Musicus met parkinson Arie Loonstra: Ineens was er weer inspiratie voor een compositie
Jarenlang schreef Arie Loonstra geen compositie meer. De ziekte van Parkinson belemmerde de Edese musicus dusdanig, dat er geen noot op papier kwam. Nu is er toch een nieuw werk: muziek voor koor en orgel bij de zaligsprekingen.
Loonstra (63) woont in Ede vlak naast het hoogste punt van het stadje, de spinnerijschoorsteen in de nieuwe Enkawijk. Hier vonden zijn vrouw Branda en hij nadat hun zeven kinderen het huis uit waren een geschikte woning waar alles op de benedenverdieping voorhanden is.
In de woonkamer staat een eenvoudig Johannusorgel met muziek op de lessenaar. „De piano hebben we weggedaan. Daar deed ik vanwege mijn motorische beperkingen niets meer mee.” Of hij nog wel eens orgel speelt? „Zo nu en dan. Maar dat laat ik je niet horen. Muziek van Pachelbel bijvoorbeeld, drie keer langzamer dan het moet. Maar het orgelspelen geeft voldoening. Bovendien is het erg goed voor je hersenen.”
Levensmotto
Aan de wand hangt een schilderij van Cees Aalbers: te zien is een vrouw die haar armen uitstrekt naar een prachtig verlichte wolkenlucht. Het beeldt het thema ”Ere zij God” uit, vertelt Loonstra, die soms moet zoeken naar woorden. Aalbers maakte het kunstwerk naar aanleiding van een van Loonstra’s bekendste composities, de cantate ”Kinderen Sions”. De aanleiding voor dat werk was een aangrijpende: het overlijden in 1999 van zoontje Elbert, veertien maanden oud. Maar, zegt Loonstra, het werd geestelijk een onvergetelijke tijd.
Naar aanleiding van een gedicht dat ds. C.J. Meeuse hem in die dagen ter bemoediging stuurde, schreef Loonstra zijn 18-delige cantate. Met als hoogtepunt deel 9, over de engelenzang uit Lukas 2. „Hoe ik die muziek toen heb kunnen componeren, weet ik nog steeds niet. Ik zie er de leiding van de Heilige Geest in.”
Het schilderij van Aalbers hangt er als een blijvende herinnering aan die bijzondere periode. „”Ere zij God” is ons levensmotto geworden”, zegt Loonstra. „Daarvoor zijn we op aarde.”
Parkinson
Het schilderij verwijst ook naar een tijd die niet meer terugkomt. Nadat Loonstra in 2009 te horen kreeg dat hij de ziekte van Parkinson heeft, kwam zijn muzikale werk langzaam tot stilstand. In 2014 schreef hij nog, op therapeutische basis, een bundel pianomuziek bij de psalmen. Maar nadien droogde de productie op. „Geen zin, geen energie, geen inspiratie.”
Noodgedwongen vult Loonstra de dagen met andere zaken. Terwijl zijn vrouw vier dagen per week als onderwijsondersteuner werkt, doet de musicus huishoudelijke taken. Hij is blij met wat hij momenteel kan, want een paar jaar geleden liep hij achter een rollator. Dankzij verbeterde instellingen van een medicijnenpomp is er weer meer mogelijk. „Ik wandel elke dag een halfuur, fiets ongeveer 15 kilometer en doe het huishouden.”
Intens genieten
Naar muziek luisteren doet Loonstra wel. Zo nu en dan zit hij bij een orgelconcert van een collega. „Het moet wel een goede zijn, anders zit ik me te ergeren en kan ik niet genieten.” Een enkele keer gaan zijn vrouw en hij naar het Amsterdamse Concertgebouw. „Vorig jaar maart nog, naar een programma met muziek van Rachmaninoff. Prachtig. Voor ons 40-jarig huwelijksjubileum kregen we onlangs van de kinderen een bon voor een concert in het Concertgebouw. Daar zie ik naar uit. Bij het Concertgebouworkest hoor je geen foute noten en is het altijd zuiver. Dat is intens genieten.”
„Voor het eerst luisterde ik bewust naar de Enigmavariaties van Edward Elgar; in het bijzonder de negende variatie, ”Nimrod”, beleefde ik heel intens” - Arie Loonstra, musicus met parkinson
Thuis luistert de musicus sinds begin dit jaar geregeld via internetradio naar een klassieke zender. Op enig moment kwamen de beroemde Enigmavariaties van de Engelse componist Edward Elgar voorbij. „Voor het eerst luisterde ik er bewust naar. In het bijzonder de negende variatie, ”Nimrod”, beleefde ik heel intens. Zo indrukwekkend, gevoelig, met grote dynamische verschillen. Het deel straalt een enorme rust uit. En ineens kreeg ik het idee: van dit orkestwerk moet een koorwerk te maken zijn.”
Daarvoor moest wel het nodige aan de muziek veranderd worden. „Er zitten sprongen in die niet te zingen zijn.” En welke tekst zou erbij moeten komen? „Mijn vrouw kwam met de zaligsprekingen uit Mattheüs 5:3-12. Dat bleek inderdaad een heel geschikte tekst.”
Transcriptie
Loonstra gaat voor naar zijn muziekhokje. „Niet lachen, het is op de plek waar normaal de wc zit.” Hij schuift achter de pc. „Vroeger componeerde ik aan de piano en voerde ik de noten later in de computer in. Dat gaat niet meer. Nu werk ik met het programma Personal Composer. Stukje bij beetje heb ik, per partij, een transcriptie van het oorspronkelijke orkestwerk gemaakt. Elke dag één à anderhalf uur.”
Hij laat de computer de muziek die op het scherm staat afspelen. Het orgel begint, rustig en zacht. Na tien maten valt het koor in: „Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen”. Loonstra: „Eigenlijk zijn het twee zelfstandige composities, die tegelijkertijd worden uitgevoerd.”
Van heel zacht („Zalig zijn de zachtmoedigen”) gaat het naar forte („want zij zullen de aarde beërven”). Heel sterk wordt het aan het eind van het stuk: „Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen.” Maar in de slotmaat laat Loonstra de muziek weer helemaal teruggaan naar pianissimo. Zacht glijden de klanken weg. Loonstra: „De zaligsprekingen passen zo goed bij de dynamische verschillen in het werk van Elgar.”
„Nu heb ik weer iets mogen maken tot eer van God. Dat stemt dankbaar” - Arie Loonstra, musicus met parkinson
Zelfvertrouwen
Een mijlpaal, noemt de musicus het, dat hij weer een compositie schreef. „Best bijzonder. Voor het eerst had ik weer een idee. Het geeft een stukje zelfvertrouwen terug. Je voelt je minder uitgerangeerd dan voorheen, minder nutteloos. Dat heb ik wel eens als ik alleen maar de huishouding kan doen. Nu heb ik weer iets mogen maken tot eer van God. Dat stemt dankbaar.”
Pijnlijk is intussen dat hij het zelf niet met een eigen koor zal kunnen uitvoeren. „Dat is best wel verdrietig. Want je maakt iets, maar voor wie?” Hij hoopt dat er koren zijn die het stuk zullen instuderen en uitvoeren.
Of er meer composities zullen volgen? „Dat weet ik niet. Ik kan niet achter het orgel gaan zitten en iets maken. Er moet eerst een idee zijn, het kwartje moet vallen.”
„We vertrouwen op Gods kracht; Hij heeft tot nu toe geholpen; ondertussen geniet ik van de kleine dingen” - Arie Loonstra, musicus met parkinson
Hoe hij naar de toekomst kijkt? „We leven bij de dag en proberen niet te ver vooruit te kijken. Branda zegt wel eens: We hebben samen parkinson. Het is voor haar ook een grote zorg. Maar we vertrouwen op Gods kracht; Hij heeft tot nu toe geholpen. Ondertussen geniet ik van de kleine dingen: de bloemen en de planten, de zang van de vogels. Er is nog veel moois.”