Honderden miljoenen christenen hebben dagelijks te maken met vervolging. Maar dat lijden kan de kerk nooit „doden”, weet Patrick Fung. „Laten we zonder angst Christus verkondigen.”
Het wereldevangelisatiecongres van de Lausannebeweging, deze week in de Zuid-Koreaanse stad Incheon, stond woensdag in het teken van de vervolgde kerk. Christenen krijgen vroeg of laat met vervolging te maken, zegt Fung, ambassadeur van zendingsorganisatie OMF International, tegen de ruim 5000 aanwezigen in de grote zaal van het conferentiecentrum. Hij leest Handelingen 8:1 voor, waar staat dat er een „grote vervolging” uitbrak tegen de gemeente in Jeruzalem, zodat de discipelen verspreid werden over andere landstreken. En daardoor groeide het aantal christenen. „Vervolging doodt de kerk nooit.”
De discipelen verkondigden „onverschrokken” het Evangelie en lieten zien dat Christus de Heere is, zo blijkt uit het Bijbelboek Handelingen. Ook waren ze bereid „culturele grenzen” over te gaan, aldus Fung. „Joodse gelovigen brachten het Evangelie naar de Grieken. Dat kostte hen veel: ze waren voortaan niet meer welkom in de synagoge.”
Deze vroege discipelen waren zichtbare volgelingen –in woord en daad– van Christus. Handelingen 12 laat volgens Fung zien dat christenen niet wegliepen voor de soms gewelddadige vervolging: Jakobus werd met het zwaard gedood en Petrus werd gevangengezet.
Op een groot scherm achter Fung verschijnt een foto van de 21 christelijke martelaren die in 2015 op een strand in Libië door Islamitische Staat werden gedood. Een man in een oranje vest zit geknield in het zand; achter hem staat een terrorist met zwarte bivakmuts op, de hand op zijn schouder. Klaar om hem te onthoofden. „Toch was de dood van deze martelaren niet voor niets”, weet Fung. „Hun geloof leidde tot veel moed bij andere christenen, om getuige van Christus te zijn. Laat de kerk zonder angst Christus verkondigen en Hem laten zien.”
Tragisch
Een van de christenen die vervolging van dichtbij meemaakt, is de Indiase schrijver en journalist Babu Verghese. Hij vertelt over een christelijke vrouw in de deelstaat Uttar Pradesh. Ze werd eerder dit jaar in huis door hindoes vermoord; haar lichaam mocht niet in het dorp worden begraven. „En zo zijn er honderden van zulke tragische verhalen.”
Die heeft Farshid Fathi uit Iran ook. Hij zat vanaf 2010 meer dan duizend dagen vast in de beruchte Evingevangenis in Teheran, vanwege „acties tegen de staatsveiligheid, samenwerking met buitenlandse organisaties en evangelisatiewerk”. Een jaar lang zat de Iraanse ex-moslim opgesloten in een donkere isoleercel, twee bij twee meter groot. „Maar de Heere was mijn licht en heil.”
„Ik zat alleen in de cel, twee bij twee meter groot; maar de Heere was mijn licht en heil” - Farshid Fathi, christen uit Iran
Als het even kon, getuigde Fathi onder de andere gevangenen over Christus. Zoals die man die hem in het toiletgebouw toefluisterde: „Alles is dood, maar ik weet dat jouw God leeft. Ik ben geen spion.” „We hebben toen met elkaar gebeden. Twee weken later was hij vrij.” Glimlachend: „Ik bleef nog een paar jaar.”
Nu is Fathi werkzaam bij Elam Ministries, een organisatie die christenen in Iran ondersteunt. In de negentiende eeuw, in de tijd dat de Engelse zendeling Henry Martyn het Nieuwe Testament in het Farsi vertaalde, waren er nauwelijks christenen in het land. Dat veranderde eind jaren negentig van de vorige eeuw, toen de huiskerken begonnen te groeien. „Honderden kerkleiders werden opgepakt.”
Levensstijl
Nu groeit de kerk nergens ter wereld zo snel als in Iran, zegt Fathi. Het land telt inmiddels meer dan 1 miljoen christenen met een moslimachtergrond. „Als er op een zondag geen nieuwe mensen in de gemeente zijn, vragen we ons af wat er aan de hand is.”
Hoe heeft vervolging de deuren voor de verspreiding van het Evangelie geopend? „Doordat evangelisatie een levensstijl van christenen is geworden”, denkt de Iraniër. „Niet alleen van predikanten, maar ook van gewone kerkleden. Ze zijn zo blij met hun redding, dat ze niet stil kunnen blijven – wat het hun ook kost.”
Vervolging is niet het einde van het verhaal, zegt Fathi. „Nee, het is er een onderdeel van. We kennen het einde van het verhaal: de poorten van de hel zullen de gemeente niet overweldigen.”