Voor het eerst sinds 1918 heeft Nederland een minister-president die geen lid is van een politieke partij. Onder burgemeesters is de partijloze variant al jaren in opmars.
In het kabinet dat op 2 juli werd beëdigd is niet alleen premier Schoof partijloos, maar ook staatssecretaris Struycken van Rechtsbescherming. Schoof is gevraagd door de PVV, Struycken door NSC, en alleen dat al leidt tot vraagtekens bij hun onafhankelijkheid. Onderwijsminister Bruins zat tot 2021 voor de ChristenUnie in de Tweede Kamer, maar zegde zijn CU-lidmaatschap op nadat hij door NSC was gevraagd voor het huidige kabinet. Partijloos werd hij niet: „NSC is nu mijn politieke thuis”, zei hij vorige week in het Nederlands Dagblad.
Voordat deze bewindslieden aantraden, waren er heel lang geen partijloze ministers geweest. Minister Beijen van Buitenlandse Zaken was de laatste, en dat was in de jaren 1952-1956. In de periode daarna waren er nog wel drie staatssecretarissen die geen lid van een partij waren: Peijnenburg en Schaper, beiden op Defensie in de kabinetten-Cals en -Zijlstra (1965-1967), en Van Eijck, die door Lijst Pim Fortuyn (LPF) was gevraagd als staatssecretaris van Financiën voor het kabinet-Balkenende I (2002-2003). Vóór Beijen was er weleens vaker een partijloze minister, vrijwel altijd op Buitenlandse Zaken of Defensie. Daarna werd dit echter een zeldzaam fenomeen. Tweede Kamerleden zijn soms wel een tijdje partijloos nadat ze uit een fractie zijn gestapt of gezet.
In het buitenland komen partijloze functionarissen vaker voor. Soms wordt bewust gekozen voor iemand die boven de partijen staat. Zo trad in IJsland de partijloze historicus Guðni Thorlacius Jóhannesson aan als president tijdens een onrustige periode in de politiek. In Hongarije waren twee achtereenvolgende presidenten partijloos, al waren ze wel door politieke partijen naar voren geschoven.
Wethouders
In Nederland kwam de partijloze variant de laatste jaren al voor in plaatselijke en regionale overheden. Zo heeft de provincie Groningen sinds vorig jaar een partijloze gedeputeerde. Ze werd door BBB voor de functie gevraagd, maar behoort niet tot die partij.
De Tilburgse wethouder Lahlah was partijloos toen ze in 2018 aantrad. Maar dat bleef ze niet: in 2021 werd ze lid van GroenLinks en sinds december vorig jaar zit ze in de Tweede Kamer.
Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 telde Nederland acht partijloze wethouders. Er waren toen 523 wethouders afgevaardigd door een lokale partij, en onder hen kunnen er zijn die geen lid zijn van een landelijke partij.
Afscheid
In 2021 waren er dertig partijloze burgemeesters, inmiddels zijn het er al 42, van de 342. Sommigen waren eerder wel binnen een partij actief. De Zwijndrechtse burgemeester Van der Loo (begin vorig jaar stapte hij over naar Almere) zegde eind 2021 zijn CDA-lidmaatschap op, omdat hij vond dat het burgemeestersambt het best vervuld kan worden door iemand die politiek onafhankelijk is. Zijn partijgenote Jansen-van Harten (Woudenberg) volgde vorig jaar om diezelfde reden zijn voorbeeld.
Anderen bedankten als lid omdat ze zich minder dan eerder in de partijlijn konden vinden. De burgemeesters Bijl (Purmerend) en Out (Assen) stapten om die reden uit de VVD, Kats (Veenendaal) uit de SGP en Slinkman (Berg en Dal) uit het CDA. Eerder al, rond de jaarwisseling 2005/2006, verliet toenmalig burgemeester Bosma (Lemsterland) D66 uit onvrede met het asielbeleid van zijn partij.
Toen de Drentse burgemeester Out zijn VVD-lidmaatschap opzegde, sprak hij de hoop uit dat „weggebleven wordt van een rechtstreeks gekozen burgemeester. Bij dergelijke verkiezingen zou partijkleur een belangrijke keuzefactor worden, terwijl juist partijpolitiek het vertrouwen in democratie en bestuur onder druk heeft gezet. Ik zal daarom vanaf heden een bewust partijloze burgemeester zijn.”
Het beeld dat je lid moet zijn van een politieke partij omdat je anders geen kans maakt om burgemeester te worden geldt niet meer, constateerde bestuurs- en organisatiewetenschapper Sabine van Zuydam in 2021 in haar boek ”Burgemeester ben je. En je kunt het ook worden”. Partijloos is overigens niet hetzelfde als kleurloos: „Het type burgemeester dat als grijze bestuursmuis onzichtbaar z’n werk doet, wordt zeldzaam.”
Veel burgemeesters waren eerder wethouder. Met de toename van het aantal wethouders van lokale partijen is dan ook te verwachten dat het aandeel partijonafhankelijke burgemeesters ook groeit. Overigens neemt ook het aantal zijinstromers –burgemeesters zonder politieke ervaring– toe.
Verzuiling
Burgemeester Gorter van Zeewolde is de langstzittende partijonafhankelijke burgervader. In 2007 werd hij benoemd, volgend jaar gaat hij met pensioen. Lid van een landelijke partij is hij nooit geweest. In Raalte was hij acht jaar fractieleider en tien jaar wethouder voor Gemeentebelangen. „Toen ik liet doorschemeren dat ik wel wat in het burgemeestersambt zag, kreeg ik te horen dat ik pas kans zou maken als ik lid van een landelijke partij werd. In die tijd werd vanuit de zuilen binnen de Tweede Kamer gelobbyd: elke stroming probeerde zo veel mogelijk mensen te parachuteren. Ook de commissaris van de Koning speelde een rol in de keuze. Nu is de burgemeestersbenoeming een zaak van de gemeenteraad. Die bekijkt wat de beste kandidaat voor een gemeente is. Zo kan het gebeuren dat iemand in een gemeente terechtkomt waar zijn partij nauwelijks aanhang heeft. Of er wordt een partijloos iemand benoemd. Destijds was dat nog een zeldzaamheid.”
Achtergrond
Volgens Gorter heeft zijn onafhankelijkheid hem alleen maar voordelen opgeleverd. „Je hebt meer vrijheid. Je wordt ook niet aangekeken op wat je partij in een gemeente doet. Probeer me maar ergens op te vangen; dat gaat niet lukken. Het is niet voor niets dat ik hier achttien jaar heb kunnen blijven: ik ben slecht in te delen, en mensen proberen dat ook niet. Ik heb een christelijke achtergrond, maar heb die in de politiek nooit gebruikt. Een burgemeester moet boven de partijen staan en niet zijn mening laten horen. Soms wordt een beslissing genomen waar ik persoonlijk niet achtersta. Het college weet dat, maar daarbuiten spreek ik er niet over. Ik kan zo’n besluit dan toch met verve uitdragen.”
Als nadeel van partijloosheid wordt genoemd dat een burgemeester geen organisatie heeft om op terug te vallen voor vorming of advies. „Een mooi kletsverhaal”, noemt Gorter dat. „Bij een partij kun je de partijideologie leren, maar als burgemeester moet je het belang van de gemeenschap behartigen, en van elke burger, ongeacht zijn achtergrond. Voor opleiding kunnen we terecht bij het Nederlands Genootschap van Burgemeesters; daar worden we elk jaar bijgespijkerd.” Zelf zegt Gorter al lang voor zijn benoeming kennisgemaakt te hebben met het werk: voordat hij wethouder werd, was hij dertien jaar ambtenaar in Deventer.
Kers op de taart
Voor de Waddinxveense burgemeester Nieuwenhuis –een van de acht SGP’ers die dit ambt bekleden– is de toename van het aantal partijloze collega’s een van de aanwijzingen dat de route naar het burgemeesterschap „minder standaard” wordt. „Vroeger was zo’n benoeming nogal eens de kers op de taart: de bekroning van een politieke carrière. Dat verandert steeds meer. Je ziet verjonging: ik was 40 toen ik werd benoemd en er zijn ook dertigers die burgemeester worden. Er zijn steeds meer zijinstromers die nooit in de politiek hebben gezeten. Daarnaast neemt het aantal vrouwelijke burgemeesters langzaam maar zeker toe.”
De gevestigde partijen zijn kleiner geworden, dus het is logisch dat het aantal partijloze burgemeesters groeit, zegt Nieuwenhuis. „Voor een deel komen ze uit de lokale partijen en daarmee hebben ze ook gewoon eigen politieke opvattingen.”
Elke burgemeester is erop gebrand boven de partijen te staan, zegt de Waddinxveense burgervader. „Je bent van iedereen en van niemand. Boven de partijen en onder de mensen, hoorde ik de vroegere stadsdichter van Rotterdam woensdag zeggen bij het afscheid van burgemeester Aboutaleb. Een burgemeester is geen partijpoliticus. Ik ben geen SGP-burgemeester, maar burgemeester van SGP-huize; geen vooruitgeschoven post van een partij.”
„Je bent van iedereen en van niemand” - Evert Jan Nieuwenhuis, burgemeester
Dat leidt er volgens Nieuwenhuis toe dat veel mensen niet weten welke kleur hun burgemeester heeft. „Waddinxveen is al jaren de gemeente met het snelst groeiende inwoneraantal. Meer dan de helft van hen woont hier korter dan ik, en dat is bijna zeven jaar. Ik denk dat velen niet weten tot welke partij ik behoor.”
Vertrouwen
Sinds 2019 is Nieuwenhuis voorzitter van de Bestuurdersvereniging waarin de ruim 360 bestuurders van SGP-huize zijn verenigd. „Zodoende heb ik nogal eens contact met mensen die interesse hebben in het burgemeesterschap. Zij merken tijdens sollicitatieprocedures dat partijlidmaatschap voor de vertrouwenscommissies uit de gemeenteraden steeds minder belangrijk is: die kijken vooral naar kwaliteiten.”
De burgemeesters die tot de SGP behoren, hebben onderling geen intensief contact. „Elke gemeente heeft zijn eigen karakter. Ridderkerk is anders dan Goes en Elburg is geen Waddinxveen. We leven met elkaar mee en wisselen een enkele keer van gedachten over een dilemma. Dat kan helpen om een balans te vinden tussen je eigen opvattingen en hoe kwesties wettelijk geregeld zijn. Ook met landelijke en provinciale fracties is er soms contact.”
Binnen hun gemeente zijn burgemeesters vooral onafhankelijk. „Kennelijk slagen we daarin: onderzoek laat zien dat het vertrouwen van burgers in instituties en politiek leiders tot een bedroevend laag niveau is gezakt, ver onder de 50 procent. Eén institutie is een uitzondering: de burgemeester haalt zo’n 60 procent. Juist een ambtsdrager die niet wordt gekozen maar benoemd, blijkt nog het vertrouwen te hebben. Laten we er zuinig op zijn.”