Paul Schulze zur Wiesche, verdediger van verdrukten
Als protestants advocaat verdedigde hij ten tijde van het Derde Rijk meerdere Duitse predikanten, onder wie ds. Paul Schneider. Wie was Paul Schulze zur Wiesche?
„Tijdens een bomalarm, waarbij op korte afstand duidelijke bominslagen te horen waren, hebben wij in een Berlijnse gevangenis (1944) lang met elkaar kunnen spreken over de houdbaarheid van de eed van trouw die de generaals hebben afgelegd. Ik was er zeer verbaasd over hoe hen deze zaak intens bezighield. Ja, hoe zij twijfelden bij de vraag of officieren die het misdadige van het Hitlerregime erkenden, hun militaire eed mochten breken. Mocht men als christen deelnemen aan een aanslag op Hitler? Streed zo’n daad niet tegen het vijfde gebod? Maar laadde men door niets doen en afwachten dan niet een nog zwaardere schuld op zich? Na rijp beraad en ernstig overleg werd het mij duidelijk dat ethisch gezien een tirannenmoord was toegestaan.”
Deze woorden zijn na de Tweede Wereldoorlog geschreven door Paul Schulze zur Wiesche. De protestantse jurist en (strafrecht)advocaat schreef ze na een geheim bezoek in de gevangenis aan de gearresteerde Hans von Dohnanyi. Deze verzetsman, geestelijk leider van de mislukte aanslag op Hitler en staatsgreep van 20 juli 1944, was een zwager van Dietrich Bonhoeffer.
Bekennende Kirche
Paul werd geboren op 17 augustus 1905, in Duisburg. Zijn vader Gustav was medewerker bij de hoogovens. Hij wilde zijn kinderen vooral cultuur (muziek) bijbrengen. Pauls intelligente moeder gaf een bewust christelijke opvoeding vanuit een beleefd geloof. Haar doelen waren dienstbereidheid, eerlijkheid en beschaafd gedrag. Woord en daad behoorden een eenheid te zijn.
Na het basisonderwijs volgden gymnasium en universiteit (rechten). Pauls karaktereigenschappen waren: bescheiden, doortastend, nauwkeurig, volhardend en ijverig. Hij promoveerde op het onderwerp ”Het gevaar van fusies”.
Onder invloed van de Zwitserse theoloog Karl Barth koos Paul in 1933 de kant van de groeiende oppositie in de Deutsche Evangelische Kirche. Eind 1934 volgde hij de roepstem van de Bekennende Kirche (BK, Belijdende Kerk) in het Rijnland. Hij organiseerde de oprichting en het beheer van haar juridische en administratieve afdeling.
Als juridisch adviseur van de BK verzette Schulze zur Wiesche zich voortdurend tegen de onrechtvaardige maatregelen van de Duitse kerkleiding, waarin de nazivriendelijke beweging van de Deutsche Christen veel te zeggen had. Ook ging hij in tegen het naziregime door te pleiten voor de ”kerkelijke noodwet” van de BK. Schulze zur Wiesche betitelde zijn arbeid als gefundeerd in de besluiten van de synode van de BK. Daarin werd duidelijk aangegeven dat de BK de rechtmatige kerk was. Hij verzette zich in opdracht van de BK tegen alle pogingen die de Deutsche Evangelische Kirche en de staat in het werk stelden om de BK te verlammen of te vernietigen.
Na 1937 kreeg Schulze zur Wiesche de handen vrij om als jurist en (strafrecht)advocaat individuele predikanten en lidmaten van de BK te verdedigen. Die verdediging had plaats tijdens zittingen van de Gestapo, in gevangenissen, voor burgerlijke rechtbanken of rechtbanken met een bijzondere bevoegdheid. Hij hielp de aangeklaagde en zijn familie aan rechtsmiddelen. De nog geldende rechtsinstrumenten zette hij onverkort in.
Zijn strijd om geloofs- en gewetensvrijheid en zijn inzet voor gerechtigheid en menselijkheid waren niet in overeenstemming met dat wat het naziregime aan politieke loyaliteit verwachtte. Door zijn gedrag en verdediging trok hij regelmatig de aandacht van partijleden, politieautoriteiten, loyale Hitleradvocaten en rechters. Hij kreeg te maken met spot, verachting en censuur. Gevangenisstraf dreigde, want het Berlijnse Gestapodossier over hem wees daarop.
Paul Schneider
Enkele predikanten die Schulze zur Wiesche verdedigde, waren Julius von Jan (kanselmisbruik), Friedrich Müller (verboden kerkelijke jeugdarbeid) en Paul Humburg (illegale predikantenopleiding). Maar de bekendste was ds. Paul Schneider (de dominee van Buchenwald). Het is deze donderdag –18 juli– exact 85 jaar geleden dat deze bloedgetuige wreed werd vermoord door een overdosis Strophantin, waardoor hij een hartstilstand kreeg.
De eerste keer had Schulze zur Wiesche de kerkenraad van Schneider geholpen met het schrijven van een brief aan minister Kerrl van Kerkelijke Zaken om de uitwijzing uit zijn gemeente ongedaan te maken. Een volgende keer werd een poging ondernomen om via de minister van justitie (Gürtner) te bereiken dat Schulze zur Wiesche in Buchenwald met Schneider mocht spreken. De derde keer werd geprobeerd om een vriendin van de vrouw van Himmler in de arm te nemen. In maart 1939 wendde Schulze zur Wiesche zich, als juridisch adviseur van de vrouw van Schneider, nog eenmaal tot de Gestapo in Berlijn. Maar alle vier pogingen waren vruchteloos. Schneider was Hitlers persoonlijke gevangene tot hij overleed.
Denazificatie
Vanaf 1941 vervulde Schulze zur Wiesche zijn militaire dienstplicht als officier. Door zijn collega Perels kwam hij in aanraking met de verzetskring rond Hans von Dohnanyi-Bonhoeffer. Zowel Dohnanyi als Perels ondersteunde hij in het geheim.
Na de oorlog bouwde de ongetrouwde Schulze zur Wiesche zijn advocatenkantoor weer op. En als getuige-deskundige werkte hij mee aan de hervorming van de geallieerde denazificatiepraktijk. Hij overleed op 30 maart 1987 te Düsseldorf.
„Na rijp beraad en ernstig overleg werd het mij duidelijk dat ethisch gezien een tirannenmoord was toegestaan” - Paul Schulze zur Wiesche, Duits jurist
Gewetensvrijheid
Paul Schulze zur Wiesches christelijke geloof, juridische beroepsethiek en hoge moraal hadden alles met elkaar te maken. Predikanten die in gewetensconflict kwamen omdat van hen iets werd geëist wat zij op grond van Schrift en belijdenis niet konden verantwoorden, zochten hulp bij deze strijder voor geloofs- en gewetensvrijheid. Schulze zur Wiesche wilde bij al zijn activiteiten als jurist en (strafrecht)advocaat in het ”Derde Rijk” de rechtsstaat herstellen in overeenstemming met christelijke normen en waarden.