Premierskandidaat Schoof zeker geen B-keus
Het naar voren schuiven van veiligheidsexpert Dick Schoof als premierskandidaat is in Den Haag met een mengeling van verbazing en opluchting begroet. Verbazing omdat zijn naam de afgelopen tijd nergens rondging als een van de kanshebbers. Opluchting omdat het land zo bewaard bleef voor een scenario dat ronduit beschamend zou zijn geweest: een bedelrondje langs allerlei Ronald Plasterkachtige types met de vraag of ze alsjeblieft beschikbaar wilden zijn.
Als PVV, VVD, NSC en BBB de komende weken de vrede bewaren, kan het nieuwe programkabinet nog voor het zomerreces op het bordes staan. En wacht Schoof de taak daar leiding aan te geven. Dat maakt nieuwsgierig naar de vraag of hij daar klaar voor is.
Wie zich wat verdiept in ’s mans biografie ziet al snel de nodige aanknopingspunten voor een bevestigend antwoord, zoals zijn vaardigheden om een nieuwe koers uit te stippelen voor de organisaties waar hij in dienst treedt. Al snel nadat hij was aangetreden bij de AIVD constateerde Schoof dat de inlichtingen- en veiligheidsdienst een in zichzelf gekeerde organisatie was. Hij startte daarop de operatie Beagle: alle medewerkers moesten meedenken hoe de AIVD eigentijdser kon worden gemaakt.
In de bundel ”Spionkoppen”, waarin bijzonder hoogleraar inlichtingenstudies Paul Abels elf oud-kopstukken van de AIVD portretteert, valt in het hoofdstuk over Schoof vooral diens behendigheid op. Maak als het even kan geen keuzes die onherroepelijk zijn, maar houd altijd wat opties open, is volgens Abels Schoofs motto. Dat lijkt te getuigen van een bijna ruttiaanse wendbaarheid.
In recente interviews met de kandidaat-premier, waarin hij de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen van afgelopen november recenseert, zegt Schoof met zo veel woorden dat de PVV-kiezer serieus moet worden genomen en dat het groot worden van de PVV in de eerste plaats een signaal is dat de politiek tot zelfreflectie noopt. Dat is verstandige taal. Veel wijst er kortom op dat Schoof allesbehalve een B-keus is.
Toch is met dat alles niet gezegd dat hij de premiersklus die hem wacht wel even zal klaren. De uitdagingen zijn talrijk, de onzekerheden ook. Om één ding te noemen: het programkabinet staat straks op grotere afstand van de vierpartijencoalitie dan tot nu toe gebruikelijk was. Een voorbeeld: gangbaar is om de vrijdagse ministerraad voor te koken in het bewindspersonenoverleg waarvoor de kopstukken van de coalitiepartijen donderdagavond met elkaar om tafel gaan. Schoof is echter partijloos en moet andere wegen vinden om scherp te krijgen of hij voldoende rugdekking heeft. Dat is een uitdaging.
Daar komt nog bij dat drie van de vier partijen nog moeten ontdekken wat het betekent om op landelijk niveau bestuursverantwoordelijkheid te dragen.
Er is dus reden te over om Schoof kracht en wijsheid toe te bidden. In de hoop dat hij het land op waardige wijze mag dienen, zoals een premier betaamt.