Winnaar olympisch goud weigerde op zondag te rennen
Bij de Olympische Spelen won skateboarder Rayssa Leal zondag brons. Ze dankte God voor de winst. Honderd jaar geleden weigerde olympisch kampioen Eric Liddell echter om op zondag te rennen. Zijn loopbaan begon pas echt toen hij de atletiekbaan achter zich liet om in China het Evangelie te brengen.
Het is met 28 graden een hete zomerdag tijdens de Olympische Spelen van Parijs in 1924. Kort voor de wedstrijd krijgt de Schotse atleet Eric Liddell een briefje toegestuurd van een masseur van het Britse team: „In het aloude Boek staat: „Wie Mij eren, zal Ik eren.” Ik wens je, zoals altijd, veel succes.” Even later vliegt hij, agressief zwaaiend en met zijn hoofd in de nek, als eerste over de finishlijn.
Het leven van Liddell begon, ver bij olympische stadions en bekendheid vandaan, in Tianjin in China, als zoon van de zendelingen James en Mary Liddell. Maar rustig was het in dat land bepaald niet, toen Liddells ouders op 16 januari 1902 hun pasgeboren zoon Eric in hun armen sloten. Het was vlak na de opstand van de boksers, die met geweld probeerden het vervallen keizerrijk te ontdoen van westerse invloeden en westerse zendelingen. Ook na de opstand bleef de haat tegen buitenlanders broeien.
Nadat de London Missionary Society in 1907 besloot om het gezin Liddell verlof te geven, vertrokken James, Mary en de kinderen naar hun thuisland Schotland. Daar zouden ze een jaar verblijven, totdat Erics ouders terugkeerden naar China.
De ouders Liddell besloten hun zonen Robert en Eric naar Eltham College in Blackheath te sturen, een kostschool voor kinderen van zendelingen. Dochter Jenny ging met haar ouders mee terug naar China. Het duurde vier jaar voordat de broers hun ouders, zus en nieuwe broertje Ernest terugzagen.
„Zal ik de waarheid volgen, als ik erom uitgelachen word door vriend en vijand?” - Eric Liddell, winnaar goud op de 400 meter sprint
Fanatiek
Bij ”de oude schuur”, zoals Eltham College werd genoemd, kwamen Liddells atletische talenten openbaar. Hij won de Blackheath Cup als beste atleet van zijn leerjaar en werd later aanvoerder van zowel de cricketbond als de rugbybond.
In 1920 begon Liddell zijn studie fundamentele wetenschappen aan de Universiteit van Edinburgh. Maar hij hield zich niet alleen bezig met studeren: twee jaar later had hij als fanatieke rugbyer zeven Schotse wedstrijden achter de rug. Hij vloog zijn tegenstanders voorbij en wist in die periode vier keer te scoren. Verder sprintte hij namens de universiteit de 100 yards en de 220 yards, omgerekend zo’n 90 en 200 meter.
Hoewel Liddell tijdens zijn studie al overtuigd behoudend christen was, had hij, net als meer christenen in zijn omgeving, geen problemen met het deelnemen aan professionele sport. Hij won zo veel prijzen, dat zijn huis in Edinburgh op een gegeven moment bomvol trofeeën stond. Het duurde niet lang of hij was de snelste sprinter van Schotland. Al die sportieve activiteiten namen veel tijd in beslag, dus Liddell moest kiezen tussen rugby en sprinten. Hij koos voor de renbaan.
Spraakzaam was Liddell niet over zijn geloof. Daar kwam verandering in toen hem gevraagd werd een toespraak te houden voor de Evangelicale Studentenunie van Glasgow. Op die ene toespraak volgden vele andere, en Liddell realiseerde zich dat hij zijn bekendheid kon inzetten voor evangelisatie.
„Sommigen riepen: Hij is een landverrader!” - Greville Young, jeugdvriend van Eric Liddell
Zondag
De Olympische Spelen van 1924 brachten de naamsbekendheid van Liddell in een stroomversnelling. Hij had zich ingeschreven voor de 100 meter sprint. Later realiseerde de principiële Schot tot zijn schrik dat deze wedstrijd op zondag plaatsvond, de christelijke rustdag. Hij bedacht zich geen moment en besloot om te kiezen voor de 200 meter en de 400 meter sprint, die niet op zondag gehouden werden.
Een mediastorm was het gevolg. Greville Young, een vriend van Liddell, kon zich nog goed voor de geest halen dat de journalisten op de deuren van George Square Hostel bonsden, waar Liddell verbleef. „De sfeer was bijna dreigend. Sommigen riepen: Hij is een landverrader!” Maar Liddell was niet te vermurwen.
Liddell won brons voor de 200 meter en op 11 juli brak de strijd om de 400 meter aan. Hij kreeg de buitenste baan toegewezen. Een lastige positie, omdat hij op die baan niet kon zien waar de andere lopers waren, tenzij ze hem inhaalden. „Ik loop de eerste 200 meter zo hard ik kan en met Gods hulp ren ik de tweede 200 meter nog harder”, zei Liddell tegen collega Tom Riddell. Liddell won en verbrak het wereldrecord. Bij terugkeer in Edinburgh werd hij enthousiast onthaald.
China
Intussen leefde in Liddells hart de wens om in zijn geboorteland het Evangelie te verspreiden. Zijn broer Robert was al naar China vertrokken als zendeling en schreef Eric over de zorgelijke toestand in China. Het voormalige keizerrijk was sinds 1912 een republiek. Vele militaire leiders wilden onafhankelijk over verschillende gebieden in het land regeren. De nationalistische generaals Sun Yat-sen en Chiang Kai-Shek probeerden de invloed van deze anarchistische machthebbers terug te dringen.
Liddells keuze was gemaakt. Groot was ieders verbazing toen hij een week na zijn terugkomst in Edinburgh bekendmaakte in China aan de slag te gaan voor de zending. Een jaar van voorbereiding volgde. Hij studeerde theologie en wist nog enkele spreektournees in zijn drukke agenda te persen.
„Ik heb hem nooit een slecht woord over wie dan ook horen zeggen” - Norman Cliff, medegevangene van Eric Liddell
„Op elke plaats waar de zon opgaat, zal Jezus heersen”, zong de menigte die zich halverwege 1925 op het station van Edinburgh samenpakte om Liddell uit te zwaaien. De bestemming: Tianjin, zijn geboorteplaats, waar hij voor de London Missionary Society aan het werk zou gaan. Daar aangekomen hielp hij de Chinese bevolking met onderwijs en medische hulp, maar vooral door hun het Evangelie te brengen.
Na negen jaar kreeg Liddell versterking: hij trouwde met Florence Jean MacKenzie, dochter van Hugh MacKenzie, een Canadese zendeling die werkzaam was in Tianjin. Het echtpaar kreeg drie dochters: Patricia, Heather en Maureen.
Het huwelijksgeluk heeft niet lang geduurd. In 1937 brak de Tweede Chinees-Japanse Oorlog uit, en het leven in China werd te gevaarlijk om in het gebied te blijven. Eric Liddell besloot desondanks te blijven, maar de zwangere Florence en haar twee dochters vertrokken naar Canada. Na de laatste omhelzing zei Liddell tegen zijn vrouw „Zij die God liefhebben, zien elkaar nooit voor de laatste keer.”
Na het vertrek van Florence en de kinderen hielp Liddell samen met zijn broer Robert de Chinese armen op het platteland van Xiaozhang. Ze deden alles wat ze konden om de vele mensen die langskwamen bij de zendingspost medische hulpverlening te geven. Toen Robert met ziekteverlof ging, moest Eric het werk alleen doen.
Overgave
In die tijd bereikten de Japanse legers Xiaozhang en annexeerden de zendingspost. Liddell keerde terug naar Tianjin. Ook daar werd hij niet met rust gelaten. In 1943 werd hij gevangengenomen en opgesloten in het interneringskamp Weihsien. Daar hield hij kerkdiensten en gebedsbijeenkomsten én keerde hij zich tegen sportactiviteiten op zondag. Norman Cliff, een van Liddells medegevangenen, kan zich één karaktertrek van de Schot goed herinneren. „Al de tijd die ik in het kamp heb doorgebracht, heb ik hem nooit een slecht woord over wie dan ook horen zeggen.”
Liddell dacht dat het zware kampleven met zijn magere leeftocht zijn tol begon te eisen, niet vermoedend dat een tumor in zijn hoofd de oorzaak was van zijn vermoeidheid. Zijn gezondheid verslechterde zienderogen. Met de woorden „Het is totale overgave”, eindigde hij op 21 februari 1945 zijn loopbaan.