Willem de Vlamingh ontdekte Australië, maar zelfs zijn sterfdatum is een mysterie
Willem de Vlamingh is de tamelijk onbekende ontdekker van Australië. Nieuw onderzoek geeft meer inzicht in het leven van deze geboren Vlielander. Reden voor Wikipedia om de sterfdatum van deze zeevaarder aan te passen.
Op Vlieland kennen ze de zeevaarder uit de zeventiende eeuw wel. Er staat een fraai standbeeld van hem op de zeedijk, vlak bij de aanlegsteiger van de veerboot. Op het eiland is ook een straat naar De Vlamingh genoemd en een van de veerboten van Rederij Doeksen draagt zijn naam.
Uit oude doopboeken van de Gereformeerde Kerk is bekend dat De Vlamingh op 28 november 1640 te Oost-Vlieland werd gedoopt. Maar waar en wanneer hij overleed, is altijd een raadsel gebleven. Voor Vlielander Jan Houter –beter bekend als horecaondernemer en fietsenverhuurder ”Jan van Vlieland”– was dat de aanleiding om zich te gaan verdiepen in het leven van deze bijzondere eilander.
De Amsterdamse kinderboekenschrijfster Kitty Nooy, met wie Houter al eerder samenwerkte, bood haar hulp aan en dook in het stadsarchief aan de Vijzelgracht in haar woonplaats om langs die weg informatie over De Vlamingh boven water te krijgen. Daarnaast doorploegden Houter en Nooy samen stapels archiefmateriaal op Vlieland en in Den Haag en speurden ze in (online) archieven in Denemarken, Zuid-Afrika en Indonesië.
Daarbij kwam er zo veel informatie boven water dat er gemakkelijk een heel boek mee kon worden samengesteld. Maar vanwege de geringe naamsbekendheid van de ontdekkingsreiziger, durfde geen uitgever het aan om iets dergelijks uit te geven. Daarom besloot het duo om alle vondsten door middel van een website (willemdevlamingh.jouwweb.nl) voor iedereen toegankelijk te maken, in de hoop dat De Vlamingh hierdoor de eer zal krijgen die hem toekomt.
„„Ik dacht eerst: wat saai, een onderzoek naar iemand die lange tijd van zijn leven op schepen heeft doorgebracht”” - Kitty Nooy, kinderboekenschrijfster
Vastgebeten
„Jan Houter en ik werkten al langer samen aan verschillende boeken”, vertelt Kitty Nooy. „Hij had bijvoorbeeld met historicus Anne Doedens een wetenschappelijk boek uitgebracht over de grote ramp van 1666, waarbij de Engelse marine voor de kust van Vlieland honderdvijftig Nederlandse koopvaardijschepen tot zinken bracht. Ik heb vervolgens een kinderboek over dit drama geschreven.”
Daarna bleef Houter er bij Nooy op aandringen dat ze de sterfdatum van De Vlamingh zou achterhalen. „Ik dacht eerst: wat saai, een onderzoek naar iemand die lange tijd van zijn leven op schepen heeft doorgebracht. Maar ik wilde toch wat terugdoen voor Jan, die mij eerder zo veel inspiratie bezorgd had.”
Al snel zat Nooy tot over haar oren in het onderzoek. „Gaandeweg stoorde het ook mij steeds meer dat er geen sterfdatum van Willem bekend was. Daarom heb me volledig vastgebeten in het onderzoek.”
In de vijf jaar die volgden, bracht Nooy vele dagen door in het Amsterdamse stadsarchief, surfend op internet en bladerend door duizenden archiefstukken. „Mijn plan was om eerst te gaan zoeken bij de acht kinderen van Willem, want ik dacht: dan vind ik wel een sterfdatum. Maar ik raakte meer en meer geïnteresseerd in het maritieme leven van de walvisvaarder, die met zijn schip Geelvinck ook ontdekkingsreiziger werd.”
„Met een vernuftig distilleerapparaat maakte Willem de Vlamingh aan boord drinkwater van zeewater”
Zelfs de kleinste dingen die Nooy vond, maakten Jan Houter razendenthousiast. Zo kwam ze erachter dat de vader van Willem de Vlamingh, van wie gedacht werd dat hij alleen maar op Scandinavië voer, niet meer was thuisgekomen van een reis naar Oost-Indië.
Twee kapiteins
Maar dat was niet het enige wat Nooy ontdekte. „Tot voor kort werd aangenomen dat De Vlamingh in 1698 onderweg van Batavia naar Amsterdam op het schip Gent was overleden en een zeemansgraf had gekregen”, zegt Nooy. „Uit VOC-archieven werd mij echter duidelijk dat er op dat schip twee kapiteins waren, omdat er ergens stond: „Want Willem was swak en bejaard.”” Daarna vond Nooy bewijs dat beide kapiteins levend van die reis terugkeerden. Uit onderzoek bleek ook dat beide kapiteins voor de gehele terugreis vanuit Batavia door de VOC –„die niet als erg sociaal bekendstond”– werden betaald.
Verder achterhaalde Nooy aanwijzingen dat Willem zes weken na terugkeer in Nederland nog een partij tropische schelpen overhandigde aan de Amsterdamse burgemeester Nicolaas Witsen. „Hij leefde toen dus nog.”
Uiteindelijk stuitte Nooy op documenten uit de zomer van 1702 met daarop handtekeningen van Willem. Een laatste teken van leven dateert van 7 augustus 1702. „Volgens een notariële akte verontschuldigde de dochter van Willem zich voor de afwezigheid van haar vader: „Mijn vader is vandaag de stad uit.” Maar dat is dan ook echt het laatste teken van leven dat ik heb gevonden.”
Kitty Nooy vertelt dat haar onderzoek voor de online-encyclopedie Wikipedia aanleiding was om de sterfdatum van de zeevaarder te veranderen van 1698 naar ”na 7 augustus 1702”. Daarover zegt ze trots: „Eigenlijk is het wereldnieuws. De commissie van Wikipedia die hierover gaat, verandert essentiële data alleen maar op basis van gepubliceerd onderzoek. In ons geval vonden ze de website overtuigend.” Helaas heeft Jan Houter dit alles niet meer meegemaakt, hij overleed in februari 2022.
Handtekening
Houter en Nooy hebben Willem de Vlamingh, zijn voorouders, zijn ouders, zijn echtgenote en zijn kinderen en het enige achterkleinkind met dit onderzoek en de website op ontroerende wijze een gezicht weten te geven. Ze bieden ook inzicht in het gevaarlijke maritieme leven van de kapitein, die allerlei spannende dingen op zee meemaakte: zijn schip werd bijvoorbeeld gekaapt door Franse piraten en hij werd een keer met een mes bedreigd door zijn bemanning. Opmerkelijk is het vernuftige gebruik van een distilleerapparaat, waarmee De Vlamingh aan boord van zeewater drinkwater maakte. Daardoor was het niet nodig om onderweg aan wal te gaan en water in te slaan, wat vaak risicovolle expedities waren.
Achteraf is Nooy blij dat het onderzoek niet uitmondde in een boek: „In een gedrukt boek hadden Jan en ik vanwege de kosten ieder maximaal tien illustraties kwijt gekund. Onze website is veel completer. Nu kun je, om maar iets te noemen, bij de vermelding van de vondst van een handtekening op een link klikken en zie je het archiefstuk met handtekening meteen voor je.”