Münster, stad van vredesverdragen en dwaallichten
Met 45 RD-lezers trokken wij door Münster. In 1648 werden daar twee belangrijke vredesverdragen gesloten. Die van Münster en die van Westfalen. De Tachtigjarige Oorlog was voorbij. Spanje erkende de Republiek. Nederland was geboren. De gereformeerde religie onze officiële godsdienst.
Münster herinnert ook aan Bommen Berend, de oorlogszuchtige vorst-bisschop die in 1672 de jonge Republiek aanviel. De stad verwierf zijn grootste bekendheid doordat in 1534 extremistische dopers er de macht grepen. Dat trok nog meer radicale figuren aan. Het Koninkrijk Sion was een feit. De Nederlander Jan Matthijs had de leiding. Hij profeteerde de apocalyptische eindstrijd voor Pasen 1534. Het duizendjarig rijk naderde. Overmoedig verliet hij de stad en onverschrokken ging hij de vijand tegemoet. Het kostte hem het leven. Hij werd vervangen door de jonge Hollander Jan Beukels (27), alias Jantje van Leiden. Onder diens bewind radicaliseerde Münster verder. Zonde maakte kleren nodig. Wie zonder zonde is, kan in zijn blootje lopen. Bezit werd afgeschaft, doodstraf en polygamie werden ingevoerd. Jan nam voor zichzelf zeventien vrouwen. Een van hen ondernam een vluchtpoging, maar werd al snel achterhaald en publiekelijk onthoofd.
De extremisten vernietigden kunstschatten en boeken, behalve de Bijbel. Het complete stadsarchief ging verloren. Wie weigerde zich te bekeren naar doperse snit kon het veld ruimen. Op 24 juni 1535 viel het Koninkrijk Sion na een jaar van belegering en uithongering. Ditmaal kon de koning-profeet zich er niet met een Jantje van Leiden vanaf maken. Hij werd samen met zijn raadsheren Berend Knipperdolling en Berend Knechting doodgemarteld. Wat er van hun lichamen overbleef, was voor de gieren, kraaien en raven. Ze hingen tot 1585 in drie kooien aan de Lambertuskerk. ’s Avonds flikkert in elk van die drie een lichtje. Het waren immers dwaallichten.
Rooms-katholieken, calvinisten en lutheranen verafschuwden de dopersen, zelfs de vredelievende volgelingen van Menno Simons. Vooral vanwege de ketterse excessen in Münster. Guido de Brès legt in de artikelen 18, 34 en 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis de vinger bij de zere plek. Hij hekelt hun visie op kerk en staat, op de vrije wil, op de Heilige Doop en op de vleeswording van Christus.
Een dag later waren we in Twickel bij Delden, waar in 1544 twee freules werden verbrand vanwege hun doperse sympathieën.
Het is ook voor nu leerzaam en ontdekkend om de fundamentele verschillen tussen Reformatie en doperdom voor onszelf na te gaan.