OpinieColumn
Tante Jo hees haar fiets over de vangrail
Ds. J. Belder
beeld RD
beeld RD

Er ligt een egel levenloos op de A50. Onwillekeurig gaan mijn gedachten naar tante Jo, oudtante van mijn vrouw. Het zal 1972 zijn geweest. De A50 tussen Grijsoord en Valburg was recent geopend. Het landschap is sindsdien ruw doorsneden. Een gebied met stuwwallen, beken en dalen, een stukje binnenstebuitenland. Opgeofferd aan de auto. De veerdienst Heteren-Renkum was gestopt. Wie per tweewieler de Rijn wilde oversteken, moest voortaan het fietspad naast de snelweg nemen. Op een dag zagen twee dienders een oude dame haar fiets over de vangrail hijsen. Gevraagd naar haar plannen, antwoordde tante Jo: Ik moet dáár zijn. Haar vinger priemde richting Het Vosdal.

Tante’s onderneming liep goed af, met dank aan de rijkspolitie. De verkeersdrukte stelde bovendien nog niets voor vergeleken bij die van nu. Minder fortuinlijk was de egel. Hij was op voorhand kansloos. Jaarlijks verongelukken duizenden soortgenoten, naar zeggen ruim 135.000. De slakken –een gewilde prooi– zullen er niet om rouwen. In tien jaar tijd is de egelstand gehalveerd.

Volgens Stichting Wildaanrijdingen Nederland worden dagelijks duizenden zoogdieren, vogels en amfibieën aangereden. Niet verwonderlijk met ons omvangrijke autopark, dat alleen maar uitdijt. Daar voegen zich ook nog eens veel buitenlandse verkeersdeelnemers bij. De wegen raken voller, de hoeveelheid asfalt groeit.

In de stad stak een poes de weg over, maar deze was verstandiger dan de egel. Met opgeheven vaan schreed hij over het zebrapad. Zulke voorzieningen zijn niet overal. En dan nog. Looprichels, reflectoren, hekken, ecoducten en tunnels drukken het aantal verkeersdoden onder dieren, doch onvoldoende. Hoe meer aanrijdingen, hoe vaker een diersoort voorkomt, redeneren deskundigen. Ik betwijfel het.

Onze tante Jo bereikte onder politie-escorte veilig de overkant. De platgereden egel was het ontberen van Hermandad en zebra zichtbaar catastrofaal geworden. Ook voor vogels is de snelweg levensgevaarlijk. Een vogel die vanaf een hectometerpaaltje argeloos op een bermmuis loert, kan plotseling onder een voorbijrazende truck worden gezogen.

Auto’s zijn moordmachines. Voor wijlen dr. F. de Graaff, filosoof en predikant, een noodzakelijk kwaad, nodig om zich te kunnen verplaatsen. Op de vraag waarom hij vaak zo hard reed, was zijn antwoord: „Om er zo snel mogelijk weer uit te zijn.” Mocht een dominee u met hoge snelheid passeren, dan is dit misschien de reden.

Laat ieder het wat rustiger aandoen. Denk aan broeder Egel en aan zuster Uil, om met dierenvriend Franciscus van Assisi te spreken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer