Staatshoofden en regeringsleiders woonden donderdag in Normandië de herdenking van D-day bij. Maar de echte eregasten waren de veteranen die in 1944 deelnamen aan de invasie. Zij kregen het grootste applaus.
De landing op de Franse kust zette de bevrijding van West-Europa in gang. Dat wordt na tachtig jaar uitgebreid herdacht. Op 23 en 27 mei waren er al plechtigheden en sinds zaterdag zijn die er elke dag.
Donderdagmiddag was het hoogtepunt: bij Omaha Beach, waar destijds de Amerikanen landden. Grote overkappingen bieden schaduw. Maar de hoogwaardigheidsbekleders komen op de voorste rij terecht en hebben het met de felle zon te kwaad. De Belgische koning houdt de hand boven zijn ogen, de Canadese premier veegt tranen weg, de Amerikaanse president doet de ogen maar dicht.
Intussen landen parachutisten en komen vliegtuigen over. Er klinkt muziek, en er worden citaten voorgelezen van militairen die destijds naar huis schreven over de enorme operatie die een eind moest maken aan het nazi-bewind. Jongeren zingen, muzikanten roffelen de trom. Klagende doedelzakken onderstrepen de dramatische gebeurtenissen die op grote schermen te zien zijn: parachutisten springen, jonge soldaten waden door de branding of vallen neer op het strand. De invasie slaagt, al kost ze onnoemelijk veel mensenlevens.
Veteranen
Veteranen die het overleefden, zijn overgevlogen om de herdenking mee te maken. Alleen al uit Amerika zijn het er 67. De Canadese veteraan Bill Cameron (100) overleed in de nacht voordat hij naar Frankrijk zou vliegen.
Er ontstaat een file van rolstoelen als de oude strijders de koningen, presidenten en premiers een hand komen geven. Premier Rutte gaat gehurkt met een veteraan in gesprek. Koning Willem-Alexander en koningin Máxima luisteren naar een andere hoogbejaarde militair.
Jongeren dragen de vlaggen van een groot aantal landen rond. Er wordt gesproken over strijd en moed. „Blijkbaar moet elke generatie opnieuw uitvinden hoe verschrikkelijk oorlog is.” De Oekraïense president Zelensky en zijn vrouw kunnen het weten. Zij zijn aanwezig; hun Russische tegenpool ontbreekt. De Franse president Macron spreekt over de oorlog die terug is op het continent. Dan speldt hij drie veteranen de onderscheiding van het Legioen van Eer op.
Prinses Irenebrigade
Even oostelijker, in Arromanches-les-Bains, woonden premier Rutte en defensieminister Ollongren eerder donderdag een herdenking bij van de Prinses Irenebrigade. De laatste nog levende militair uit deze brigade, Max Wolff (98) uit Arnhem, was er ook.
Aan de overkant van het Kanaal wordt de invasie eveneens herdacht. De Britse koning Charles sprak woensdag in Portsmouth, waar destijds een groot aantal schepen vertrok.