Tekenen der tijden in 2023: niet alleen aardbeving, overstroming en oorlog
Verpletterende aardbevingen, verwoestende overstromingen en vernietigende oorlogen stempelden 2023. Laten deze ”tekenen van de tijden” zien dat het masker van de geschiedenis langzamerhand loslaat, zoals J.H. Bavinck het in 1952 verwoordde? Of is daar meer over te zeggen?
Turkije en Syrië, februari dit jaar: 60.000 doden. Marokko, september: 3000 doden. Afghanistan, oktober: 2500 doden – schattingen variëren. 2023 was een jaar van zware aardbevingen. Beelden van reddingswerkers, zoekend naar levenstekenen onder het puin, staan op het netvlies.
En dan waren er de oorlogen. De slepende burgeroorlog in Jemen, het afmattende conflict tussen Rusland en Oekraïne en de plotselinge aanval van Hamas op Israël. Voeg daarbij de twisten in Sudan, Syrië, Nigeria, Ethiopië – allemaal ‘vergeten’ conflicten.
Daarmee is de wereldwijde rampspoed in 2023 niet opgesomd. Overstromingen teisterden India en Libië, bosbranden de Griekse eilanden. Corona bleef rondwaren en ook in 2023 kostte hiv vermoedelijk aan honderdduizenden het leven. Wennen doet het niet, of juist veel te vlug. De duizelingwekkende dodencijfers vertellen immers pas een verhaal per individueel geval. Te denken valt aan de bekend geworden foto van een Turkse vader die de hand vasthield van zijn overleden dochter, nog gevangen tussen de brokstukken.
Aardbevingen, oorlogen en besmettelijke ziekten: het zijn de tekenen der tijden uit Mattheüs 24, die elkaar tot aan de voleinding in steeds hoger tempo zullen opvolgen. Natuurlijk, er valt te wijzen op de tientallen miljoenen slachtoffers van de pest in de veertiende eeuw, op de aardbeving in Lissabon in 1755 met tienduizenden doden of op de meer dan 2 miljoen slachtoffers van de overstromingen van de Yangtzerivier in China in 1931. Toch is het moeilijk zich te onttrekken aan de indruk dat natuurrampen en epidemieën de laatste jaren meer tol eisen, ongetwijfeld ook doordat de wereldbevolking sinds 1900 vervijfvoudigde. Betekent dit alles inderdaad dat Christus Zijn terugkeer indringender aankondigt? Kun je dergelijke catastrofes überhaupt wel toeschrijven aan het ingrijpen van God?
Getergde leeuw
Jawel, vond zendingstheoloog prof. dr. J.H. Bavinck, die in 1952 in ”En voort wentelen de eeuwen” een uitleg gaf van het Bijbelboek Openbaring. In aardbeving, overstroming en epidemie „werpt de natuur zich als een getergde leeuw op de mens op dat punt waarin hij zich het allersterkst waant: in zijn technisch kunnen, in zijn overmacht over de natuur”. Anders dan oorlog en in het kielzog daarvan honger en dood zijn natuurrampen „rechtstreeks van God. Hij begint het ontstellend spel der wereldgeschiedenis te interrumperen. God is zeer direct en zeer concreet bezig de ontwikkeling der geschiedenis voort te leiden naar haar voleinding.” Achter de geschiedenis die wij zien staat namelijk een „veel omvangrijker gebeuren”, de geschiedenis achter de geschiedenis, de strijd in de hemelse gewesten (zie ”Ds. Van de Weg pakt Bavinck erbij als er een oorlog uitbreekt”).
Bavinck stelt dat het tempo van de geschiedenis de laatste vijf eeuwen is opgevoerd. Echter, daarbij wijst hij niet in de eerste plaats naar natuurrampen, maar naar de mens zelf. De vestiging van koloniale wereldrijken, een nieuw, natuurwetenschappelijk wereldbeeld, afbrokkeling van de traditionele moraal, aangrijpende wereldoorlogen: „nooit is in de wereldgeschiedenis in zó korte tijd zó veel omgeworpen”, schrijft Bavinck. Daarbij spelen volgens hem vooral technische ontdekkingen een grote rol. „Het is alsof God in onze dagen de blinddoek –waardoor de ogen van de mens allerlei krachten en mogelijkheden in de schepping nog niet zien konden– op eenmaal weggenomen heeft.”
Deze „ongeremde voortgang” van het menselijke denken leidt tot een „opgejaagd levenstempo” en schept „situaties die wij innerlijk, geestelijk en zedelijk niet meer aan kunnen”. Wie denkt bij Bavincks woorden niet aan de onbestemde huiver die veel mensen doortrekt bij het mysterieuze potentieel van kunstmatige intelligentie (AI)? Of aan de ethische vraagstukken die ontstaan door medisch-technische mogelijkheden zoals klonen en transitie? Dat speelde in 1952 nog niet zo als in 2023. Bavinck kwam toen nog niet verder dan het vermoeden dat „een soort robot die spreken kan, een klein kunstje is geworden”.
Bij de tekenen der tijden gaat het dus om meer en om diepere zaken dan aardbevingen en overstromingen, die in 2023 de voorpagina’s vulden. Oorlogen en natuurrampen domineren namelijk wel het eerste hoofddeel van Openbaring (tot hoofdstuk 11), schrijft Bavinck, maar vanaf hoofdstuk 13 gaat het over de opkomst van het rijk van de mens. En pas als dat demonische rijk „tot zijn uiterste consequenties is voortgeschreden”, kan „het licht van de nieuwe dag aanbreken”.
Dodendans
Dat rijk van de mens kent verschillende gestalten, blijkt in Openbaring 13. Er zijn de leeuw-rijken, zoals nazi-Duitsland, die uit „onbeheerste hoogmoed” geboren worden. Beer-rijken kenmerken zich door economische honger. Luipaard-rijken schieten toe als zich een buitenkans voordoet. Deze drie typen smelten samen in het eindrijk dat uiteindelijk aan de horizon verschijnt. De dictator ervan, het beest uit de zee, is bitter en oppermachtig. Het beest uit de aarde, de valse profeet, is zijn „propagandaminister”, die de massa voor het beest zal winnen, hetzij door leuzen, die hij „door de radio doet schallen”, hetzij door economisch of politiek geweld. De staat weet alles, gezin en ouderschap worden overbodig.
Dat de mensen hun zelfstandigheid uitleveren aan de staat, had dus niet alleen plaats in bijvoorbeeld nazi-Duitsland. Juist in de democratie gebeurt dit ook, stelt Bavinck. „De mens van tegenwoordig wordt in zijn prille jeugd al volgestopt met al de oppervlakkigheid en kleinheid van het moderne leven. Heel onze moderne maatschappij groeit in adembenemend tempo naar de nihilistische dwanggemeenschap.” De macabere dodendans van het ijdele leven, noemt Bavinck dat.
Dat rijk van de mens zal niet, zoals eerdere rijken in de geschiedenis, worden geteisterd door verwildering, razernij en rampen. Het zal juist welvarend en vreedzaam zijn. De productie stijgt, de oorlogsindustrie verslindt de welvaart niet meer, en vijf of zelfs vier werkdagen per week zijn voldoende. Iedereen heeft plezier, behalve wie zelfstandig blijft denken. Die wordt geboycot.
Pas als dit rijk op zijn toppunt is, komt de grote catastrofe, de eindafrekening met het beest, de overwinning van het Lam. Epidemieën breken uit, droogte en hitte verzengen de aarde en een ongekende aardbeving verwoest de wereld (Openbaring 16). Dan zal de wereldstad Babylon ten onder gaan, als gevolg van rebellie door aardse koningen. Bavinck vermoedt dan een atoombom, die de stad –„even een knal, een machtige rookkolom”– zal vernietigen (Openbaring 17 en 18).
Wat volgt, is het eindoordeel. „De wereldgeschiedenis loopt ten einde tegen God Zelf, ze loopt te pletter tegen Hem, die gekruisigd was.” En achter de horizon ligt het nieuwe Jeruzalem, waar alle dingen „eerst tot hun volle zin komen” (Openbaring 19-22).
Overwinnaars
Hoe moet een christen zich verhouden tot rampen, geweld en het rijk van de mens? Daarover laat Bavinck de lezer van zijn Openbaringcommentaar niet in het onzekere. Niet bang zijn, in elk geval, voor het verschrikkelijke dat voor ogen is. „Wanneer u Jezus Christus kent en belijdt en liefhebt, dan is er maar één ding nodig, en dat is dat u gaat begrijpen wie u bent. U bent meer dan overwinnaars.” De blijdschap van de Paasmorgen –Christus’ overwinning– klinkt „als een forse bazuinstoot boven het gieren van de orkanen uit. Die echoot ook in onze van zorg en vrees vervulde harten.”
Verder moeten christenen zich volgens Bavinck schamen. Een van de redenen van het uitstel van de voleinding is dat de kerk nog niet klaar is met haar zendingstaak. Eeuwenlang heeft de kerk die „op een schier onbegrijpelijke wijze verwaarloosd”, vindt Bavinck. En dat terwijl de wereldwijde Evangelieverkondiging een van de belangrijkste tekenen der tijden is: het eerste teken in Openbaring 6 en het laatste teken in Mattheüs 24.
Een berekening van hoe spoedig Christus terugkomt naar aanleiding van de tekenen der tijden laat zich, ook met Bavincks lezing van Openbaring, moeilijk geven. Want wie zal zeggen of het rijk van de mens uit Openbaring 13 er al is en tot welke hoogte het zich zal verheffen? Of wanneer het Evangelie alle plaatsen heeft bereikt? En wat het precies betekent dat er volgens veel theologen nog een volksbekering van Israël uitstaat?
Een belangrijk aspect van Openbaring is bovendien wat Bavinck „de grote vertraging” noemt. Herhaaldelijk blijkt dat het Koninkrijk van God, als het nabij is gekomen, nog niet tot ontplooiing komt. Er is wel stuwkracht in de geschiedenis, maar ook vertraging.
Toch gebruikte Jezus niet voor niets de gelijkenis van de vijgeboom (Lukas 21). Als zijn tak teer wordt en uitbot, komt de zomer eraan. Wanneer de tekenen der tijden, hoe dramatisch ook, gezien worden, moeten Jezus’ discipelen het hoofd omhoog heffen, zegt Jezus, „omdat uw verlossing nabij is” (vers 28). Het grootste gevaar voor de christen? Beneveld raken door wijngenot of, niet minder erg, een volle agenda (vers 34). „Wacht uzelf, dat u die dag niet onvoorziens overkome.”