Autistische Sander volgde ketogeen dieet en maakt nu meer oogcontact
Het ketogeen dieet, dat extreem arm is aan koolhydraten, lijkt een veelbelovende behandeling bij onder meer autisme, dementie en een bipolaire stoornis. Dat stelt neurowetenschapper dr. Eline Dekeyster. „Het kan levensveranderend zijn.”
Sander is vier jaar en heeft autisme. Hij maakt amper oogcontact en praat weinig. Zijn vader leest over het ketogeen dieet bij autisme en gaat ermee naar de huisarts. Die zegt: „Dat is niet bewezen en dat gaan we niet doen.” Vader legt zich er echter niet bij neer. Onder begeleiding van een coach laat hij Sander, die in werkelijkheid anders heet, een ketogeen dieet volgen. De voeding slaat aan: de jongen maakt meer oogcontact en praat meer.
„Er zijn veel verhalen zoals Sander”, vertelt dr. Eline Dekeyster, neurowetenschapper aan de Universiteit Leiden, begin juni tijdens een masterclass over voeding voor het brein. Ook zijn er verslagen van artsen en kleine studies. „Aan de grootste studie die ik ken, namen 45 mensen deel. Dat is niet veel, maar de resultaten zijn veelbelovend.”
De invloed van het ketogeen dieet op autisme varieert sterk. „Bij sommige mensen is het effect enorm, bij anderen heel gering.” Waarom dat zo verschilt, kan ze niet verklaren.
Vasten
Dekeyster, die een team leidt dat onderzoek doet naar de rol van voeding bij autisme, ADHD, depressie en de ziekte van Alzheimer, spreekt liever over ketogene interventies. Daarmee bedoelt ze ingrepen die ervoor zorgen dat de concentratie aan ketonen, een afbraakproduct van vetverbranding, in het bloed stijgt. Behalve met een dieet lukt dat ook door te vasten of supplementen te gebruiken. Vanaf een ketonconcentratie van 0,5 millimolair in het bloed treden er allerlei fysiologische effecten in het lichaam op.
De neurowetenschapper beschrijft vier mechanismen die kunnen verklaren hoe ketogene interventies een gunstige invloed kunnen hebben op autisme. Zo kunnen ketonen de balans tussen activerende en remmende signalen in het brein, die bij autisme verstoord is, herstellen. Ook verbeteren de stoffen de gevoeligheid voor insuline, die bij autisme vaak verminderd is.
Voorzichtig zijn
In het tweede deel van de lezing, die bijna twee uur duurt en zo’n 700 mensen trekt, gaat Dekeyster in op de ziekte van Alzheimer, de meest voorkomende vorm van dementie. Ze vertelt over Fran, een Amerikaanse vrouw met beginnende dementie. Fran raakt steeds vaker haar sleutels kwijt en kan niet goed meer uit haar woorden komen. Ook lukt naaien, haar grote hobby, op een dag niet meer. Ze gaat naar de huisarts, die haar doorstuurt naar de neuroloog. Terwijl de vrouw op de wachtlijst staat, neemt ze contact op met psychiater dr. Georgia Ede. Die adviseert haar het ketogeen dieet te proberen.
Het dieet slaat aan. Na drie weken voelt Fran zich beter dan ooit. Na tien weken komt ze bij de neuroloog. Die test van alles, maar kan niets afwijkends vinden. Fran mag terug naar huis en is behandelvrij.
„Wederom is het een verhaal”, relativeert Dekeyster. „Maar voor haar heeft het gewerkt.” Ook studies laten positieve effecten zien. De grootste studie naar de relatie tussen ketonen en de ziekte van Alzheimer telt ruim 150 deelnemers. Een deel van hen reageert op de interventie, een deel niet.
Dekeyster denkt te weten waarom het ketogeen dieet een positieve invloed kan hebben bij dementie. Studies laten namelijk zien dat de hersenen van mensen met alzheimer niet goed in staat zijn glucose te verwerken. „Er is een energiecrisis gaande. Een oplossing is dat het brein ketonen als een alternatieve energiebron aanboort.”
„Het ketogeen dieet kan echt levensveranderend zijn voor sommige mensen”, concludeert ze. „Het is wellicht het proberen waard. Weten we zeker dat het bij jou werkt? Nee. En moet je voorzichtig zijn en rekening houden met contra-indicaties? Ja. Maar ik zou zeggen: Er is hoop.”
„Weten we zeker dat het bij jou werkt? Nee, maar er is hoop” - Dr. Eline Dekeyster, neurowetenschapper aan de Universiteit Leiden