OpinieWat zeg je dan?

Waarom blijft Jezus zo lang weg?

Kort nadat Jezus naar de hemel was gegaan, waren er al mensen die de conclusie trokken: Hij is nu al een paar jaar weg, dus dat wordt niks meer. In 2 Petrus 3:4 citeert Petrus hen als volgt: „Waar is de belofte Zijner toekomst?” Met andere woorden: Zie je wel? Hij zei het wel, maar Hij doet het niet.

Ds. F. Van Binsbergen
11 September 2024 11:57
beeld RD
beeld RD

Petrus noemt deze mensen spotters. Als Jezus langer wegblijft dan gedacht, houden zij het voor gezien en zeggen: „Jezus heeft gelogen.” En laten we eerlijk zijn: hebben die spotters niet toch ergens gelijk? Het is toch niet normaal dat het nu al 2000 jaar duurt? In de afgelopen eeuwen leek het er soms even op dat Hij zou komen. Bij grote rampen of oorlogen werd er om het hardst geroepen dat Hij dichtbij was. Ook nu preken dominees over Jezus’ naderende voetstappen. Maar zijn dat niet eigenlijk alleen maar woorden? Want Jezus blijft maar weg. Waarom dan toch nog blijven wachten?

Het is te gemakkelijk om te zeggen: „Dat moet je gewoon maar geloven, want Jezus zegt dat.” Aan de andere kant is het heel verleidelijk om te gaan rekenen en redeneren om de ander te overtuigen. Ik denk dat Petrus ons kan helpen. Hij houdt het simpel, maar doet niet naïef. Hij geeft goede argumenten, maar geeft ze wel als een gelovige. Dat sluit elkaar blijkbaar niet uit. Het antwoord van Petrus bestaat uit twee stappen. Eerst geeft hij de opdracht om anders te leren denken. Daarna gaat hij in op de vraag of God echt bewust traag is met de wederkomst van Jezus.

Omdenken

Eerst die opdracht om anders te leren denken. Volgens Petrus moeten we er allereerst van uitgaan dat God anders naar de tijd kijkt dan wij. Hij schrijft met een beroep op Psalm 90:4 „dat één dag bij den Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als één dag” (2 Petrus 3:8). Het punt dat hij maakt is belangrijk voor ons. Wij zijn mensen maar de Heere is God. Wij mensen tellen de tijd in minuten, dagen of jaren. Maar God heeft de tijd gemaakt. Petrus bedoelt niet letterlijk te zeggen dat Gods dagen zo lang zijn als duizend mensenjaren. Hij bedoelt: denk vanuit God. Wij slaan snel aan het rekenen maar als we denken vanuit God is onze verwachting absoluut zeker. De Bijbel eindigt met de woorden: „Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastelijk” (Openbaring 22:20). Hij zal komen en dat zal Hij niet onnodig lang uitstellen.

Is hier alles mee gezegd? Natuurlijk niet. Jezus weet immers dat bij ons op aarde de tijd heel anders functioneert. Eén dag van ondraaglijk lijden kan voelen als een jaar. En toch komt Hij nog niet. Dat snappen we niet. Ik ook niet. Het is een bewuste keuze om dan toch de nieuwe aarde tegemoet te zien. Jezus zal verschijnen en dan wordt alles nieuw! Die keuze vraagt om vertrouwen. Blijven wachten op Jezus heeft dus ook iets in zich van jezelf wegcijferen. Deed juist Jezus dat niet ook in Gethsémané toen Hij het even niet meer kon volgen en Zich moest toevertrouwen aan Zijn Vader? Uw wil geschiede. En wie weet hoelang die drie uur in het pikkedonker aan het kruis voor Hem duurden?

God is geduldig

Het tweede deel van Petrus’ antwoord richt zich tot gelovige mensen die ongeduldig worden. Hij weet dat ze de vraag stellen waarom het toch zo lang moet duren. Kan Jezus om de ene of andere reden nog niet terugkomen? Of stelt God het bewust uit? Volgens Petrus dat laatste. Je hoort de spotters al praten: „Zo, fijne God is dat. Hij laat het dus allemaal maar gaan, ook al dat lijden en die zuchtende schepping?” Eerlijk gezegd denk ik zelf ook weleens: „Stuur toch Uw Zoon spoedig naar ons toe, Heere! Dan is er een einde aan alles wat ons beschadigt en verdeelt.” Maar dan denk ik ook gelijk aan al die mensen die nog niet klaar zijn voor Zijn komst. Ook die spotters vandaag.

Petrus heeft voor ongeduldige gelovigen een diepe les. God wacht met het sturen van Jezus omdat er nog mensen verlost moeten worden: „De Heere vertraagt de belofte niet, (…) maar is lankmoedig over ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen” (2 Petrus 3:9). Ook tegen sluitingstijd ziet God met milde ogen zondaren binnenkomen.

Opnieuw de vraag: is hier alles mee gezegd? Nee, want hoe bepaalt Hij dan dat echt de laatste binnen is en waarom precies dan pas? Toch sta ik niet met lege handen. Wie ongeduldig verlangt naar de terugkomst van Jezus, moet God meer in Zijn hart kijken. Hij verkiest dat moment en de mensen. Zijn plan wordt gedragen door geduld. En weet je? Laten we van Zijn geduld onze passie maken en de boodschap laten horen: nog is er plaats bij God!

De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente Rotterdam Kralingse Veer.

„God kijkt anders naar de tijd dan wij. Hij heeft die gemaakt. Wij slaan snel aan het rekenen maar als we denken vanuit God is onze verwachting absoluut zeker.” beeld Sjaak Verboom

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer