Synode geeft na urenlange discussie groen licht voor pastor in PKN
Binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) kan zowel de pastor als de predikant werkzaam zijn als dienaar van het Woord. Dat was vrijdagavond de uitkomst van een urenlange discussie op de synode van de PKN in Lunteren. Een tegenvoorstel van prof. H. van den Belt haalde het niet.
De synode sprak de hele dag over het rapport ”Ruimte voor Woord en Geest”, dat de beroepsprofielen van de kerkelijk werker, pastor en predikant beschrijft. Bij het werk van pastor hoort werk- en denkniveau 6. Dit kan worden bereikt door een bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs of het wetenschappelijk onderwijs. Bij het werk van predikant hoort werk- en denkniveau 7 (master) of 8 (gepromoveerd).
Synodeleden plaatsten tal van kritische kanttekeningen bij het rapport. Op basis van de reacties kwam het moderamen (bestuur) vrijdagavond met een aangepast besluitvoorstel. Daarin werd opgenomen dat alle dienaren des Woords en kerkelijk werkers verplicht zijn tot „levenslang leren”. Het bereiken van werk- en denkniveau 7 wordt daarbij „gestimuleerd en gefaciliteerd”. De Protestantse Theologische Universiteit (PThU) geldt daarbij als „hoofdaannemer”.
Ook zal er vanuit de synode een speciale commissie van rapport in het leven worden geroepen. Deze houdt toezicht op en adviseert over de verdere uitwerking van een hulpmiddel voor gemeenten om te bepalen of ze bij een vacature kiezen voor een pastor of een predikant. Op die manier blijft de synode betrokken bij dit proces.
Motie
Diverse synodeleden gaven aan de tijd nog niet rijp te vinden voor besluitvorming. Zo noemde ds. E.K. Foppen (Den Haag) het positief dat er „iets bewogen” wordt, maar hij vond het „allemaal nog veel te vaag”. Ds. M. van Heijningen (Ablasserdam) pleitte voor uitstel van de besluitvorming om alles nog een keer goed te kunnen „doordenken”. Het moderamen besloot toch tot stemming over te gaan.
Prof. H. van den Belt (Woudenberg) was blij met de „toezeggingen en toevoegingen” van het moderamen. Hij hield wel vast aan zijn tegenvoorstel, dat als uitgangspunt heeft dat elke dienaar des Woords academisch geschoold is. Het onderscheid tussen pastor en predikant zou losgelaten moeten worden. Kerkelijk werkers met preekconsent die predikant willen worden, zouden een aanvullend traject moeten volgen om werk- en denkniveau 7 te bereiken. Het tegenvoorstel kreeg 15 van de 53 stemmen en werd daarmee niet aangenomen.
Het aangepaste besluitvoorstel van het moderamen werd uiteindelijk met 36 stemmen voor en 17 stemmen tegen aangenomen. Ook nam de synode een motie van ds. A.N. van der Wind (Kerkwijk) aan om het plan voor de leer- en werkplekken zo uit te werken dat daarmee voor pastors het volgen van een predikantsmaster optimaal zal worden gestimuleerd, „zodat veel pastors doorgroeien naar het profiel predikant”.