„Juist de gereformeerde gezindte is een omgeving waar narcisme kan gedijen”
Wie leeft met iemand met narcisme, lijdt vaak achter de voordeur, in stilte. Maar er lijkt een kentering plaats te vinden in de gereformeerde gezindte. „Mensen delen hun verhaal en merken dat ze niet alleen zijn.”
In een klein zaaltje van een wijkcentrum, ergens op de Veluwe, zitten veertien mensen bij elkaar. De sfeer is vertrouwelijk. Door de dichte gordijnen hoeven de aanwezigen niet bang te zijn voor blikken van buiten. Naast twee psychologen en de voorzitter van vereniging Een Handreiking zitten hier elf mensen, acht vrouwen en drie mannen, die eenzelfde soort pijn delen. Allemaal hebben ze een familielid met narcisme, een persoonlijkheidsstoornis waarbij iemand zichzelf centraal stelt en weinig of geen rekening houdt met anderen. Een partner, een ouder of een kind.
Al bij de voorstelronde is er herkenning. Er zijn mensen die zijn verhuisd naar een ander deel van het land om aan de greep van de narcist te ontkomen. Of mensen die hun kind nauwelijks meer zien omdat de narcistische partner dat niet wil hebben. En mensen die door hun man voortdurend gekleineerd worden. Of gecontroleerd. Becommentarieerd. Mensen die zich daardoor waardeloos voelen. Kapotgemaakt zijn.
„Ik heb zelden in één ruimte zoveel verdriet gezien”, zegt Wim Visser een paar weken later terugblikkend. Hij is voorzitter van Een Handreiking, de reformatorische vereniging voor naasten van psychisch zieken. „Hier begrijpen mensen elkaar. Bezoekers hoeven elkaar weinig uit te leggen. En er komen geen opmerkingen als: ik kan me echt niets voorstellen bij wat jij vertelt. Overdrijf je niet? Doordat er geen veroordeling is, komen de emoties naar buiten.”
„Ik heb zelden in één ruimte zoveel verdriet gezien” - Wim Visser, voorzitter Een Handreiking
Maar hoe komen deze mensen in dit zaaltje?
Al een aantal maanden kwam er bij de luisterlijn van Een Handreiking een toenemend aantal hulpvragen over narcisme voorbij, vertelt voorzitter Visser, die samen met twee anderen een luisterend oor biedt. „We merkten dat het onderwerp leeft en dat veel mensen in grote nood zijn door het samenleven met een narcist.”
Boven verwachting
Om op de vraag in te spelen, belegt het bestuur van de regio Veluwe van Een Handreiking eind 2023 in Nunspeet een avond over het thema. De bijeenkomst trekt boven verwachting veel bezoekers. „Er kwamen minstens 150 mensen opdagen, terwijl dat er anders rond de 75 zijn. Ik stond bij de deur om bezoekers te verwelkomen. Er bleven maar mensen binnenstromen.”
„Op een avond over narcisme kwamen naar schatting zeker 150 mensen , terwijl dat er normaal rond de 75 zijn” - Wim Visser, voorzitter Een Handreiking
De psychologen Arthur Hegger en Nathan van der Velde verzorgen een lezing over pathologisch narcisme (zie ”Narcisme in het kort”). Omdat er vragen van bezoekers blijven liggen, komt er ook een tweede avond. Daar komen nog meer mensen, zo’n 200. Later volgen ook avonden elders in het land. Op 28 september organiseert Een Handreiking in Woerden een symposium over narcisme. GZ-psycholoog Sarina Brons houdt die dag een lezing.
Er komt in de gereformeerde gezindte een beweging op gang, signaleren Hegger en Van der Velde. „Mensen die leven met iemand met deze problematiek beginnen zich uit te spreken. En daardoor realiseren ze zich: we zijn niet alleen.”
De psychologen krijgen op de avonden tientallen vragen, die ze achteraf per mail beantwoorden in een document van twaalf pagina’s. „Hoe kan ik als moeder mijn kinderen begeleiden als hun vader een narcist blijkt te zijn”, vraagt iemand zich af. „Op welke manier beïnvloedt een vader met een narcistisch karakter het godsbeeld van zijn kinderen”, luidt een andere vraag. „Hoe om te gaan met vernederingen door partner”, wil een volgende weten. De vragen laten zien in welke nood mensen verkeren, vinden Hegger en Van der Velde. Daarom stellen ze voor om, onder hun begeleiding, een aantal avonden door te praten in een klein groepje. Zo geschiedt.
De psychologen zijn onder de indruk van de avonden in klein verband. Hegger, inmiddels gepensioneerd, zag in zijn werkzame leven als psycholoog cliënten met pathologisch narcisme. Ook Van der Velde, psycholoog bij Eleos, zit regelmatig met een cliënt met deze problematiek in de spreekkamer. De avonden met naasten waren desondanks „verrijkend, maar ook schokkend” voor hen, zegt Van der Velde. „Het verborgen leed achter de voordeur had impact op ons, merkten we op de terugweg in de auto.”
Want ondanks de ervarenheid van de psychologen met narcisme, hadden ze nog niet zo vaak de verhalen van familieleden gehoord. Hegger: „We proberen naasten wel te betrekken bij de behandeling, maar dat is niet altijd vanzelfsprekend. Sowieso is het lastig om iemand met narcisme in de spreekkamer te krijgen, omdat hij vaak niet erkent dat er iets mis is. Nu kregen we op de avonden te maken met mensen die echt, nou ja, heel nare verhalen te vertellen hadden.”
De mannen hoorden onder andere hoe naasten het leven met een narcist voor zichzelf draaglijk probeerden te houden. „Zo was er iemand die inmiddels aan kleine dingen goed aanvoelde wanneer haar man een woedeaanval kreeg”, zegt Hegger. „O, daar gaan we weer, dacht ze dan. En dan trok ze zich terug. Ik had eerst zoiets van: moet je het er dan niet over hebben? Maar zij had geleerd dat het vuur dan alleen maar weer oplaaide.”
„Het verborgen leed achter de voordeur had impact op ons, merkten we toen we op de terugweg in de auto zaten” - Nathan van der Velde, psycholoog bij Eleos
Hiërarchie
Juist de gereformeerde gezindte is een omgeving waar narcisme kan gedijen, meent voorzitter Visser. Bijvoorbeeld in kerken met een sterke hiërarchie. Met enige regelmaat klopt er een echtgenoot van een ambtsdrager bij Visser aan. „Dan zeggen ze: naar buiten toe is mijn man charmant en aardig, maar thuis is hij een beest. Er zijn vrouwen die het niet aankunnen om in de kerk te zitten als hun man preekt of een preek voorleest.”
Door groepsdynamiek kan een narcistische neiging inderdaad versterkt worden, beaamt Van der Velde. „Zoiets kan ontstaan in een bedrijf of binnen een politieke partij, maar ook in een kerkelijke gemeente. Dat een leider compleet op een voetstuk wordt gezet en dat het narcisme daardoor tot bloei kan komen.”
Een ambtsdrager met narcisme kan echter ook zelf religie misbruiken om zijn eigen gedrag goed te praten. Van der Velde: „Doordat iemand Bijbelteksten aanhaalt, of doordat iemand bekeerd lijkt te zijn, of veel goede dingen doet voor de kerk, kan het voor omstanders heel lastig worden om tegen zo’n persoon in te gaan.” Dat herkent Visser. „Ik heb verhalen gehoord van hoe een man met de Bijbel in de hand zijn vrouw kapotmaakt.”
Ook uit de vragen die op de avonden gesteld zijn, blijkt dat het moeilijk is op te treden tegen een ambtsdrager. „Onder ons zijn kerkleden die zeggen: „Het is een ambtsdrager en die mag je nergens op wijzen”… zogenaamd onschendbaar”, stelt iemand. „Iemand onschendbaar achten past niet in de inzichten die de Reformatie meebracht”, reageren de psychologen. Toch lijkt het er volgens hen op dat de ambtsdrager „weer een aparte positie heeft gekregen” waarbij kritiek vaak niet wordt geaccepteerd.
Niet alleen in kerkenraden, maar ook in gezinnen in de gereformeerde gezindte komt narcisme voor. De partner, vaak de vrouw, van een narcist, kan haar eigen identiteit met de jaren compleet verliezen. Opvattingen in de kerk over de positie van man en vrouw kunnen zo’n dynamiek versterken, stellen Hegger en Van der Velde. „Wanneer je in je geloofsgemeenschap te horen krijgt dat je als vrouw onderdanig moet zijn, dat je de vrede moet bewaren en dat je de andere wang moet toekeren, kan dat een gezond protest tegen onware en onheuse bejegeningen van de narcist ondermijnen. Zeker als je partner je dit soort opvattingen nog eens onder de neus wrijft. „Niet ik ben fout, maar jij gaat tegen Gods geboden in”, wordt dan gezegd.”
Podium
Iemand kan een ander ook ernstig benadelen door hem of haar onterecht als narcist neer te zetten, waarschuwen zowel Visser als Hegger en Van der Velde. Een goede diagnose is daarom ontzettend belangrijk, benadrukken de psychologen. Van der Velde: „Om iemand de diagnose van pathologisch narcisme te geven, moet een probleem diep in iemand verankerd zitten en naar voren komen op allerlei levensgebieden. Je kunt niet iemand een narcist noemen die bijvoorbeeld op het werk of in de kerk soms wat al te enthousiast is of graag op het podium staat.”
Zelf maakte hij weleens mee dat een vrouw zei dat haar man een narcist was, terwijl dat niet het geval bleek. „Na gesprekken bleek dat hij goed functioneerde in vriendschappen, in de kerk en op het werk. In zo’n geval ging het niet om narcisme, maar om een huwelijksprobleem.”
Hoe houd je het leven draaglijk als je naaste narcisme heeft? Zoek vooral contacten buiten de relatie met de narcist, adviseren Hegger en Van der Velde. Hegger: „Dat kunnen we niet genoeg benadrukken. Goede vrienden kunnen jou ervan overtuigen dat je niet gek bent, ook als je partner zegt dat dit wel het geval is.” Ook het delen van het verdriet met lotgenoten kan heilzaam zijn, merkten de psychologen op de avonden in kleine kring. „Daar voelden mensen soms voor het eerst: ik ben niet de enige die klein is gemaakt. Al dat lijden wordt nu langzamerhand een stem gegeven.”