerder noemde Van Hijum het zelf al „onbegrijpelijk” dat signalen op de werkvloer blijkbaar „niet doorkomen en tot actie leiden”. Ook veel partijen in de Tweede Kamer willen weten hoe dit heeft kunnen gebeuren en hoe kan worden voorkomen dat dit soort fouten blijft bestaan. De Kamer wil weten wie welke informatie had op welk moment en of het parlement zelf wel steeds goed en tijdig is geïnformeerd door de voorgangers van Van Hijum.