Kan het christelijk geloof wel waar zijn als er zoveel onenigheid is?
Kan het christelijk geloof wel waar zijn als christenen het over zo veel dingen niet met elkaar eens zijn? Een heel begrijpelijke vraag. Laten we die eens van verschillende kanten bekijken.
Het is verdrietig, maar wie bij de kerkelijke pers begint met nadenken over deze vraag komt in aanraking met heel verschillende en zelfs tegenstrijdige opvattingen. Geen wonder dat deze vraag naar de ”waarheid” zich aan je opdringt.
Laten we eerst vaststellen dat wat wel of niet waar is niet bepaald wordt door meerderheid van stemmen of door de hardste schreeuwers. Dat lijkt een hardnekkig misverstand. Als in ons land nog geen 10 procent christelijk meer is, dan zegt die overige 90 procent op zichzelf helemaal niets over de waarheid of de waarde van het christelijk geloof.
Vormgeving eredienst
Vervolgens helpt het misschien om eens te letten op het soort zaken waarover christenen onderling van mening verschillen. Een bekend onderscheid is dat tussen kernzaken, middelmatige zaken en randzaken. Natuurlijk discussiëren we overal over, maar je mag wel bedenken dat gelukkig niet alle verschillen van inzicht van even groot belang zijn.
Om met de randzaken te beginnen: onze manier van zingen, of we wel of niet gaan staan tijdens het zingen of bidden, welke kleur onze kleding heeft als we naar de kerk gaan en zo nog een hele rij meer – we hebben er allemaal wel een mening over. Doen zulke dingen er helemaal niet toe? Dat kan niemand beweren, maar uiteindelijk is het vaak niet meer dan een (plaatselijke) gewoonte.
Daarnaast heb je zogenaamde middelmatige zaken, zaken waarmee in ieder geval de zaligheid, ons behoud, niet gemoeid is. De vormgeving van de eredienst kan het hart van het geloof raken als we niet meer beseffen dat het gaat om een ontmoeting tussen God en Zijn gemeente. Maar verschil van mening over de volgorde van de onderdelen van de eredienst of over hoe we het Heilig Avondmaal vieren (zittend of staand) moeten we niet zo groot maken. Middelmatig is ook de wijze waarop je het kerk-zijn inricht. Wie vóór een verbinding is tussen plaatselijke gemeenten en een landelijk kerkverband (presbyteraal-synodaal stelsel) zal John Owen niet veroordelen, die iedere gemeente eigenlijk als zelfstandige eenheid zag (congregationalisme).
Belijdenisgeschriften
Dan over de kernzaken. Een kernzaak is de belijdenis dat Jezus de Zoon van God is. Daarover wordt onder christenen niet verschillend gedacht. Gelukkig is er zo nog een heel aantal dingen te noemen waarover we het onderling eens zijn: de Bijbel als het levende woord van God, dat onze God de drieënige God is, dat er maar twee wegen zijn en één Zaligmaker.
Toch kun je tegenwerpen dat er ook over heel belangrijke zaken wel verschil van mening is. Dat moet ik je –helaas– toegeven, hoewel we heel wat van die aspecten van het christelijk geloof als een gemeenschappelijke basis hebben. Dan denk ik aan onze drie gereformeerde belijdenisgeschriften. Maar zelfs over wat dáárin staat, is verschil van inzicht. Je weet dat er bijvoorbeeld over de betekenis van het verbond en de doop, over verkiezing en verantwoordelijkheid en over de vraag hoe je deelt in het heil allerlei meningen bestaan. Wat zou het winst zijn als we recht zouden doen aan de evenwichtige belijdenis van de kernzaken van de gereformeerde kerken in ons land en daarbuiten. Maak die je vooral eigen. Daarbij kunnen hertalingen behulpzaam zijn, zodat je het Nederlands beter begrijpt.
Beperkte kennis
Er zitten ook mooie kanten aan deze meningsverschillen. In de eerste plaats is het zo dat we over iets wat er niet of nauwelijks toe doet, wat geen waarde heeft, geen grote discussies voeren. De waarheid die we uit het Woord van God ontvangen, is blijkbaar een grote schat. Misschien moet ik wel zeggen: een té grote schat voor ons. Zo groot dat we er slechts een beperkte kennis van hebben.
En dat is het tweede mooie van alle verschil van inzicht. De waarheid van Gods openbaring is zo veelkleurig en zo veelzijdig, dat we nooit de hele waarheid zullen kunnen bevatten. Gods waarheid is vierdimensionaal: lengte, breedte, diepte en hoogte (Efeze 3:18). De rijkdom van ”Ik ben de Waarheid” is zo groot dat we er alleen „met al de heiligen” iets van kunnen bevatten.
Waarheid en liefde
Waar zit dan het probleem? In de eerste plaats overschatten we onszelf als we ons eigen standpunt verabsoluteren vanwege innerlijke onzekerheid en geestelijke onvolwassenheid. Bovendien hebben we allemáál de neiging om het radicaal oneens te zijn met de Heere. Als je dat beseft, wordt je toon anders ten opzichte van hen met wie we het oneens zijn. Een andere mening verbinden met iemands eeuwige bestemming is levensgevaarlijk.
In de tweede plaats gaat het om het onderscheid tussen wíé het zegt en wát iemand zegt. Hoe zien we iemand met wie we het oneens zijn? Hebben we hem of haar lief? Of zijn we er vooral op uit om ons eigen gelijk te halen, omdat we onszelf bedreigd voelen of hoogmoedig zijn? Wie begint met te letten op wat we gemeenschappelijk hebben, zal minder veroordelend spreken. De manier waarop we als christenen discussies voeren, ontkracht meer de waarde en de waarheid van het christelijk geloof dan die meningsverschillen zelf. Geen waarheid zonder liefde. Geen liefde zonder waarheid.
De auteur is hoogleraar praktische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.