OpinieColumn
Psalm 84 geldt niet voor plaagdieren

Een duif vloog de kerk binnen. Hij zwierde van links naar rechts en was niet van zins te vertrekken, totdat ik mijn preek begon. Zou de duif gedacht hebben: „Niet om aan te horen. Weg wezen?”

Ds. J. Belder
beeld RD
beeld RD

In Ede rekende een marterechtpaar op kerkasiel. Het hoorde het vrome volk gepassioneerd zingen over de mus en de zwaluw die onderdak vinden in Jeruzalems tempel en zelfs bij het altaar worden gedoogd. Daarop vatten de dieren moed en togen naar binnen. Maar maak er dan geen vlooientheater van! De hele gemeente sloeg ten langen leste jeukend en krabbend op de vlucht. Instanties bogen zich over dit marterlijke wangedrag. Na lang en intensief beraad werd de marterfamilie de deur gewezen. De vlooien bleven vooralsnog. Ten slotte verdwenen die ook. Of daar een kanon aan te pas is gekomen, weet ik niet. Als dieren plaagdieren worden, bouwen ze een slechte reputatie op.

Een muis speelt voor de kansel en vermaakt de een en bezet de ander met huiver en vrees. Een vlinder zit klapwiekend op een dameshoed. Een vette, luie vlieg ploft in dominees nek. Een spin spant een draad vanaf een kroonluchter en vangt iemands aandacht. Een kikker springt onder de bank vandaan en bezorgt een dame hartkloppingen.

Eens werd ik tijdens de preek wreed aangevallen. Het gebeurde op zo’n typisch hervormde kansel met groen fluweel en een overdaad aan franjes. Mijn vingers graaiden door de versiering, waarin een wesp zich bleek schuil te houden. „Prik”, zei het dier. „Auw”, riep de dominee. Elders vloog een duif de kerk binnen. Was hij maar rustig gaan zitten. Hij zwierde echter van links naar rechts en was niet van zins te vertrekken, totdat ik mijn preek begon. Zou de duif gedacht hebben: „Niet om aan te horen. Weg wezen?” Enkele jongeren keken hem met jaloerse blikken na.

Tijdens een rouwdienst verscheen uit het niets onze poes. Plechtstatig schreed Moor –zwart met witte bef– door het middenpad naar voren. Een collega zag al prekend een hond kwispelstaartend op vlugge benen binnenkomen. Vroeger waren er kosters annex hondenmeppers, maar dat gilde is allang uitgestorven. Op de Veluwe mengde een eekhoorn zich onder het kerkpubliek. Pluimstaart klauterde behendig op het dak van de preekstoel, waar hij vreemde capriolen uithaalde, tot vermaak van het kerkvolk. De toegesnelde koster verrichtte een moedige vangpoging, maar zat even later gehavend bij de dokterspost.

Het ”Hervormd Getuigenis” van 1971 spreekt het verlangen uit dat de kerk weer een ark van Noach wordt, die veiligheid en redding biedt als de golven van Gods oordeel de wereld treffen. God behoudt mensen en beesten, aldus Psalm 36. Maar over sommige kerkverlaters wordt niet getreurd. Vooral als het plaaggeesten en afleiders worden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer