De vrijheid van meningsuiting zoals we die in de westerse wereld kennen is een groot goed. Ieder die iets weet van landen met een dictatuur zal dat beamen. Maar tegelijk is het belangrijk dat die vrijheid begrensd is. Laat men die gedachte los, dan dreigt chaos en anarchie.
Deze overwegingen zijn actueel door de ophef rond de Belgische columnist Herman Brusselmans. Hij schreef enkele weken geleden in een bijdrage voor het weekblad Humo iedere Jood die hij tegenkomt met een mes te willen steken. Reden om dit extreme standpunt in te nemen is dat hij woedend is over het lijden van de Palestijnse bevolking in Gaza.
Vooropgesteld, het lijden van de Palestijnen is groot. Daarover geen misverstand. Dat dit gevoelens van machteloosheid en boosheid oproept, is begrijpelijk. Ook al heeft Israël goede argumenten om op te treden tegen Hamas, onmiskenbaar zijn duizenden onschuldige burgers in Gaza –waaronder heel veel kinderen– slachtoffer van het conflict. Maar daarbij moet wel worden aangetekend dat de manier waarop Hamasstrijders de burgerbevolking gebruiken als dekmantel bij hun gevechten, niet uit het oog verloren mag worden.
Brusselmans doet dat in ieder geval wel. Hij richt zijn venijnspuiterij op de Joden en zwijgt over het optreden van Hamas. Daarbij moet direct worden gezegd dat dit niet ‘zomaar’ venijnige kritiek is. Hij maakt opmerkingen die een dodelijke uitwerking kunnen hebben. Terecht dat Joodse organisaties, en niet alleen zij, zeggen dat hij aanzet tot moord. Ook terecht dat het Belgische openbaar ministerie een gerechtelijk onderzoek tegen hem is gestart.
Inmiddels heeft de redactie van het tijdschrift Humo de column offline gehaald . In een verklaring zegt ze dat het „nooit de bedoeling was geweest om de Joodse gemeenschap te kwetsen”. Dat is op zichzelf positief. Maar het is wel laat. Of liever: te laat. De redactie had de column moeten weigeren. Maar dat blijkt bij redacties vaak te gevoelig te liggen. Want ja, columnisten mogen tegen de schenen schoppen en zijn bijna onaantastbaar. Eenzelfde status lijkt de vrijheid van meningsuiting te hebben.
Ook de Belgische justitie kan traagheid worden verweten. Waarom pas optreden als er een klacht is binnengekomen? Zo’n artikel had voor het openbaar miniserie direct aanleiding moeten zijn om op te treden. Kennelijk is er ook bij justitie vaak een aarzeling om in te grijpen als de vrijheid van meningsuiting in het geding is. Ook wanneer er uitspraken worden gedaan die over de grens (lijken te) gaan.
Ja, vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Maar er zijn grenzen. Klassieke denkers over dit thema hebben dat altijd gezegd. Zij stellen klip-en-klaar: De grens is in ieder geval daar waar de ander naar het leven wordt gestaan. Brusselmans woorden lijken daartoe op te roepen. Wie dat doet, verdient te worden aangepakt.