Factcheck: parkinsonpandemie door pesticiden?
Bestrijdingsmiddelen uit de landbouw zouden de ziekte van Parkinson veroorzaken. Maar is dat verband wel zo duidelijk? Een feitenonderzoek.
CLAIM
Landbouwgiffen veroorzaken hersenziektes, zoals parkinson.
BESCHRIJVING
Om onkruid of plaagdieren te bestrijden gebruiken boeren honderden soorten bestrijdingsmiddelen. Deze pesticiden helpen bij het verhogen van de oogst.
De blootstelling aan de chemicaliën –bij tuinders en omwonenden– zou het risico op het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson verhogen. De bewering is dat de gifstoffen schade veroorzaken in het menselijk brein, die leidt tot parkinson of vergelijkbare ziektes. Pesticiden worden overigens ook in verband gebracht met diverse kankersoorten, longaandoeningen en voortplantingsproblemen.
Parkinson is een ernstige, ongeneeslijke hersenziekte. Bij patiënten met deze ziekte sterven bepaalde zenuwcellen in het brein af waardoor bewegen moeilijker wordt. Symptomen zijn trillen, stijve spieren en langzaam bewegen. De ziekte wordt erger naarmate de tijd verstrijkt. De ziekte veroorzaakt in een later stadium andere problemen, zoals slaapproblemen, dementie en psychoses.
De Britse Arts James Parkinson beschreef de ziekte voor het eerst in 1817. Voor die tijd was de ziekte waarschijnlijk zeldzaam.
BELANG
Als er een sterke link bestaat tussen het gebruik van bestrijdingsmiddelen en het vóórkomen van ernstige ziektes zoals parkinson, ligt het afbouwen van –en misschien wel een verbod op– het gebruik van (bepaalde soorten) landbouwgiffen voor de hand.
BEOORDELING
Om te beoordelen of de bewering hout snijdt, is het nodig na te gaan of de ziekte van Parkinson vaker voorkomt, wat wetenschappelijke studies zeggen over het verband met pesticiden en wat de kritiek daarop is.
Hoe vaak komt de ziekte van Parkinson voor en neemt het aantal patiënten toe?
Nederland telt op dit moment 50.000 parkinsonpatiënten. Het aantal patiënten nam in tien jaar tijd met 30 procent toe, bleek vorig jaar uit een studie. De toename is maar gedeeltelijk te verklaren vanuit vergrijzing . Het aantal jongeren dat parkinson krijgt neemt ook toe. De jongste patiënt is zelfs 13 jaar.
Sommige wetenschappelijke onderzoeken spreken van een ”parkinsonpandemie”. Parkinson is de hersenziekte die ter wereld het vaakst opduikt.
„Het voordeel van de twijfel moet naar de mensen gaan, niet naar de chemische stof” - Jerry Ensminger, parkinsonpatiënt
Dat een bestrijdingsmiddel rommel is en dus ziekmaakt, klinkt toch logisch?
Met een beetje boerenverstand kun je inderdaad zo redeneren. Daarom is het goed om terug in de tijd te gaan. De afgelopen pakweg 75 jaar stonden in het teken van een enorme technologische ontwikkeling. De wereldbevolking groeide stormachtig. Om al die monden te voeden moest de landbouw aan de bak. Dankzij mechanisatie, maar ook dankzij pesticiden uit de chemische industrie gingen de opbrengsten omhoog. Plaagdieren, ziekten en onkruiden kregen minder kans.
De keerzijde bleek al snel. De nieuw ontwikkelde chemische goedjes waren niet natuurlijk en bleken soms uiterst schadelijk. Ze waren gericht op het verdelgen, het uitroeien van dat wat leeft (onkruid, schadelijke insecten). En je kunt dus op je klompen aanvoelen dat die gifstoffen ook schade opleverden voor mens en natuur.
Niet voor niets gingen er vanaf de jaren zeventig talloze gifstoffen –zoals het beruchte DDT– in de ban. Ook kwamen er strengere criteria voor nieuwe pesticiden.
Was daarmee de kous af? Nee. Voor toelating van een middel wordt er getest op toxiciteit, maar de effecten op het brein worden daarin niet meegenomen. En uiteindelijk blijft een pesticide een verdelgingsmiddel. Het is uiterst naïef om te denken dat alle bestrijdingsmiddelen die nu op de markt zijn stuk voor stuk onschuldig zijn.
Maar hoe sterk dit onderbuikgevoel ook mag zijn, het bewijst geen direct verband tussen pesticiden die nu gebruikt worden en Parkinson.
Hoe zit het precies met giftigheid van bestrijdingsmiddelen in het algemeen?
Over giftigheid –ook wel toxiciteit– is veel onwetendheid. Zo schieten sommige mensen al in de kramp als er een E-nummer op de verpakking van een voedingsmiddel staat. Dat is meestal niet nodig. Want zelfs veilige stoffen –zoals water– kunnen giftig zijn, als de dosis maar hoog genoeg is. Bij toxiciteit gaat het er dus allereerst om hoeveel je van een goedje binnenkrijgt. Al kunnen giftige stoffen zich wel opstapelen in lichaamscellen.
„Bij elkaar opgeteld zijn de bewijzen voor een verband tussen pesticiden en parkinson overtuigend” - Bas Bloem, neuroloog Radboud UMC
Acute giftigheid wordt onder meer uitgedrukt in de LD50-waarde. Dat is de hoeveelheid van een stof waarbij 50 procent van een proefdierpopulatie het loodje legde. Van sommige stoffen is bekend dat ze al dodelijk kunnen zijn als je er enkele microgrammetjes van binnenkrijgt (1 gram is 1.000.000 microgram). Neem het beruchte dioxine.
Ook inmiddels verboden bestrijdingsmiddelen –zoals endrin en dieldrin– zijn zeer giftig. Op verpakkingen van chemische stofjes die erg giftig zijn, staat een doodskop. De LD50 is dan kleiner dan 50 milligram per kilogram lichaamsgewicht.
Bestrijdingsmiddelen van tegenwoordig hebben een „lage toxiciteit”, zoals chemici dan zeggen. Zo heeft de veelgebruikte onkruidverdelger pendimethalin bijvoorbeeld een LD50 van 3189 mg/kg bij muizen. En voor het veel bediscussieerde landbouwgif glyfosaat geldt 5600 mg/kg lichaamsgewicht. Oftewel: het ene bestrijdingsmiddel is het andere niet. Al zijn de stoffen daarmee natuurlijk nooit gezond.
Sommige mensen stellen dat ze parkinson kregen van pesticiden. Vormen zij een bewijs?
Er zijn inderdaad veel persoonlijke verhalen van bijvoorbeeld tuinders in omloop die parkinson kregen en dit wijten aan de bestrijdingsmiddelen waar ze mee werkten. Zo staat de website van de Parkinson Vereniging vol met zulke getuigenissen. Volgens deze vereniging hebben parkinson en pesticiden dan ook „helaas meer gemeen dan de letter P”. „Er gaat geen week voorbij of er meldt zich een lid die een relatie tussen zijn of haar parkinson en pesticiden vermoedt.”
Hoe schrijnend al die gevallen ook zijn, meer dan een vermoeden is het niet. De schijn is er, maar een zwart-op-wit bewijs dat deze individuen ziek zijn geworden van de pesticiden blijft uit.
Zijn er dan ook andere oorzaken van parkinson?
Ouderdom is een belangrijke risicofactor voor het krijgen van de ziekte, maar dat geldt vaker bij ziekten. Daarbij speelt erfelijkheid mogelijk een rol bij de gevoeligheid voor pesticiden. Verder kan leefstijl invloed hebben. Een mediterraan dieet, veel beweging en cafeïneconsumptie (koffiedrinken) verlagen het risico op parkinson, blijkt uit onderzoek.
Behalve bestrijdingsmiddelen uit de landbouw zouden ook oplosmiddelen in de industrie en zware metalen (zoals kwik) bijdragen aan het krijgen van parkinson.
Hoe krijgen mensen bestrijdingsmiddelen binnen?
Dat mensen bestrijdingsmiddelen binnenkrijgen is een feit. Dat gaat via inademing, via voeding en via de huid. Uit onderzoeken blijkt dat bijvoorbeeld glyfosaat in urine , ontlasting en huisstof zit.
Restanten zitten op bespoten fruit, groenten en granen. Goed wassen is daarom belangrijk. Ook drinkwater kan pesticiden bevatten als die uitspoelen naar de bodem en zo in het grond- of oppervlaktewater terechtkomen.
Tuinders lopen het grootste risico op het binnenkrijgen van bestrijdingsmiddelen. Daarbij staan lelie- en bollentelers bovenaan, omdat zij veel gif gebruiken. Wanneer je het gif spuit, kun je de dampen inademen. Ook kan er rechtstreeks contact zijn op de huid als het goedje wordt verwerkt. Door verwaaiing lopen omwonenden ook een groter risico.
„Artsen zullen door pesticiden nieuwe soorten ziekten bij hun patiënten zien verschijnen” - Rachel Carson, biologe
Uit een onderzoek van burgerinitiatief Meten=Weten van deze maand bleek dat bestrijdingsmiddelen in de verre omgeving van akkers worden teruggevonden. Zelfs op locaties die 1300 meter van het dichtstbijzijnde landbouwperceel lagen. In totaal vonden onderzoekers 69 verschillende pesticiden, waarvan er 22 in Nederland verboden zijn. Onderzoekers benadrukken dat omwonenden dus een cocktail van verschillende pesticiden binnenkrijgen, waarvan niet bekend is wat de effecten zijn.
In 2011 kwam een ongeval met pesticiden in het nieuws . Tien omwonenden van kassen in ’s-Gravenzande ademden het insecticide deltamethrin in. Ze werden misselijk en moesten overgeven.
Uit wetenschappelijk onderzoek zou moeten blijken dat mensen die met pesticiden werken vaker parkinson hebben. Is dat ook zo?
Zeker. Studies met bewijzen hiervoor stapelen zich meer en meer op. In Frankrijk, Italië en Duitsland geldt de ziekte van Parkinson zelfs als een erkende beroepsziekte voor agrariërs. In Nederland is dat nog niet het geval.
Volgens hoogleraar epidemiologie Roel Vermeulen blijkt uit onderzoek dat hij uitvoerde dat het beroepsmatig toepassen van landbouwgif zorgt voor 60 procent hogere kans op het krijgen van parkinson. Het ging om een zeer uitgebreide studie uit 2014, die tientallen studies van allerlei soort analyseerde.
Onderzoek wijst verder uit dat mensen die werken met landbouwgif gemiddeld eerder parkinson ontwikkelen. Gemiddeld vijf jaar eerder, aldus een studie uit 2019 onder 290 Canadezen. Een eerder, kleiner onderzoek signaleerde dat zulke patiënten zeven jaar jonger waren.
In 2021 bevestigde onderzoek voor het eerst dat een specifiek parkinsongeval te wijten was aan pesticiden. Een 68-jarige Zuid-Koreaan kreeg parkinson nadat hij 12,5 jaar in tomatenkassen had gewerkt waar hij werd blootgesteld aan diverse pesticiden.
Wat zijn de risico’s voor omwonenden?
Omwonenden –of inwoners van een stad– komen veel minder met bestrijdingsmiddelen in aanraking. Uit een studie van het RIVM bleek in 2018 dat Nederlanders die binnen 250 meter van percelen wonen waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt niet méér gezondheidsproblemen hebben dan andere mensen.
Toch neemt dat de ongerustheid niet weg, aldus de Gezondheidsraad in een advies in 2020. Het RIVM en het Nivel zijn dit jaar dan ook met een zevenjarig vervolgonderzoek gestart naar de blootstelling aan pesticiden bij omwonenden. Ook het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) wil meer onderzoek.
Ondertussen wordt de wereldwijde groei van het aantal parkinsonpatiënten –die niet alleen onder boeren plaatsheeft– direct gerelateerd aan pesticiden. Neuroloog Bas Bloem van het Radboudumc in Nijmegen deed dat dit voorjaar nog in een review . Dat is een wetenschappelijk artikel dat een goed overzicht moet bieden van de beschikbare literatuur. Hij noemde parkinson een „milieuziekte”. Met als hoopvol nieuws: de ziekte kan schaars worden naarmate gifstoffen worden uitgebannen.
Frappant is verder dat landen die de snelste industrialisatie van de landbouw doormaakten ook de snelste toename zien van parkinson, zoals China .
Hoe overtuigend is de relatie tussen parkinson en pesticiden?
De eerder genoemde neuroloog Bloem noemde het verband bij EenVandaag in 2021 al „overduidelijk”. Bloem doet al jaren onderzoek naar parkinson en publiceert als wetenschapper veel over het onderwerp. „Bij elkaar opgeteld zijn de bewijzen overtuigend.” Toch is dat niet het hele verhaal.
Welke onzekerheden zijn er dan nog?
De discussie gaat er vooral over of ook huidige pesticiden –zoals glyfosaat– parkinson veroorzaken. Van veel middelen die agrariërs tegenwoordig gebruiken, is onbekend hoe veilig ze werkelijk zijn. Bij de toelating wordt namelijk niet gecheckt wat risico’s op bijvoorbeeld het ontwikkelen van parkinson zijn.
Een ander onduidelijkheid is wat de risico’s zijn van cocktails aan pesticiden, omdat boeren en omwonenden aan meer dan 100 verschillende stoffen worden blootgesteld. Wat die optelsom doet, is de vraag. Hoewel een recent onderzoek stelt dat zo’n cocktail wel degelijk een hoger risico geeft op parkinson dan losse stoffen alleen.
Een ander puntje van kritiek luidt dat parkinson al veel langer zou voorkomen. Bloem discussieerde daar juist afgelopen maanden nog over met collega’s in een wetenschappelijk tijdschrift dat specifiek over de ziekte gaat. Zo wordt de ziekte beschreven in het oude India , met als oudste vermeldingen ongeveer 600 voor Christus. Dat zou betekenen dat pesticiden er mogelijk niet of in ieder geval niet alleen mee te maken hebben.
Bloem bevestigde in een reactie dat symptomen die op parkinson wijzen inderdaad „sporadisch” worden beschreven voor de 19e eeuw. Tegelijk zegt hij dat de mate waarin de ziekte nu voorkomt en toeneemt „onvergelijkbaar” is.
Ook reageerde Bloem op een eventuele genetische aanleg voor het ontwikkelen van parkinson. Hij erkent dat erfelijkheid een rol speelt, maar stelt dat genetica niet alles kan verklaren. Bijvoorbeeld de „ bijna perfecte correlatie ” tussen het gebruik van pesticiden door en het vóórkomen van de ziekte onder tuinders.
CONCLUSIE
Waar rook is, is vuur, luidt een bekend gezegde. De rook is dan parkinson. Het vuur pesticiden. De conclusie is dat de link tussen parkinson en pesticiden behoorlijk overtuigend is. Al is het verband met het ontstaan van de ziekte niet voor elk type pesticide onomstotelijke bewezen. Evenmin geldt dat voor een cocktail van kleine hoeveelheden verschillende middelen.
Minder gebruik van pesticiden is niet alleen goed voor de gezondheid, maar ook voor de biodiversiteit. Want studies wijzen op een verband tussen gifgebruik en de teruggang van insecten in natuurgebieden – volgens sommige onderzoeken wel 75 procent sinds 1990.
Gezien de rook en het vuur zijn slimme maatregelen om pesticidegebruik te verminderen dan ook verstandig. Zet bijvoorbeeld in op nieuwe, meer ziektebestendige rassen. Of op biologische vijanden van plaaginsecten. Of op nieuwe innovaties, zoals onkruidbestrijding met behulp van lasers . Of denk aan de inzet van drones in combinatie met kunstmatige intelligentie. Die kunnen het gebruik van herbiciden met 80 procent doen afnemen, blijkt uit een studie .
Een andere mogelijke vervolgstap is om veelgebruikte vluchtige middelen te verbieden – zoals pendimethalin, prosulfocarb, folpet en fluopyram. Juist de vluchtige middelen zorgen voor blootstelling bij omwonenden. Zo’n verbod adviseert het burgerinitiatief Meten=Weten ook. Prosulfocarb is sinds februari dit jaar in België verboden.
De beroemde Amerikaanse biologe Rachel Carson publiceerde in 1964 haar invloedrijke boek ”Silent Spring” (in het Nederlands verschenen als ”Dode lente”). Ze beschrijft een fictieve lente waarin geen vogel meer zingt. Vanwege de pesticiden. In hetzelfde boek waarschuwt Carson dokters dat ze door landbouwgif zullen worden geconfronteerd met „nieuwe soorten ziekten die bij hun patiënten verschijnen”. Haar waarschuwing echoot nu nog na. Parkinson lijkt zo’n ziekte.
Misschien vat een uitspraak van de Amerikaanse marinier Jerry Ensminger het nog wel het beste samen. Hij kreeg op latere leeftijd parkinson en verloor zijn 9-jarige dochter aan acute leukemie. Het water op de legerbasis waar hij gestationeerd was, bleek vervuild met gif. Zijn gevleugelde woorden: „Het voordeel van de twijfel moet naar de mensen gaan, niet naar de chemische stof.”