Koopkracht herstelt zich; meer geld over om uit te geven in 2025
Mensen houden weer wat meer over om uit te geven, aldus het Centraal Planbureau (CPB) in een raming over de economie. De koopkracht groeit dit jaar met 2,5 procent en volgend jaar met 1,1 procent. „In 2025 is de koopkracht voor het doorsnee huishouden weer boven het niveau van 2021, toen de inflatiegolf begon.”
Als er geen rekening wordt gehouden met persoonlijke gebeurtenissen, zoals een scheiding of het verlies van een baan, gaan de meeste groepen er gemiddeld wat op vooruit. Dit jaar profiteren vooral de midden- en hogere inkomens, voor 2025 is een wat grotere plus voorzien voor de laagste inkomens.
Dat de koopkracht toeneemt, heeft te maken met de hogere lonen en de lagere lasten. „De koopkracht in 2025 is duidelijk hoger dan bij de vorige raming als gevolg van de lastenverlichting uit het hoofdlijnenakkoord”, aldus het CPB. Die maatregelen zorgen er tegelijkertijd voor dat het begrotingstekort oploopt.
Het aantal mensen dat in armoede leeft, daalt naar 4,1 procent. In 2024 leeft 4,5 procent van de mensen in armoede, het jaar ervoor was het 4,6 procent. Na volgend jaar loopt dit aandeel ook weer wat op.
Minister EZ voorzichtig positief
Minister Dirk Beljaarts (Economische Zaken) is voorzichtig positief over de gepresenteerde cijfers. Hij noemt de door de rekenmeesters voorspelde groei van 0,6 procent in 2024 en 1,6 procent in 2025 „beter dan het afgelopen jaar, maar nog wel beperkt”. Ondernemers moeten meer ruimte krijgen om het verdienvermogen van Nederland in de toekomst zeker te stellen, vindt de bewindsman.
De toekomstige welvaart staat „wel degelijk onder druk”, nuanceert Beljaarts de cijfers van het CPB. Dat komt „door vergrijzing en gebrek aan personeel, huizen en ruimte op het stroomnet”.
De productiviteit moet volgens de minister omhoog om ervoor te zorgen dat Nederland ook in de toekomst genoeg blijft verdienen. In 2023 daalde de toegevoegde waarde per gewerkt uur met 1,3 procent ten opzichte van een jaar eerder, becijferde statistiekbureau CBS onlangs.
Ondernemers en bedrijven moeten van de overheid ruimte krijgen om deze trend te keren, bepleit Beljaarts. „Dat betekent dat we ze niet steeds met nieuwe regels moeten belasten.”
Reactie minister SZW
Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) juicht toe dat de economie volgend jaar lijkt aan te trekken, maar blijft het nodig vinden om in aanloop naar Prinsjesdag te sleutelen aan koopkrachtmaatregelen. „Wie profiteert in welke mate van die opleving van de economie?”, is de vraag die hij de komende weken wil beantwoorden.