Economie herstelt zich onverwacht stevig
De Nederlandse economie heeft zich in het tweede kwartaal stevig hersteld van de krimp begin dit jaar. Het bruto binnenlands product (bbp) steeg met 1 procent ten opzichte van het eerste kwartaal, vooral dankzij de gestegen export.
Ook de overheid gaf meer geld uit aan onder meer de zorg en de opvang van asielzoekers, blijkt uit voorlopige cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag naar buiten bracht. Consumenten hielden de hand juist wat op de knip.
De groei van de economie is onverwacht hoog: economen hadden gerekend op 0,2 procent, na de krimp van 0,5 procent in de eerste drie maanden van 2024. Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS, zegt desgevraagd dat hij zelf ook„aangenaam verrast” is.
Export
Motor achter de toegenomen export is de industrie. Terwijl die in het eerste kwartaal met 3,3 procent kromp, groeide die nu met datzelfde percentage. Producten van Nederlandse makelij vonden gretig aftrek. Vooral de uitvoer van chemische producten, voedings- en genotmiddelen en machines nam toe. „De groei is vrij breed gedragen. Het gaat niet om een incident dat afhankelijk is van een paar grote bedrijven”, stelt Van Mulligen.
„Bang voor hun baan hoeven Nederlanders niet te zijn”
Hugo Erken, econoom bij de Rabobank, wees er dinsdag op dat een zwakke start van het jaar bij chipmachinefabrikant ASML en het stoppen van de autoproductie bij de Limburgse fabrikant VDL Nedcar in het eerste kwartaal relatief zwaar doortikten in de exportcijfers. Die zaken speelden nu niet.
Pessimistisch
Ondanks de gestegen lonen zijn consumenten nog steeds vrij pessimistisch over hun financiële situatie. Volgens Van Mulligen zit de hoge inflatie van de afgelopen jaren bij de mensen nog tussen de oren. Daarom zijn ze voorzichtig met uitgaven: die waren 1 procent lager dan in het eerste kwartaal. Nederlanders besteedden minder aan voedingsmiddelen en energie en gaven minder uit in de horeca. Van Mulligen wijt dit laatste mede aan het koele en natte voorjaar.
Bang voor hun baan hoeven Nederlanders niet te zijn. Weliswaar nam de krapte op de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal iets af, maar tegenover honderd werklozen staan nog steeds 108 vacatures. Vooral de bouw heeft moeite om aan nieuwe mensen te komen: per duizend banen staan daar 74 vacatures open. In absolute cijfers kampen de handel, de zakelijke dienstverlening en de zorg met de meeste vacatures. De werkloosheid daalde in het tweede kwartaal licht, van 3,7 naar 3,6 procent van de beroepsbevolking.
Nederland doet het ook ten opzichte van andere Europese landen uitstekend. In Frankrijk en België steeg het bbp, het bedrag dat alle inwoners samen verdienen, in het tweede kwartaal met respectievelijk 0,3 en 0,2 procent, in Duitsland –onze belangrijkste handelspartner– daalde het met 0,1 procent. De economie van de hele Europese Unie groeide met 0,3 procent.