Na twee maanden doorspoelen voldoet het water van het Twentekanaal weer aan de normen. Rijkswaterstaat besloot eind juli om vanuit de IJssel water naar het Twentekanaal te pompen, om een giftige stof in het water te verdunnen en via zijtakken en andere rivieren af te voeren naar het IJsselmeer. In eerste instantie zou dat doorspoelen twee tot drie weken duren, maar mede op verzoek van de betrokken waterschappen ging Rijkswaterstaat hier langer mee door.
Volgens een woordvoerster is het doorspoelen dinsdag om 12.00 uur gestopt. De pompen bij gemaal Eefde zijn stilgezet. Waardoor er eerder dit jaar veel hogere concentraties dan normaal van het bestrijdingsmiddel HCH in het Twentekanaal werden gemeten, is echter nog niet duidelijk. „Dat onderzoek loopt nog. Het advies om geen vis uit het Twentekanaal te eten, blijft van kracht.”
Het bijna 50 kilometer lange Twentekanaal tussen Zutphen en Enschede, dat ook een zijtak van 16 kilometer heeft tussen Delden en Almelo, wordt gezien als „cruciaal” voor de waterhuishouding van Oost-Nederland. De stof HCH (hexachloorcyclohexaan) zit al langer in lagere concentraties in het kanaal. Het bestrijdingsmiddel, ook wel bekend als lindaan, werd tussen 1948 en 1952 geproduceerd door een fabriek in Hengelo. Het heeft geleid tot bodemverontreiniging.
Via het grondwater belandt HCH in het kanaal. „We weten dat op de plek van de voormalige Stork-fabriek in Hengelo een grote verontreiniging in de bodem zit. Maar waarom deze stof nu ineens in veel hogere concentraties in het water zat, is onduidelijk”, aldus de woordvoerster van Rijkswaterstaat. „Pas als we een eenduidige oorzaak hebben gevonden, kunnen we gerichte maatregelen bedenken.”
Omdat het oppervlaktewater nu ruimschoots aan de normen voldoet, is het doorspoelen gestopt. „En bovendien begint het nu weer meer te regenen, dan ontstaat vanzelf verdunning.” Rijkswaterstaat houdt de situatie wel in de gaten. „Want het blijft HCH lekken in het Twentekanaal.”
