Vierdaagse werkweek blijft fata morgana
Vier dagen werken en vijf dagen betaald krijgen. Wie dat hoort, denkt: dat kan nooit. Toch doet softwarebedrijf Afas het. Vorige week werd bekend dat de werknemers vanaf 1 januari 2025 elke vrijdag de hele dag vrij zijn. Met behoud van salaris. Structureel cadeautje van de baas dus. Welke werkgever doet dat?
Het antwoord daarop is: enkelen, maar de meesten niet. Experimenten met een dertigurige of vierdaagse werkweek hebben tot nu toe niet geleid tot het vastleggen van die regeling in een cao. Een eerste oorzaak is dat maar weinig ondernemingen zich een loonsverhoging van ongeveer 25 procent kunnen permitteren. Een tweede is het permanent tekort aan personeel. De beschikbare menskracht moet maximaal worden ingezet om het bedrijf draaiende te houden. Dat is voor veruit de meeste ondernemingen een voortdurende titanenklus, ook omdat veel mensen al in deeltijd werken. Dat laatste draagt ertoe bij dat Nederland met 30,6 uur gemiddeld de kortste werkweek van alle Europese landen heeft. En ten slotte: hoe bedien je je klanten op de dag dat de werknemers vrij zijn? Kortom, er zijn tal van praktische bezwaren die maken dat het gros van de bedrijven het voorbeeld van Afas niet kan volgen.
In een groot aantal sectoren is er juist sprake van een tegengesteld streven. Werkgevers dringen erop aan dat er meer uren worden gewerkt. Deels willen zij op die manier het aanhoudend tekort aan personeel opvangen, voor een ander deel pogen zij zo de productiviteit per werknemer op te schroeven.
Te voorzien valt dat dit een onvervuld verlangen zal blijven. Veel werknemers vinden dat ze een heel redelijk salaris hebben en zitten niet te wachten op meer uren werk. Dat komt overigens lang niet altijd voort uit verlangen naar meer vrije tijd om te kunnen ontspannen. Zeker, er zijn mensen voor wie dat geldt. Maar een grote groep wijst uitbreiding van arbeidsuren af omdat ze taken heeft buiten de betaalde baan. Te denken valt aan zorg voor kinderen, mantelzorg voor familieleden of vrijwilligerswerk op andere terreinen. En vaststaat dat er in onze samenleving, meer dan enkele decennia terug, een beroep wordt gedaan op vrijwilligers. De sociale verzorgingsstaat maakt steeds meer plaats voor een samenleving waarin zorg door vrijwilligers noodzakelijk is om behoeftigen bij te staan.
Tot nog lang na de Tweede Wereldoorlog werkten de meeste mensen (vooral mannen) in ons land zes dagen per week. In 1961 werd de vijfdaagse werkweek ingevoerd, een idee dat autofabrikant Henry Ford al eerder in Amerika realiseerde. Staat ons land nu aan de vooravond van de vierdaagse werkweek? Reken er maar niet op. Het is geen wenkend perspectief, maar een fata morgana.