Kerk & religieVijf vragen aan
Blijvende lessen uit Augustinus’ Belijdenissen

Kerkvader Augustinus schreef rond het jaar 400 zijn ”Belijdenissen”. Het boek wordt nog steeds gelezen, al mag dat volgens ds. A.J.T. Ruis nog wel wat meer gedaan worden. Hij schreef een boek over het leven van de bisschop van Hippo.

Aurelius Augustinus en zijn moeder Monica. beeld RD
Aurelius Augustinus en zijn moeder Monica. beeld RD

In het winterseizoen van 2021 en 2022 hield ds. Ruis in zijn toenmalige gemeente Rotterdam-Kralingen een aantal lezingen over de Belijdenissen van Augustinus (354-430). De predikant –die inmiddels in Katwijk aan Zee staat– merkt dat veel mensen zich herkennen in wat Augustinus geschreven heeft. In zijn boek ”Uit de duisternis tot het licht” werkt de christelijke gereformeerde predikant de lezingen verder uit en belicht hij het leven van de kerkvader aan de hand van zijn Belijdenissen. „Het is een eenvoudige inleiding op het werk van Augustinus. Ik hoop dat lezers de Belijdenissen er zelf ook bij gaan pakken.”

Er is al veel over Augustinus geschreven. Waarom toch nog een boek over hem?

„Er zijn altijd weer nieuwe uitgaven nodig om aandacht te vragen voor Augustinus’ werk. Hij wordt in de gereformeerde gezindte gewaardeerd en ook wel geciteerd, maar in werkelijkheid weinig gelezen. En dat terwijl we zo veel van deze kerkvader kunnen leren.”

Hoe komt het dat Augustinus’ werk nog steeds veel mensen aanspreekt?

Ds. A.J.T. Ruis. beeld ds. A.J.T. Ruis

„In de Belijdenissen plaatst Augustinus zich voor het aangezicht van de Heere en overdenkt hij heel zijn leven. Steeds vraagt hij biddend aan God wat er zit achter de keuzes en gebeurtenissen in zijn leven. Zijn gebeden zijn authentiek en hebben zo veel diepte dat het veel mensen aanspreekt. Tijdens mijn studie stelde een van de docenten in een college dat Augustinus een tijdgenoot is geworden van bijna iedere generatie. Augustinus probeerde zijn hart te doorgronden en door de eeuwen heen blijft dat lezers aanspreken.”

Wat is de belangrijkste les die u uit de Belijdenissen haalt?

„Augustinus overdenkt biddend twee vragen: wie ben ik geweest tegenover God en de mensen? En: wie is God voor mij geweest? Daarin is hij tot voorbeeld. Iets van dat zelfonderzoek zie je ook wel terug in de periode voor het heilig avondmaal, al wordt er dan vaak alleen teruggedacht aan de meest recente periode van het leven. Augustinus gaat echter veel verder terug. Hij denkt bijvoorbeeld aan de tijd dat hij leerde praten en lezen en daarin ziet hij de goede hand van God. Het ”neem en lees” van Augustinus’ bekering was niet mogelijk geweest als hij niet had leren lezen. Zo plaatst hij heel zijn leven in het licht van Gods leiding. Ik hoop dat lezers ertoe aangezet worden om zo ook hun eigen leven voor Gods aangezicht te overdenken. Dat kan inzicht geven in wie je zelf bent, maar ook in Wie de Heere voor je geweest is.”

U schrijft dat het loven van God de eerste reden is waarom Augustinus zijn Belijdenissen schreef. Hoe looft Augustinus God?

Boekomslag Augustinus, beeld RD.

„Bij de kerkvader leeft sterk het besef dat het loven van God het doel is van de schepping van de mens. Hij laat zien dat je de weldaden van God niet kunt loven als je niet beseft hoe zondig je zelf bent. Als Augustinus God looft, is dat onlosmakelijk verbonden aan Wie God voor hem als zondaar is. Hij wordt heel klein; God heel groot. In zijn gebed klimt de lof uit het stof op.”

In de Belijdenissen weerlegt de bisschop van Hippo dwalingen uit zijn tijd. Welke parallellen trekt u daarvandaan naar deze tijd?

„In een aantal van zijn geschriften gaat Augustinus uitdrukkelijk in tegen bepaalde dwalingen. Opvallend is dat hij dat in de Belijdenissen op een andere manier doet. Hij geeft daarin vooral een positieve uiteenzetting over wat het christelijk geloof wél inhoudt. De kerkvader noemt de dwalingen niet bij naam, maar heeft ze wel in gedachten en zet goed uiteen wat Gods Woord leert. Ik vind dat leerzaam. Soms moeten dwalingen bij naam genoemd worden, maar het is ook belangrijk om in de preek positief te belichten hoe God wel werkt.”

Ds. A.J.T. Ruis, auteur van het boek ”Uit de duisternis tot het licht”

„Augustinus overdenkt biddend twee vragen: wie ben ik geweest tegenover God en de mensen? En: wie is God voor mij geweest?” - Ds. A.J.T. Ruis, christelijk gereformeerd predikant Katwijk aan Zee

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer