Hij oogt altijd zeker, zowel op de preekstoel als in de omgang. Toch kan ds. A.T. Huijser (46), predikant van de gereformeerde gemeente te Rijssen-Noord, ook heel kwetsbaar zijn. Kritiek raakt hem dan diep. „Maar ik vind het geen zwakte om mezelf open te stellen, ook in mijn ambt niet.”
Hij is precies een jaar predikant van de gereformeerde gemeente Rijssen-Noord, een grote gemeente met zo’n 2200 leden. „Best een verschil met mijn eerste gemeente, Sliedrecht.” Werk is er altijd. Gemeenteleden bezoeken, catechisatie geven, begrafenissen leiden, de kerkenraadsvergadering voorzitten… Soms is het nog een zoektocht naar de juiste verdeling van de werkzaamheden. Al is er één rode draad in zijn week: de zondag. Preken doet hij iedere zondag, ook in de vakanties. „De prediking en de voorbereiding staan voor mij op nummer 1. Ik leef van zondag naar zondag, het hoogtepunt van mijn ambtelijke werk.”
Spanning geeft het ook, zelfs na veertien jaar ervaring op de kansel. Hij is nog iedere zaterdag nerveus en slaapt altijd slecht van zaterdag op zondag. „De spanning is doorgaans hoog als ik op zondagmorgen uiteindelijk naar de kerk loop, maar toch zou ik het niet kunnen missen. Er is niets waar ik zo veel tegen opzie en wat ik tegelijkertijd zó graag doe.”
1 Wie ziet u als u in de spiegel kijkt?
„Weet je wat als eerste in mij opkomt? Vanbuiten wel schoon, maar vanbinnen vol dorre doodsbeenderen. En dat zeg ik met schroom, omdat je met nederige typeringen ook heel hoogmoedig kunt zijn. Aan het begin van je ambtelijke bediening ben je verwonderd dat de Heere je gebruiken wil. Maar als je twaalf jaar verder kijkt, dan ben je op de rauwe werkelijkheid gestuit van wie je bent en blijft. Voor het oog gaat alles wel. Maar innerlijk blijf je je eigen onverbeterlijke bestaan met je meedragen. Gelukkig mag de andere kant er ook zijn: ik dank God door Jezus Christus. Neem dat uit mijn leven weg en ik houd niets meer over. Dat is mijn enige hoop en mijn houvast.
Het gevoel van tekortschieten, vooral in geestelijk opzicht, draag je altijd mee. Al denk ik dat ik die worsteling ook nodig heb. Er is maar weinig voor nodig om je als predikant iets te gaan verbeelden. Het is een ambt waarin veel mogelijkheden liggen om jezelf te profileren en hoogmoedig te worden. Misschien acht de Heere dat stukje innerlijke beleving ook nodig om voortdurend te snijden in je zelfverbeelding. Die innerlijke beleving neem ik ook mee in mijn preken. Mensen vinden mij weleens scherp op de preekstoel. De scherpte bestaat daarin, en daarin heeft men ook gelijk, dat ik de mens er volkomen tussenuit preek. Niet alleen de goddeloze mens, maar ook de vrome mens die met zijn goede bedoelingen een stap dichter bij de Heere probeert te komen. En dat ik alles afbreek wat geen Christus is.
Toch kan het me raken, die kritiek. Ik lijk vaak heel zeker, op de preekstoel en in de omgang. Dat is wat anderen zeggen. Zelf beleef ik dat anders. Ten diepste ben ik heel kwetsbaar, juist als het om de teerste dingen gaat. Preken is voor mij vaak ook een stukje binnenstebuiten keren van mezelf. Niet om mezelf te preken, maar wat ik zeg gaat wel diep door me heen. Pas preekte ik over Galaten 5:17, de strijd tussen vlees en Geest. Daar zat een eigen worsteling in verweven. Als mensen daar dan op een harde manier op reageren, raakt het me diep. Na een dienst voel ik me heel kwetsbaar. Preken is voor mij zo’n ontlading in allerlei opzichten, dat ik echt tijd nodig heb om mezelf te herpakken en weer te landen. Terug de consistorie in vind ik bij momenten dan ook echt een bezoeking. Dan kunnen ze me maken of breken. Gelukkig had ik in Sliedrecht en heb ik in Rijssen een warme en veilige kerkenraad om me heen. Een groot voorrecht.
Ik vind het geen zwakte om me open op te stellen, ook in mijn ambt niet. Maar het maakt je tegelijk kwetsbaar. Ik denk dat ik de diepste krassen op mijn ziel heb opgelopen doordat ik mezelf heel open opstelde. Ds. Van Aalst zei tegen me tijdens mijn bevestiging in Sliedrecht: „Je kracht kan ook je zwakte zijn.” Het lijkt me soms makkelijker om een soort wolk van onaantastbaarheid om jezelf heen te hebben, zoals anderen dat laten zien. Ik heb het weleens geprobeerd, maar ik kan het niet. Ik geef me helemaal.”
„„Mijn vrienden helpen me kritisch op mezelf te reflecteren. Jaknikkers en stroopsmeerders kom je al genoeg tegen als dominee”” - Ds. A.T. Huijser, predikant van de gereformeerde gemeente Rijssen-Noord
2 Waar en hoe komt u dan tot rust?
„Dat vind ik dus moeilijk. Als ik een middag in het bos wandel, zit er altijd een stemmetje in mijn hoofd: je had nu ook die of die kunnen bezoeken. Ik vind het lastig om te ontspannen, terwijl ik het heel hard nodig heb. Hier in Rijssen ben ik vooral de dominee. Ik heb hier niet echt een sociale kring om me heen, wat gezien de setting logisch is; mijn vrienden en familie zitten allemaal in het westen. Om uit de ambtelijke bubbel te zijn en sociaal te kunnen ontspannen, moet ik anderhalf uur rijden. Dat doe ik dus wel, want ik heb er soms juist behoefte aan om gewoon Arie te zijn. Om bij mensen te zijn bij wie je niet de dominee bent, die je tot op het bot kunt vertrouwen en bij wie je gewoon helemaal mag zijn wie je bent. Ik houd erg van humor. Maar dan heb je een bepaalde veiligheid nodig van mensen die dat kunnen plaatsen. Daarnaast zijn het mijn vrienden die me helpen kritisch op mezelf te reflecteren, en me een spiegel voor durven houden. Jaknikkers en stroopsmeerders kom je al genoeg tegen als dominee. Eerlijke en hartelijk betrokken vrienden zijn een geschenk.
Gelukkig zitten we hier dicht bij de natuur. Dus ter ontspanning ga ik af en toe een stuk lopen of fietsen. Ik ben ook erg nieuwsgierig, en volg bijvoorbeeld met zeer veel belangstelling de Amerikaanse verkiezingen. Politiek boeit me sowieso.”
3 Wat vindt u belangrijk in uw vakantie?
„Rust nemen door er van tijd tot tijd echt op uit te gaan. Tijdens de vakanties zijn we weg met het gezin, wel altijd in eigen land omdat ik wil preken op zondag. We bezoeken graag oude stadjes met een goed restaurant. En ik lees in de vakantietijd soms bewust iets heel anders, bij voorkeur een boek met een psychologische spits. Daarnaast volg ik veel nieuwsbronnen. Ik lees het RD, maar ook seculiere kranten. Gewoon om de tijd te kunnen proeven en duiden.
Het nadeel van vakantie in eigen land is dat je altijd wel mensen tegenkomt die je kennen en aanspreken, en mijn kinderen hebben daar een hartgrondige hekel aan. Ik ging een keer met mijn zoon naar Amerika. We waren de douane nog niet door of hij trok de stropdas van mijn nek. „Zo, die krijg je deze week niet meer terug pa.” Ik vind dat publieke zelf al vaak ingewikkeld, maar mensen onderschatten ook wat het met je kinderen doet. Die willen soms iets met hun vader doen zonder dat er meteen op een bepaalde manier naar wordt gekeken.”
„Tijdens de vakanties zijn we weg met het gezin, wel altijd in eigen land omdat ik wil preken op zondag” - Ds. A.T. Huijser, predikant van de gereformeerde gemeente Rijssen-Noord
4 Welke boeken liggen er momenteel op uw nachtkastje?
„Geen, want zodra ik mijn bed zie slaap ik al. Het heeft weinig zin om daar boeken neer te leggen. Maar ik lees wel graag en veel. Ik ben nu bezig in een dagboek van ds. Johannes van der Poel, dat vind ik heel mooi. Wat ik ook een onderwijzend boek vind, is ”De strijd tussen vlees en Geest” van Christopher Love. Dat heb ik vaak gelezen. En ”Als de zonde mij omringt” van John Owen. Dat zijn boeken die midden in de praktijk van het geestelijk leven staan. En ik lees graag preken van Philpot, die hebben mijn hart. Hoewel ik de laatste tijd ook veel Kohlbrugge lees.”
5 Met welke persoon uit heden of verleden zou u weleens (hebben) willen praten?
„Ik had graag een keer met Philpot willen praten. Zoals die man schrijft en preekt, daarin vind ik zo veel terug van mijn eigen vragen en worstelingen. Als ik zijn brieven lees, is het net of ik in mijn eigen hart kijk. En dan zou ik zomaar aan zo’n man willen vragen: Heeft u dat nou ook? Het is al vaak door mijn hoofd geschoten als ik een van zijn boeken las. Ik moet dan denken aan wat er in Jeremia 32 staat: „En Ik zal hun enerlei hart en enerlei weg geven.” Bij alle verschillen tussen mensen en tijd is wat Gods kinderen in hun hart ondervinden in de kern toch hetzelfde. Dat is een bemoedigende gedachte.
En iemand die ik in het heden graag en regelmatig spreek, waarbij we over en weer in elkaars hart kunnen kijken, is ds. A. Verschuure. Ik denk dat we veel op elkaar lijken, ook in een bepaalde kwetsbaarheid.”
6 Waar luistert u naar?
„Samenzang, mits onder begeleiding van Pieter Heykoop of André Nieuwkoop. Hun manier van spelen raakt mij, hoe ze de psalmen vertolken. Ik ben als predikant ook gevoelig voor orgelspel. Het kan me tijdens een dienst positief, maar ook negatief beïnvloeden. Gedragen gemeentezang, begeleid in een romantische speelstijl, vind ik prachtig.
Als ik wat anders gestemd ben, kan ik ook echt genieten van klassieke muziek. En ik luister weleens podcasts, bijvoorbeeld lezingen over de puriteinen. Ook alles wat met psychologie te maken heeft vind ik heel interessant, omdat ik erg in mensen ben geïnteresseerd. Je komt met veel mensen in aanraking die allerlei soorten problematiek hebben en ik heb er dan wat aan als ik bepaalde patronen herken.
Verder luister ik regelmatig preken, bij voorkeur van predikanten buiten mijn eigen kerkverband om mezelf scherp te houden. Ik luister er dan ook technisch naar: hoe bouwen zij een preek op?”
„Ik heb er soms behoefte aan om gewoon Arie te zijn, om bij mensen te zijn bij wie je niet de dominee bent” - Ds. A.T. Huijser, predikant van de gereformeerde gemeente Rijssen-Noord
7 Wat is de missie van uw leven?
„Allereerst het persoonlijk leven voor Gods aangezicht. Dat is mijn dagelijkse worsteling, maar ook mijn dagelijkse verlangen. Verder dienstbaar zijn in Gods Koninkrijk, zondaren tot Christus leiden en tot een hand en een voet voor Gods kinderen zijn.”
8 Welke Bijbeltekst betekent veel voor u?
„Er zijn veel gedeelten die ik bijzonder aansprekend vind. Maar één tekst springt erbovenuit: Romeinen 5:6. „Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven.” Met een dikke streep onder de goddelozen. Ik heb weleens tegen mijn vrouw gezegd: Als ik kom te overlijden, hoef je me echt de hemel niet in te schrijven. Maar als er toch iets op de rouwkaart moet, zet dan deze tekst er maar boven. Het tekent iets van mijn eigen levensgang. Ik had allerlei ondervindingen, maar buiten Christus. Totdat de Heere dat in mijn leven open ging leggen en dat zo uitwerkte dat ik niet alleen schuldig kwam te staan vanwege mijn ongerechtigheid, maar ook vanwege mijn eigen gerechtigheid. Als de Heere gaat zeggen: Je godsdienst kan voor Mij niet bestaan, al kruip je uren per dag op je knieën, maar buiten Christus kan Ik met u niet tevreden zijn. Dat riep in mijn hart een geweldige vijandschap op. Maar toen het ogenblik in mijn leven kwam dat ik daaronder mocht buigen, heeft de Heere me zo liefelijk en dierbaar de Persoon van Christus geopenbaard. Daar klopt het hart van mijn persoonlijk leven.”
9 Terugkijkend op de voorbije jaren: wat was een diepte- en wat een hoogtepunt?
„Als het over een dieptepunt gaat, hoef ik niet lang na te denken. Dat was het sterven van onze zoon Maarten, op 8 maart 2020. Hij was 16 jaar oud. Zijn sterven heeft me een bepaalde knak gegeven. Het is niet meer zoals het daarvoor was. Ik mis hem soms echt nog heel erg. Ook mijn moeder is op 11 februari van dit jaar overleden, op 67-jarige leeftijd.
„Er zijn maar weinig rouwdiensten die ik zo gemakkelijk heb gedaan als die van mijn eigen zoon. Ik was erbovenuit, mijn hart was vervuld van de verwondering dat een kind van mij ook Gods kind mocht zijn” - Ds. A.T. Huijser, predikant van de gereformeerde gemeente Rijssen-Noord
Het gemis en het verlies zijn groot, maar tegelijk is het een ontzettend groot goed, een hoogtepunt, als je mag weten dat je geliefden in de Heere sterven. Ik heb beide rouwdiensten mogen leiden, zowel die van mijn moeder als die van mijn zoon. Naast het grote verdriet lag er ook een diepe vreugde over die dagen. Er zijn maar weinig diensten die ik zo gemakkelijk heb gedaan als de rouwdienst van mijn eigen zoon. Ik was erbovenuit, mijn hart was vervuld van de verwondering dat een kind van mij ook Gods kind mocht zijn. Ik zei tegen mijn vrouw: Alleen om die reden hebben we al niet tevergeefs geleefd. We hebben een kind voortgebracht dat niet allereerst ons kind is, maar Gods kind.”
10 Hoe kijkt u naar de toekomst?
„Het gebrek aan kerkelijke eenheid doet mij verdriet. Iedereen is zogenaamd voor eenheid, maar wel zolang het in ieders eigen straatje past. We gaan met een vergrootglas langs de meest minieme verschillen om die uit te vergroten en aan te grijpen om op onszelf te blijven staan. En ook in mijn eigen kerkverband zie ik de flanken uit elkaar groeien. Dat baart me zorgen. Maar dat doet niets af van mijn hartelijke loyaliteit aan het kerkverband waar ik mij geroepen weet.
Persoonlijk gezien zijn er momenten dat ik geestelijk onder veel aanvallen leef. Dan gaat alles ondersteboven en denk ik: is het allemaal waar geweest in mijn leven? Maar ook mijn onverbeterlijke bestaan is me een zware last. Dan kan ik met jaloersheid zien op mijn overleden moeder en mijn zoon, want zij zijn verlost van zichzelf en van die dagelijkse worstelingen. Ik heb weleens bij het graf van mijn zoon gestaan, waar mijn vrouw en ik ook begraven zullen worden, en toen gaf de Heere zulke zoete en rijke overdenkingen in mijn hart van het geluk waar Maarten in delen mag. En toen ging het niet meer alleen over Maarten, maar mocht ik er ook zo doorheen zien voor mezelf. Ik zal niet durven ontkennen dat, als het vanbinnen levendig is, er bij tijden een verlangen in mijn ziel leeft om ontbonden te zijn en met Christus te zijn. En als het dan zal blijken waar te zijn, dan is het beter te sterven dan te leven. Mezelf kwijt en de zonde kwijt, dat zal de grootste verlossing zijn.”