Buitenlandtoerisme
De selfietoerist is te herkennen aan zijn wonderlijke gestalte

Het is zomervakantietijd, daarom aandacht voor een categorie reizigers die in het buitenland geregeld mijn pad kruist: toeristen.

26 July 2024 09:43Gewijzigd op 26 July 2024 10:16
beeld RD
beeld RD

Een relatief nieuw fenomeen is de selfietoerist, te herkennen aan zijn wonderlijke gestalte: lopend of stilstaand met de armen gestrekt vooruit en met een mobieltje in de handen.

Er zitten wat asokantjes aan dit selfiegedrag. Zo zou ik als ik Mona Lisa was een keer uit mijn omlijsting stappen en de man die met zijn rug voor me staat een por verkopen: „Kijk me aan!” De beroemdste kunst wordt door een selfietoerist gedegradeerd tot achtergrond, hoe beledigend is dat! Alsof je bij de uitvoering van de Mattheüspassion Bach in eigen persoon naar een ondersteunend koortje stuurt („linksachter is nog een plekje”), en jezelf vol in de schijnwerpers zet.

In landen waar autoritaire regimes de dienst uitmaken, moeten selfietoeristen beseffen dat een dictator zich als het ware met een ”big smile” mee op de foto laat zetten zodra er een selfie wordt gemaakt. Wie daar niet van is gediend, wordt tot de orde geroepen. Zo was ik eens in Noord-Korea en op een ochtend dacht ik: kom, ik glip het hotel uit en ga foto’s maken met echte mensen erop in plaats van standbeelden. Ik was de straat nog niet uit, of een hand drukte op mijn schouder. Die bleek van een veiligheidsman: of ik direct mee terug wilde komen het hotel in.

Toeristen maken een selfie bij de Mona Lisa in het Louvre in Parijs. beeld EPA, Christophe Petit Tesson

Autoritaire regimes zijn dol op historie en cultuur. Want daarmee maak je goede sier. En goede sier brengt geld in het laatje, want toeristen betalen er graag voor.  Begin deze week was ik in de Cubaanse hoofdstad Havanna, en ik verbleef er in Hotel Nacional de Cuba, een kolossaal verblijf van de staat, dat dateert uit de Spaanse koloniale tijd. Alles oogt er groots en fraai.

Nu had ik de dagen ervoor Cuba leren kennen als een failliet land, waar mensen honger lijden. Maar in Nacional de Cuba zijn die indrukken snel vergeten en lacht dictator Fidel Castro je vriendelijk toe. Letterlijk vanaf heroïsche afbeeldingen, figuurlijk in de gedaante van glorie uit die Spaanse tijd.  Wow, ik was daar! Dat hoor ik een toerist denken als hij thuis foto’s terugkijkt. „Ik was er ook bij”, fluistert het regime achter zijn rug. En terwijl de dictator zijn dollars telt, wordt er aan het wereldbeeld van een toerist weer wat geschaafd: „Het is daar zo slecht nog niet”.

„Uitgerust” of „uitgeblust” klinkt het vaak als iemand terug is van vakantie. Ik zou ”toegerust” eraan toe willen voegen, niet achteraf maar vooraf. Ga met kennis van zaken op pad zodat op selfies grijnzende machthebbers buiten beeld blijven en er zicht komt op mensen die geen reden hebben vrolijk te zijn. En als daarvoor jouw hoofd wat opzij moet is dat pijnlijk, maar de moeite waard.

rd.nl/buza

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer