Op aardbeien uit de supermarkt zitten gemiddeld drie verschillende bestrijdingsmiddelen, zo blijkt uit een steekproef. Dat is een fractie minder dan twee en drie jaar geleden. Op biologische aardbeien zit geen gif.
Wie er zeker van wil zijn dat er geen gifresten zitten op de aardbeien die hij koopt, moet naar de biologische supermarkt. Dat blijkt uit een steekproef van Pesticiden Action Network Nederland (Pan NL), dat eind juni vijftien bakjes aardbeien uit zeven verschillende winkels in Amsterdam, Assen en Wageningen liet testen. Alleen op twee bakjes aardbeien van Ekoplaza en Odin werden geen bestrijdingsmiddelen aangetroffen.
Op de dertien bakjes aardbeien van Albert Heijn, Aldi, Dirk, Jumbo en Lidl zaten resten van twaalf verschillende stoffen, gemiddeld drie per bakje. Bij elf van de gevonden resten gaat het om een schimmelbestrijder, de twaalfde is een insecticide. Vier van de twaalf stoffen zijn zogeheten kandidaten voor vervanging, die zo giftig zijn dat ze in Europa waar mogelijk moeten worden vervangen door veiliger middelen.
Drie van de twaalf zijn PFAS-pesticiden, die moeilijk afbreekbaar zijn. Het laboratorium dat Pan NL inschakelde vond in twaalf van de vijftien bakjes aardbeien minimaal één PFAS-pesticide of een kandidaat voor vervanging, soms meer.
Babyvoeding
Alle aardbeien zijn volgens het etiket op de verpakking in Nederland geteeld; die van Albert Heijn onder het programma ”Beter voor Natuur & Boer” en die van Aldi en Lidl volgens het certificaat ”On the way to PlanetProof”.
De dosis aangetroffen middelen blijft meestal onder de wettelijk vastgestelde norm voor de volksgezondheid. In één bakje van Albert Heijn werd een te hoog gehalte van een PFAS-pesticide gemeten; dit had uit de handel moeten geworden genomen, stelt Pan NL. Bovendien overschrijden alle dertien bakjes met resten van bestrijdingsmiddelen de veel strengere norm voor baby- en kindervoeding.
Pan NL herhaalde met deze kleine steekproef het onderzoek naar de resten van pesticiden op aardbeien uit 2021 en 2022. Per bakje aardbeien zijn dit jaar iets minder stoffen gevonden dan drie en twee jaar geleden. Toen lag het gemiddelde op 3,5 en 3,7 stoffen. Of die teruggang structureel is kan Pan niet zeggen door de kleine omvang van de steekproef. Die is indicatief, net als andere onderzoeken van Pan. De organisatie heeft het geld niet voor grotere onderzoeken.