OpinieMilieu en technologie
Moeten we een ideologische klimaatstrijd voeren?

We halen de duurzaamheidsdoelstellingen echt niet. Er ontbreekt immers een breed gedeelde overtuiging dat iedereen zijn gedrag jegens de schepping moet aanpassen.

Gijsbert Korevaar
beeld RD
beeld RD

Deze week vieren wij ons zilveren huwelijksjubileum. Wij trouwden een paar maanden voor de millenniumwisseling. Dus herinner ik me nog levendig dat wij ons op het werk intensief bezighielden met het controleren van onze ICT-systemen op mogelijke risico’s rond de ”millenniumbug” (een probleem dat ontstond wanneer een computer alleen de laatste twee cijfers van jaartallen opsloeg). Het gevaar van de millenniumbug stelde uiteindelijk niets voor. De grootste klap bij ons nieuw gestarte huishouden kwam van een buurjongen die het wel leuk vond om onze buitenlamp op te blazen met een strijker.

Mijn werk op de universiteit stond verder geheel in het teken van bezinning op verduurzaming van industrie en bedrijfsleven. Er werd veel gedebatteerd over hoe we de politieke werkelijkheid van de zogenoemde Brundtlanddefinitie („zo te voorzien in onze behoeften dat behoeften van toekomstige generaties niet in gevaar komen”) zouden kunnen vertalen in een duurzame technologische ontwikkeling. Tegen dat laatste was er vooral vanuit de wereld van beleidsmakers en politici veel weerstand. Men vond dat wij als ingenieurs het duurzaamheidsprobleem veel te technisch maakten.

Onlangs zag ik een brief van de VROM-raad aan toenmalig minister Pronk over de ecologische voetafdruk (volstrekt irrelevant voor dit betoog, maar te leuk om niet te melden: deze brief is gedateerd op onze trouwdag in 1999!). De VROM-raad adviseert hierin om de ecologische-voetafdrukmethode alleen met uiterste zorgvuldigheid in te zetten. Het lijkt wel een aardig hulpmiddel voor discussies over duurzaamheid, maar de adviesraad vindt de ecologische voetafdruk vooral een veel te simpele en technocratische manier om daadwerkelijk te worden gebruikt als instrument voor beleidsvorming. Dit als illustratie bij de stelling dat het debat over duurzaamheid zo’n kwarteeuw geleden veel ideologischer was dan nu.

Vorige week luisterde ik de lezingen van de Haamstedeconferentie na. Laat ik dit vooraf erbij zeggen: dit geeft mij als gewoon gemeentelid al jarenlang opbouw en toerusting. En ook dit jaar heb ik met veel genoegen meegeluisterd, ook naar de lezing van SGP-leider Chris Stoffer. Hij ging in op de vraag rond de ideologische strijd anno 2024. Hij noemde de duurzaamheidsdoelstellingen en het klimaatdebat een belangrijk onderdeel van deze ideologische strijd. Dat triggerde mij. Ik vind namelijk dat er op dit moment helemaal geen echte ideologische strijd is rond milieu en klimaat. Het hele debat rond deze thema’s zou juist veel ideologischer moeten zijn en met veel meer overtuiging moeten worden gevoerd.

Ik begrijp wel dat christenen niet zomaar willen meegaan met een niet-Bijbels en volstrekt seculier gedachtegoed over milieu en duurzaamheid. Alsnog wil ik er wel voor waken dat we ons als christenen te gemakkelijk in het populistische hoekje laten duwen en denken dat alles wat opkomt voor mens en maatschappij een verkeerde ideologie zou aanhangen.

De huidige duurzaamheidsdoelstellingen zijn het vervolg op de millenniumdoelstellingen. Eerst waren er acht doelen, van 2000 tot 2015. Nu zijn dat er zeventien, tot het jaar 2030. Meer dan 25 duurzaamheidsjaren heb ik als expert meegemaakt. Met ups en downs werkten heel veel mensen in ons land aan besparing op grondstoffen en verduurzaming van de energievoorziening. Men probeerde het consumptisme bij te sturen en mensen duidelijk te maken dat wij het aan de noordkant van deze planeet ontzettend goed hebben en ook wel met wat minder toe kunnen.

De duurzaamheidsdoelstellingen gaan we trouwens in de verste verte niet halen. Dat komt niet door de aan- of afwezigheid van een ideologische strijd erachter. Het komt wel door het gebrek aan een breed gedeelde overtuiging dat iedereen in dit land, dus ook het christelijke volksdeel, het gedrag richting natuur en schepping moet aanpassen.

Er is geen ruimte meer voor ontsnapping aan de realiteit dat de huidige houding ten opzichte van de schepping onhoudbaar is. Daarom mijn hartenkreet om ons niet te laten verblinden door het wel of niet moeten voeren van een ideologische strijd, maar om bij onszelf te rade te gaan met de vraag wat het betekent om mens en schepsel te zijn voor Gods aangezicht.

De auteur is lector circulaire energietransitie aan Hogeschool Rotterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer